ECLI:NL:RBOVE:2025:4122

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 juni 2025
Publicatiedatum
24 juni 2025
Zaaknummer
08.138237.24 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor meerdere drugsmisdrijven en overtredingen van de Geneesmiddelenwet

Op 24 juni 2025 heeft de Rechtbank Overijssel in Almelo uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren op [geboortedatum 1] 1996 in [geboorteplaats] (Spanje). De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 24 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. De verdachte is schuldig bevonden aan meerdere feiten, waaronder het medeplegen van opzettelijk handelen in drugs, zoals MDMA, codeïne, hasjiesj en alprazolam, en het overtreden van voorschriften van de Geneesmiddelenwet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 13 mei 2022 tot en met 1 mei 2024 betrokken was bij de handel in deze middelen, zowel alleen als in vereniging met anderen. De verdachte werd op 1 mei 2024 aangehouden in zijn woning in Amsterdam, waar verdovende middelen werden aangetroffen. Tijdens de rechtszittingen op 7 mei, 20 mei en 12 juni 2025 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De rechtbank oordeelde dat de feiten wettig en overtuigend bewezen konden worden, en dat de verdachte strafbaar was voor de bewezenverklaarde feiten. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte in de drugshandel, en zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder zijn eerdere afwezigheid van strafbare feiten en de bedreigingen die hij heeft ervaren. De rechtbank heeft de voorlopige hechtenis opgeheven en de in beslag genomen telefoon verbeurd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.138237.24 (P)
Datum vonnis: 24 juni 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1996 in [geboorteplaats] (Spanje),
ingeschreven op het adres: [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 7 mei 2025, 20 mei 2025 en van 12 juni 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. K.A. Kieft, advocaat in Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:in de periode van 13 mei 2022 tot en met 1 mei 2024 in [plaats] al dan niet samen met anderen in MDMA en codeïne, heeft gehandeld, of aanwezig heeft gehad;
feit 2:op 1 mei 2024 in Amsterdam 6,23 gram MDMA aanwezig heeft gehad;
feit 3:in de periode van 31 mei 2023 tot en met 1 mei 2024 in [plaats] al dan niet samen met anderen in hasjiesj en alprazolam heeft gehandeld of aanwezig heeft gehad;
feit 4:in de periode van 18 augustus 2022 tot en met 1 mei 2024 in [plaats] al dan niet samen met anderen zonder vergunning in alprazolam en codeïne heeft gehandeld dan wel daarin een groothandel heeft gedreven;
feit 5:in de periode van 31 mei 2023 tot en met 1 mei 2024 in [plaats] , zonder registratie, heeft gehandeld in ketamine dan wel in voorraad heeft gehad;
feit 6:in de periode van 18 augustus 2022 tot en met 1 mei 2024 in [plaats] al dan niet samen met anderen medicijnen waarvoor geen handelsvergunning geldt, te weten Alprazolam en codeïne, in voorraad heeft gehad of hierin heeft gehandeld.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 mei 2022 tot en met
1 mei 2024 te [plaats] , althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- een hoeveelheid MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende MDMA,
- een hoeveelheid codeïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende codeïne, en/of
zijnde MDMA en/of codeïne (telkens) een
middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen
krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op of omstreeks 1 mei 2024 te Amsterdam, althans in Nederland,
opzettelijk
aanwezig heeft gehad
6,23 gram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende
MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende
lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 31 mei 2023 tot en met
1 mei 2024 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of
afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft
gehad,
- een hoeveelheid hasjiesj, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende hasjiesj, zijnde hasjiesj, en/of
- een hoeveelheid alprazolam , in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende alprazolam, zijnde alprazolam en/of
(telkens) een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 augustus 2022 tot
en met 1 mei 2024 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen,
