3.3Het oordeel van de rechtbank
- Inleiding
Op 9 november 2023 wordt [medeverdachte 1] gehoord door de politie. Naar aanleiding van zijn verklaring en de eerste onderzoeksbevindingen is op 9 februari 2024 het onderzoek Angora gestart.[medeverdachte 1], [verdachte] (hierna: verdachte), [medeverdachte 2] (hierna [medeverdachte 2]), [medeverdachte 3] (hierna [medeverdachte 3]), [medeverdachte 4], [medeverdachte 5] (hierna: [medeverdachte 5]) [medeverdachte 6] (hierna: [medeverdachte 6]) en [medeverdachte 7] (hierna: [medeverdachte 7]) zijn verdachten in dit onderzoek.
Vaststelling van de feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van het dossier en hetgeen ter zitting is besproken de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 1 mei 2024 wordt verdachte, vanwege zijn betrokkenheid in het onderzoek Angora, aangehouden in zijn woning aan de [adres 1] in [plaats]. In de woning wordt een zakje met negen roze pillen in de vorm van de kop van een haas/konijn aangetroffen. De pillen zijn onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI). Op basis van dit onderzoek wordt vastgesteld dat deze pillen MDMA bevatten.
De overwegingen van de rechtbank
De pillen zijn aangetroffen in een keukenla in de woning van verdachte. Hij heeft hier tijdens zijn verhoor op 1 mei 2024 niets over verklaard.Ter terechtzitting van 7 mei 2025 heeft verdachte verklaard dat hij de pillen heeft aangenomen van een bekende en dat hij dacht dat het om Kamagrapillen ging.Uit het voorgaande blijkt dat verdachte wist van de aanwezigheid van pillen in zijn woning en deze zich ook in zijn machtssfeer bevonden.
De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat het aanwezig hebben van MDMA wettig en overtuigend kan worden bewezen.
- De verklaring van [medeverdachte 1]
Op 17 mei 2024 doet [medeverdachte 1] aangifte van mishandeling gepleegd door verdachte. [medeverdachte 1] liep die dag op de [adres 2] in [plaats] toen een zwarte Suzuki Swift hem tegemoet reed. Verdachte stapte uit de betreffende auto en drukte [medeverdachte 1] tegen een hek. Verdachte gaf [medeverdachte 1] twee stompen in de buik, drukte op zijn neus en haalde met open hand uit waarbij hij de linkerwang van [medeverdachte 1] raakte.
- De verklaring van verdachte
Verdachte heeft ter terechtzitting van 7 mei 2025 verklaard dat hij op 17 mei 2024 op de [adres 2] in [plaats] is geweest en dat hij met [medeverdachte 1] een woordenwisseling had. Verder is er, volgens de verdachte, niets gebeurd.
- Conclusie rechtbank
De verklaring van [medeverdachte 1] wordt ondersteund door de verklaring van een onafhankelijke getuige, [getuige] (hierna: [getuige]). Zij verklaart dat zij heeft gezien dat verdachte tegenover [medeverdachte 1] stond. Ook heeft zij verklaard dat [medeverdachte 1] heel erg aangedaan was en steeds zijn hand voor zijn neus/mond hield.
De rechtbank is gelet hierop van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte [medeverdachte 1] heeft mishandeld.