3.5Chat 02 maart 2024 — 31 maart 2024
Op 3 maart 2024 en op 31 maart 2024 zijn er gesprekken tussen de gebruiker [verdachte] [alias 1]’ en [medeverdachte 4] via de applicatie WhatsApp. De gebruiker ‘[verdachte] [alias 1]’ is naar alle waarschijnlijkheid medeverdachte [verdachte] . Het telefoonnummer wat is gekoppeld aan de gebruiker “[verdachte] [alias 1]” is [e-mailadres 2]. Dit telefoonnummer komt overeen met het telefoonnummer van [verdachte] waarvan het onderzoeksteam telecommunicatie heeft opgenomen.
In deze gesprekken worden prijsafspraken gemaakt voor zeer vermoedelijk verdovende middelen. In deze gesprekken lijkt alsof [verdachte] verdovende middelen afneemt van [medeverdachte 4].
13. Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 9] van 7 maart 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 880 en 881):
Op donderdag 29 februari 2024 is er door de rechter-commissaris toestemming verleend voor het opnemen van (tele)communicatie voor het telefoonnummer +[nummer 3]. De naam [alias 1] Bakkerij is gekoppeld aan dit nummer.
[verdachte]|:Heb jij nog van die pijnstillers?
[naam 3]:Ja die heb ik hier
[verdachte]: Ja dat dacht ik al wel
[naam 3]:Ja kom even ophalen dan
[verdachte]!:Dat moet [naam 4] even ophalen, anders kom ik daar niet weg.
[naam 3]:Ja dat klopt wel ja
[verdachte]: Anders geef maar aan [medeverdachte 7] mee
[naam 3]:Jo
14. Een geschrift, als bedoeld in artikel 344 eerste lid, onder 3 Sv, de bevoegdheidsbeoordeling 24-095, opgesteld door [verbalisant 11] van 1 mei 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1627-1629):
Op verzoek heb ik een bevoegdheidsbeoordeling opgesteld betreffende: [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1995 te [plaats 1], woonachtig op [adres].
Aan verdachte is geen fabrikanten- of groothandelaarsvergunning verleend als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet. Krachtens artikel 18, eerste lid, Geneesmiddelenwet is een dergelijke vergunning vereist om bepaalde handelsactiviteiten te mogen verrichten, waaronder in voorraad hebben, met geneesmiddelen.
Krachtens artikel 40, tweede lid, Geneesmiddelenwet is het verboden bepaalde activiteiten te verrichten, waaronder in voorraad hebben, met geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning is verleend voor de Nederlandse markt.
Verdachte staat niet geregistreerd als apotheekhoudende of dierenarts en daarmee valt verdachte niet onder de uitzonderingen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Opiumwet. Aan verdachte is tevens geen ontheffing verleend als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Opiumwet. Het krachtens artikel 2 en/of 3 Opiumwet gestelde verbod om bepaalde handelsactiviteiten te verrichten, waaronder aanwezig hebben, met middelen als bedoeld in respectievelijk lijst I of II behorende bij de Opiumwet is op verdachte onverminderd van toepassing.
Hiermee beschikt verdachte niet over enige bevoegdheid tot het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten met een geneesmiddel als bedoeld in de Geneesmiddelenwet en/of met een middel als bedoeld in lijst I of II behorende bij de Opiumwet.
15. Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 9] van 20 februari 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 302-305 en 324):
Op 6 december 2023 werd in het kader van een onderzoek onder [medeverdachte 7] een telefoon van het merk Motorola inbeslaggenomen.
Ik zag dat de telefoon van het merk Motorola voorzien was van Imeinummer [nummer 7] en dat in de telefoon het telefoonnummer +[telefoonnummer 7] heeft gezeten.
Uit onderzoek telefoon is naar voren gekomen dat de gebruiker van de telefoon zijn facebookaccount heeft gekoppeld aan deze telefoon. De accountnaam van dit Facebookaccount is saidsaid, Op 6 december is [medeverdachte 7] aangehouden met een kilo aan softdrugs. [medeverdachte 7] bevond zich op dat moment alleen in een voertuig. In dit voertuig is bovengenoemd telefoon aangetroffen en in beslaggenomen.
Uit onderzoek is gebleken dat er op 19-11-2023 omstreeks 19.23 uur een kort whatsapp gesprek heeft plaatsgevonden tussen de gebruiker van +[telefoonnummer 7] die zichzelf “Elke Dag Vanaf 12:00 uur” noemt en de gebruiker van +[telefoonnummer 8] die als [naam 5] in deze telefoon genoemd staat. De gebruiker van [telefoonnummer 7] begint het gesprek met Jo, [alias 1] hier.