althans eenmaal, (telkens) opzettelijk,
zonder vergunning van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
(telkens) een of meer geneesmiddel(en) niet bedoeld voor onderzoek, te weten:
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende Alprazolam (xanax en/of ksalol
en/of trankimazin) en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende Codeïne,
(telkens) heeft bereid en/of ingevoerd en/of in voorraad heeft gehad en/of te koop
heeft aangeboden en/of heeft afgeleverd en/of uitgevoerd en/of anderszins binnen
of buiten het Nederlands grondgebied heeft gebracht,
dan wel een groothandel daarin heeft gedreven;
5
hij in of omstreeks de periode van 31 mei 2023 tot en met 1 mei 2024 te [plaats] ,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, zonder registratie, een hoeveelheid ketamine, althans een hoeveelheid (van
een stof bevattende) ketamine, in elk geval een werkzame stof, opzettelijk in
voorraad heeft gehad en/of afgeleverd en/of verhandeld en/of verkocht;
6
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 augustus 2022 tot
en met 1 mei 2024 te [plaats] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen,
althans eenmaal, (telkens) opzettelijk,
(telkens) een of meer geneesmiddel(en) waarvoor geen handelsvergunning geldt, te
weten:
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende Alprazolam (xanax en/of ksalol
en/of trankimazin) en/of
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende Codeïne,
(telkens) in voorraad heeft gehad en/of te koop heeft aangeboden en/of heeft
verkocht en/of afgeleverd en/of ter hand gesteld en/of heeft ingevoerd en/of
uitgevoerd en/of anderszins binnen of buiten het Nederlands grondgebied heeft
gebracht.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van de feiten 1, 3 en 5 op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken. Subsidiair heeft zij betoogd dat de ten laste gelegde periode verkort moet worden. Wat betreft de feiten 2, 4 en 6 heeft de raadvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De vaststelling van de feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van het dossier en hetgeen ter zitting is besproken de volgende feiten en omstandigheden vast.
- Inleiding
Op 9 november 2023 wordt verdachte (hierna ook: [verdachte] ) gehoord door de politie. Naar aanleiding van deze verklaring en de eerste onderzoeksbevindingen is op 9 februari 2024 het onderzoek Angora gestart. [1] [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ), [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3] ), [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] (hierna: [medeverdachte 5] ) [medeverdachte 6] (hierna: [medeverdachte 6] ) en [medeverdachte 7] (hierna: [medeverdachte 7] ) zijn verdachten in dit onderzoek. Op 1 mei 2024 worden de verdachten aangehouden en vinden er huiszoekingen plaats.
- 1 mei 2024
Op 1 mei 2024 wordt [verdachte] aangehouden in zijn woning in Amsterdam. [2] In de woning worden verdovende middelen aangetroffen.
De overwegingen van de rechtbank
Ten aanzien van de feiten 1, 3, 4 en 6
- Verklaring van [verdachte]
verklaart op 9 november 2023 bij de politie over jarenlange handel in hard-, en softdrugs en medicijnen in [plaats] . [verdachte] regelde alprozolam, ook wel xanax genoemd, vanuit Spanje en leverde dit aan onder andere [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 4] . Verder verklaart [verdachte] dat hij verdovende middelen in zijn woning bewaarde voor [medeverdachte 6] en dat hij ook zelf handelde. Hij leverde, behalve de xanax ook, ketamine, MDMA, hash en XTC.
- Verklaringen medeverdachten
Ook de medeverdachten verklaren over de rol van [verdachte] . [verdachte] is degene die aan codeïne en xanax kon komen in Spanje. Hij heeft, zo verklaart [medeverdachte 5] , de handel van [medeverdachte 6] verkocht samen met [medeverdachte 7] en [medeverdachte 4] . [medeverdachte 3] verklaart dat [verdachte] “liep” ofwel drugs verkocht, voor [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] .
- Tussenconclusie
Gezien het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] betrokken is bij de handel in soft- en harddrugs en bij de handel in medicatie.
- Medeplegen
Uit de bewijsmiddelen volgt dat [medeverdachte 5] al in 2020 aan [verdachte] vr om xanax, maar ook hasj voor hem te bestellen. [verdachte] leverde voor [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] drugs af en kocht xanax in voor meerdere medeverdachten.
Op grond van al hetgeen hiervoor is overwogen en op grond van de opgenomen bewijsmiddelen oordeelt de rechtbank dat er sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] , en tussen [verdachte] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 4] , die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering van de handel in soft- en harddrugs en medicijnen. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
- Pleegperiode
Door de raadsvrouw is ten aanzien van de feiten 1 en 3 betoogd dat de pleegperiode een kortere periode betreft dan is ten laste gelegd. De rechtbank overweegt hierover het volgende. De tenlastelegging is de grondslag van het onderzoek. Dit betekent dat de rechtbank bij de bewezenverklaring de ten laste gelegde pleegperiode moet beoordelen. De pleegperiode die de officier van justitie bewezen acht valt daarbinnen. Anders dan in strafzaken waar een ontnemingsvordering aan de orde is, is er in het kader van de bewezenverklaring geen noodzaak uit te gaan van een andere periode dan ten laste gelegd.
Bij de strafoplegging is de feitelijke periode, die dan dus afwijkt van de bewezenverklaarde periode, wel een omstandigheid die meeweegt
- Conclusie
De rechtbank komt op basis van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen en op basis van hetgeen hiervoor overwogen tot het oordeel dat de feiten 1, 3, 4 en 6 wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
Ten aanzien van feit 2
Op 1 mei 2024 wordt [verdachte] aangehouden in zijn woning aan de [woonplaats] . Tijdens de doorzoeken treffen verbalisanten een gripzakje aan met daarin beige kristallen. Er wordt een monster genomen met als SIN het nummer [code 1] . Het monster wordt onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI). Vastgesteld wordt dat de beige kristallen MDMA bevatten.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [verdachte] op 1 mei 2024 in Amsterdam opzettelijk 6,23 gram MDMA aanwezig heeft gehad.
Ten aanzien van feit 5
In artikel 38 van de Geneesmiddelenwet (Gnw) is bepaald dat er een registratie is vereist wanneer er met een werkzame stof, zoals ketamine, een van de in deze wetsbepaling vastgestelde activiteiten wordt verricht. Een van deze, als zelfstandig bestandsdeel strafbaar gestelde, activiteiten is het in voorraad hebben van geneesmiddelen of werkzame stoffen. Uit de in de bewijsbijlage opgenomen bevoegdheidsbeoordeling van 1 juli 2024 volgt dat [verdachte] niet over enige bevoegdheid beschikt.
Uit de bewijsmiddelen en uit hetgeen hiervoor al is overwogen ten aanzien van het medeplegen volgt dat [verdachte] beschikte over en handelde in ketamine.
Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] samen met [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] het in artikel 38 Gnw gestelde voorschrift heeft overtreden.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij op tijdstippen in de periode van 13 mei 2022 tot en met 1 mei 2024 te [plaats] ,
tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk
heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en/ vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- een hoeveelheid MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende MDMA,
- een hoeveelheid codeïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende codeïne,
zijnde MDMA en codeïne telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op 1 mei 2024 te Amsterdam,
opzettelijk aanwezig heeft gehad
6,23 gram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3
hij op tijdstippen in de periode van 31 mei 2023 tot en met 1 mei 2024 te [plaats] ,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- een hoeveelheid hasjiesj, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende hasjiesj, zijnde hasjiesj, en
- een hoeveelheid alprazolam, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende alprazolam, zijnde alprazolam en
telkens een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4
hij op tijdstippen in de periode van 18 augustus 2022 tot en met 1 mei 2024 te [plaats] , ,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, meermalen,
telkens opzettelijk,
zonder vergunning van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
telkens een of meer geneesmiddelen niet bedoeld voor onderzoek, te weten:
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende alprazolam en
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende codeïne,
telkens heeft ingevoerd en in voorraad heeft gehad en te koop
heeft aangeboden en heeft afgeleverd, dan wel een groothandel daarin heeft gedreven;
5
hij in de periode van 31 mei 2023 tot en met 1 mei 2024 te [plaats] ,
tezamen en in vereniging met anderen,
zonder registratie, een hoeveelheid ketamine, in elk geval een werkzame stof, opzettelijk in
voorraad heeft gehad en afgeleverd en verhandeld en verkocht;
6
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 augustus 2022 tot
en met 1 mei 2024 te [plaats] ,
tezamen en in vereniging met anderen, meermalen,
telkens opzettelijk,