Uit de verklaring van [medeverdachte 1] die hij op 9-12-2023 heeft gegeven bij de politie geeft [medeverdachte 1] het volgende aan en ik citeer: “Ik heb [verdachte] in mijn lijst staan als onder andere "[alias 3]" en "[alias 1]".
Op 10-11-2023 om 18.05 uur wordt het gesprek weer hervat. [medeverdachte 7] geeft aan dat hij er staat en dat “[alias 1]” aan het slapen is. “[alias 4]” antwoord oké met 7 min”. Hieruit valt op te maken dat “[alias 1]” nog aan het slapen is en dus niet komt en dat [medeverdachte 7] dus naar de locatie toekomt alwaar hij afspreekt met “[alias 4]”.
Het is dus zeer aannemelijk dat “[alias 1]” oftewel [verdachte] samen met [medeverdachte 7] de gebruikers zijn van bovengenoemde Motorola en dat ze dus samenwerken.
Uit onderzoek telefoon is gebleken dat er tientallen whatsapp/Facebook gesprekken zijn gevoerd waarbij het grotendeels gaat over verkoop van drugs. Deze gesprekken zijn vaak kort van aard en hierin worden ontmoetingsplekken, de prijzen van de drugs en aantallen in bijvoorbeeld gewicht genoemd. Deze gesprekken vinden allemaal plaats in de periode van november 2023 tot en met de eerste week van december 2023.
1. Het proces-verbaal van doorzoeking perceel [adres] van 1 mei 2024, pagina’s 1345, 1347 en 1348.
2. Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ([adres] [plaats 1]) van 2 mei 2024, pagina’s 1349-1351.
3. Een geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid, onder 5 Sv, Pand B [adres] [plaats 1], pagina 2297.
4. Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen opgemaakt door [verbalisant 12] en [verbalisant 13] van 25 juni 2024, pagina’s 1264-1266, 1270-1273, 1276 en 1281.
5. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 4 Sv, het rapport NFiDENT opgemaakt door ing. [verbalisant 14] van 21 juni 2024, pagina 1376.
6. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 4 Sv, het rapport NFiDENT opgemaakt door ing. [verbalisant 15] van 19 juni 2024, pagina 1375.
7. Het proces-verbaal herkenning hennep van 16 mei 2024, pagina’s 1357 en 1358.
8. Het proces-verbaal herkenning hasjiesj (hash) opgemaakt door [verbalisant 16] van 16 mei 2024, pagina’s 1355 en 1356.
9. Een geschrift, als bedoeld in artikel 344 eerste lid, onder 5 Sv, de kennisgeving van inbeslagneming, uit proces-verbaal nazending april 2025, pagina 2113.
10. Een geschrift, als bedoeld in artikel 344 eerste lid, onder 5 Sv, de kennisgeving van inbeslagneming, uit proces-verbaal nazending april 2025, pagina 2114.
11. Een geschrift, als bedoeld in artikel 344 eerste lid, onder 5 Sv, de kennisgeving van inbeslagneming, uit proces-verbaal nazending april 2025, pagina 2115
12. Een geschrift, als bedoeld in artikel 344 eerste lid, onder 5 Sv, de kennisgeving van inbeslagneming, uit proces-verbaal nazending april 2025, pagina 2116.
13. Het proces-verbaal onderzoek wapen opgemaakt door [verbalisant 17] van 19 september 2024, uit proces-verbaal nazending april 2025.
14. Het proces-verbaal onderzoek wapen opgemaakt door [verbalisant 18] van 2 juli 2024, (pagina 1359):
Parketnummer 08.082346.25
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, PL0600-2025061287 van 10 maart 2025. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van aanhouding verdachte van 9 februari 2025, pagina’s 15-17.
2. Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 4] en [verbalisant 1] van 9 februari 2025, pagina’s 19-20.
3. Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 9 februari 2025, pagina’s 34 en 36-39.
4. Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 19] van 10 februari 2025, pagina’s 58 en 59.
5. Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen opgemaakt door [verbalisant 20] en [verbalisant 13], van 28 februari 2025, pagina’s 99, 101-103.
6. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 4 Sv, het rapport NFiDENT opgemaakt door ing. [verbalisant 15] van 28 februari 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, pagina 104.
7. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 4 Sv, het rapport NFiDENT opgemaakt door ing. [verbalisant 15] van 28 februari 2025, pagina 105.
8. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 4 Sv, het rapport NFiDENT opgemaakt door ing. [verbalisant 15] van 28 februari 2025, pagina 106.