telkens geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning geldt, te
weten:
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende alprazolam en
- een hoeveelheid van een materiaal bevattende codeïne,
telkens in voorraad heeft gehad en te koop heeft aangeboden en heeft
verkocht en afgeleverd enter hand gesteld en heeft ingevoerd.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet, de artikelen 18, 38 en 40 van de Geneesmiddelenwet en artikelen 1, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten (WED). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
feit 2
het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3
het misdrijf: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 4
het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 18, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan;
feit 5
het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 38, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan;
feit 6
het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 40, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf wordt opgelegd voor de duur van 36 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Hierbij moet een proeftijd van 3 jaren opgelegd worden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en met de eendaadse samenloop tussen de feiten 4 en 6.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere strafbare feiten. Hij had een rol in de handel op grote schaal in drugs en medicijnen. Zowel de handel in drugs als de handel in medicijnen vormen in het algemeen een bedreiging voor de volksgezondheid en in het bijzonder voor de afnemers. De middelen zijn zeer verslavend en een overmatig gebruik ervan kan tot zeer ernstige gezondheidsrisico’s leiden. Daarnaast gaat de handel in drugs en medicijnen gepaard met vele andere vormen van criminaliteit zoals diefstal en geweld. Dit veroorzaakt schade en overlast in de samenleving. In het geval van verdachte geldt nog specifiek dat hij degene is geweest die de handel in xanax, dat hij zelf kreeg op doktersrecept in Spanje, in [plaats] is gestart en daarmee bekenden van hem verslaafd heeft gemaakt.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 11 oktober 2024. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het over verdachte opgemaakte reclasseringsrapport van 17 april 2025.
Hieruit blijkt dat verdachte bij de reclassering gesignaleerd staat met veiligheidsrisico’s. Dit omdat hij met de dood is bedreigd. Hij moest een tijd in het buitenland verblijven wegens deze dreiging. Verdachte toont probleembesef, is schuldbewust en heeft geen pro-criminele houding. Hij is gestopt met blowen en met het gebruik van xanax nadat hij in detentie als gevolg hiervan een psychotische aanval heeft gehad. De recidiverisico’s, het risico op letsel en het risico op het onttrekken aan voorwaarden worden ingeschat als laag.
De reclassering ziet geen risicofactoren, wel zijn er veel beschermede factoren. Onder andere worden genoemd de twee banen die verdachte heeft, de stabiele huisvesting en het abstinent zijn van verdovende middelen. Reclasseringstoezicht wordt dan ook niet nodig geacht.
De strafmodaliteit en de hoogte daarvan
Verdachte heeft een belangrijke rol gespeeld bij de jarenlange handel in drugs en medicijnen. Wat betreft de handel in de zeer verslavende xanax, wordt hij als de aanstichter beschouwd omdat hij vanuit Spanje aan deze medicatie kon komen. Het gaat hierbij om ernstige feiten waar doorgaans hoge gevangenisstraffen op zijn gesteld en ook worden opgelegd.
Hoewel de rechtbank oog heeft voor de positieve stappen die verdachte in zijn leven heeft gezet t ziet de rechtbank, gelet op de ernst van de feiten, geen andere mogelijkheid dan aan verdachte een gevangenisstraf van aanzienlijke duur op te leggen. Met name de omvang en periode waarin gehandeld is maken dat een andersoortige straf geen recht doet aan de ernst van de feiten. De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf in aanzienlijke mate rekening gehouden met de proceshouding van verdachte. Hij heeft open kaart gespeeld. Hij is bedreigd en mishandeld en heeft een tijd ondergedoken moeten zitten bij familie in Duitsland. De rechtbank zal daarom het maximaal mogelijke deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen. . Ook heeft de rechtbank rekening gehouden met de van toepassing zijnde samenloopbepalingen.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan 24 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, passend en geboden. Dit met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank overweegt dat de voorlopige hechtenis van verdachte op 15 mei 2024 is geschorst. Verdachte is daarmee in de gelegenheid gesteld om aan zichzelf te werken, wat hij ook heeft gedaan. Toen was er ook nog geen zicht op inhoudelijke behandeling en van die omstandigheid is nu geen sprake meer. Dit in combinatie met de gevangenisstraf die aan verdachte wordt opgelegd is de rechtbank van oordeel dat de schorsing van de voorlopige hechtenis moet worden opgeheven.
6.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de inbeslaggenomen telefoon verbeurd verklaard moet worden.
De raadsvrouw heeft verzocht de telefoon aan verdachte te retourneren omdat er voor verdachte belangrijke foto’s op staan.
De rechtbank is van oordeel dat het op de beslaglijst vermelde telefoontoestel (Apple iPhone 14 Pro, zwart) met goednummer 3206484 moet worden verbeurd verklaard omdat het een voorwerp betreft met betrekking tot welke de feiten zijn begaan.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 55 en 57.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1,het misdrijf: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
feit 2,het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3,het misdrijf: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 4,het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 18, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan;
feit 5,het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 38, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan;
feit 6,het misdrijf: medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 40, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet, opzettelijk begaan;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
24 (vierentwintig) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd het in beslag genomen voorwerp, te weten het op de beslaglijst genoemde voorwerpen onder nummers 3206484 (Apple Iphone 14 Pro, zwart);
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. M.A.H. Heijink en mr. T.H. Kapinga, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.H. Bomans-Weekhout, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 24 juni 2025.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, onderzoek Angora met nummer ON1R024004 van 27 augustus 2024. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Ten aanzien van de feiten 1, 3, 4, 5 en 6
1. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 9 november 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 2054, 2057-2066):
Vorig jaar, september 2022, ben ik naar [medeverdachte 3] [de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3] ] toe gegaan. Daar kwam [medeverdachte 6] ook. Hij deed zich voor als een soort leider. Hij regelde naar mijn mening van alles. Op een gegeven moment zag ik dat [medeverdachte 6] een mobiele telefoon aan [medeverdachte 5] [de rechtbank begrijp: [medeverdachte 5] ] gaf. Ik hoorde [medeverdachte 6] zeggen :"Dit is jouw klantentelefoon, hiermee ga je klanten benaderen en een klantenlijn opzetten.”
In oktober 2022, zaten we weer bij [medeverdachte 5] in de woning. [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] en ik waren aanwezig. Ik hoorde [medeverdachte 6] zeggen: "Het wordt te gevaarlijk om het spul op één plek te hebben. Ik wil het verdelen".
Ik zag dat hij mij aankeek. Ik hoorde hem zeggen; "We kunnen ook iets bij jou in de woning leggen voor geld”. [medeverdachte 6] is in februari of maart 2023 bij me gekomen met een tas. Het was een paars met rood gestreepte rugzak. [medeverdachte 6] liet me zien wat erin zat en ik hoorde hem zeggen dat het volgende in de tas zat: Ketamine, 3mc, MDMA in kristalvormen XTC pillen. De pillen waren blauw, roze en gele pillen met verschillende vormen.
V: Hoelang moest jij deze bewaren?
A: De tas zou drie tot vier maanden bij mij staan en daar zou ik ongeveer 700 euro voor krijgen.
V: Welke personen wisten dat jij deze tas voor [medeverdachte 6] bewaarde?
A: Verder wisten [medeverdachte 4] [de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 4] ], [medeverdachte 7] en [medeverdachte 5] het. Een paar dagen later, ook nog voor mijn vakantie, kwam ik erachter dat [medeverdachte 5] de rechterhand was van [medeverdachte 6] . Ik was bij [medeverdachte 5] in de woning. Daar was [medeverdachte 6] ook weer. Ik hoorde [medeverdachte 6] aan ons allebei vragen om lphones te regelen. Ik hoorde [medeverdachte 6] zeggen dat hij er Lebara simkaartjes in zou stoppen. [medeverdachte 6] wilde een nieuwe en grotere lijn opzetten.
Als ik wilde kon ik ook een telefoon krijgen om een lijn op zetten en een soort van linkerhand van [medeverdachte 6] te worden. [medeverdachte 5] wilde dit niet doen en zei: "Geef het geld maar aan [verdachte] ". Het was 500 euro. Eén briefje van 100 euro en de rest briefjes van 50 euro.
Ik moest dat geld op mijn bankrekening storten en daarmee de telefoons kopen.
Ik heb dit niet gedaan. Ik heb het geld wel op mijn rekening gestort, maar zelf opgemaakt.
Een lijn is een nieuw telefoonnummer waar klanten bestellingen op kunnen plaatsen. Een drugslijn dus. [medeverdachte 6] wilde regelmatig wisselen van nummers in verband met de veiligheid. Ik moet eerlijk zeggen dat ik wel eens alprazolam heb gekocht voor [medeverdachte 6] . Op straat noemt met dit "Xanax". Dit is het antidepressivum dat ik ook in Spanje voorgeschreven heb gekregen. Ik heb het geregeld via mijn neef in Spanje. Hij kent gevaarlijke mensen in Spanje. Ik maakte geld over naar mijn neef en hij zou alles regelen en versturen met de post. Ik heb twee doosjes gekocht. Ik zei tegen [medeverdachte 6] dat het gevaarlijk spul is. [medeverdachte 6] wilde het voor zichzelf hebben. Hij gebruikte het en raakte helemaal van het padje. Hij gebruikt het nu nog steeds. [medeverdachte 5] ook. [medeverdachte 6] regelt het nu zelf en verkoopt het ook. Ik weet niet precies hoe [medeverdachte 6] het nu regelt. Ze hebben zelf onderzoek gedaan. Dit gaat onder andere via Telegram.
O: jij verklaarde dat [medeverdachte 5] de rechterhand was van [medeverdachte 6] .
A: Zijn meest vertrouwelijke persoon voor het geld en de drugs. Als [medeverdachte 6] iets zou overkomen, zou [medeverdachte 5] het over kunnen nemen.
O: Jij verklaarde Xanax te hebben gekocht voor [medeverdachte 6]
V: Voor welk bedrag had je gekocht?
A: Het zijn potten met 50 stuks van 2 mg. Op straat kost zo'n potje tussen de 50 en 60 euro.
V: Wat levert zo'n potje op?
A: Ik denk zo'n 200 4 300 euro per potje. [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] verkochten de potten in het geheel, maar ook losse pillen. Bijvoorbeeld 5 pillen voor 40 euro. Ik heb één keer een lading van acht potten gekocht voor [medeverdachte 6] met 500 euro die ik van hem heb gekregen. Dat was in juli 2023.
V: Staan er zaken in jouw mobiele telefoon die dingen kunnen aantonen?
A: Ja zeker wel. Onder andere in Whatsapp. [medeverdachte 6] heeft een tweede telefoon en tweede nummer. Hij staat in mijn contactenlijst onder [alias 4], net als de winkel.
[medeverdachte 5] heeft ook een tweede nummer en staat als [alias 3] in mijn contacten.
V: Heb je verder nog namen in jouw contacten staan die hiermee te maken hebben?
A: Ik heb [medeverdachte 4] [medeverdachte 1] in mijn lijst staan als onder andere " [alias 1] " en " [alias 2] ".
V: Wat is de rol van [medeverdachte 4] [medeverdachte 1] ?
Ik hoorde [medeverdachte 4] zeggen dat hij van [medeverdachte 6] had gehoord dat ik dingen kon regelen. Ik hoorde [medeverdachte 4] zeggen dat hij de Alprazolam bedoelde. Ik zei tegen hem dat dat klopte. De vriendin van [medeverdachte 4] stond hier gewoon bij. We hebben ongeveer een week later een afspraak gemaakt bij mij thuis. [medeverdachte 4] gaf mij een bedrag. Dit was 500 euro aan briefgeld. Grootste coupure was 50 euro. Ik hoorde [medeverdachte 4] zeggen: "Regel het maar". Ik heb het geld aangepakt, maar heb er niet de alprazolam voor gekocht.
V: Wat is de rol van [medeverdachte 7] ?
A: [medeverdachte 7] is volgens mij de rechterhand van [medeverdachte 4] . Ze zijn altijd samen. Het geld dat ik kreeg voor de Alprazolam, heb ik van [medeverdachte 7] gekregen.
V: Heb je zelf wel eens gehandeld?
A: Ja. Het ging via de telefoon van de rechterhand van [medeverdachte 6] , dus [medeverdachte 5] .
[medeverdachte 5] kreeg dan een bericht op zijn telefoon op zijn naam " [alias 3] ", via Whatsapp van een klant. In zo’n appje staat dan wat iemand wil en hoeveel en de vraag wat het kost.
Vervolgens beantwoord [medeverdachte 5] de vragen van de klant en spreekt een locatie af voor de overdracht van de drugs. Of [medeverdachte 5] ging er zelf naartoe of hij vroeg mij om er naartoe te gaan om te leveren. Ik kreeg hier dan 10 á 20 euro voor. Ik denk dat ik zo'n 20 á 30 klanten gedaan. Ik leverde dan alles, behalve cocaïne. Ik leverde ketamine, MDMA, 3MC, XTC, hash en Xanax.
V: Waar lag de drugs?
A: Eén tas bij mij en een tas bij [medeverdachte 5] .
Ik weet dat [medeverdachte 6] ook nog andere mensen aanstuurde, maar ik weet niet wie dat zijn.
V: Wie bepaalde de locatie van de overdracht?
A: Of [medeverdachte 6] of [medeverdachte 5] .
2. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 2 mei 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 2078-2082 en 2085 ):
[medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] benaderden mij nog wel telkens. Tussen Februari/April 2024 ben ik weer teruggevallen in het contact met hen. Ik liet het weer toe. Zodoende kwam ik weer in aanraking met de vicieuze cirkel.
V: Concreet, betekent dit [verdachte] dat je toen weer bestellingen ging doen?
A: Ja dat klopt. Ik ben weer met de verkoop van potten Xanax begonnen. Ik heb altijd wel een of twee potten in huis gehad voor mezelf. Vervolgens kwam het contact met de jongens weer. Ik heb toen potten Xanax besteld voor [medeverdachte 7] en [medeverdachte 4] . [medeverdachte 6] weet ik niet meer zeker maar ik denk dat het via [medeverdachte 7] ook naar hem ging. [medeverdachte 7] wilde grotere hoeveelheden bestellen. Hij wilde met mij naar Spanje, een auto vol ophalen. Dat heb ik niet gedaan. Ik had nu weer werk en dat wilde ik niet verpesten. Ik heb potten voor [medeverdachte 7] en [medeverdachte 4] vanuit Spanje voor hen besteld. Ik had dus het idee dat [medeverdachte 7] het voor [medeverdachte 6] bestelde.
V: Waarom had je het idee dat [medeverdachte 7] voor [medeverdachte 6] bestelde?
A: Ik had het vermoeden dat [medeverdachte 7] het voor [medeverdachte 6] bestelde om dat [medeverdachte 6] verslaafd aan Xanax is. Ik denk dat [medeverdachte 6] het zelf wilde verkopen. [naam 1] , een vriend van [medeverdachte 6] , benaderde mij ineens via Snapchat om Xanax te krijgen. Ik had het vermoeden dat dit via [medeverdachte 6] ging, hij is een goede vriend van [medeverdachte 6] .
V: Om wat voor hoeveelheden ging dit?
A: Je hebt potten van 30 stuks of 50 stuks. Potten van 50 stuks kosten 200 a 250 euro voor de verkoop hier. [medeverdachte 5] en ik vroegen dit bedrag vorig jaar. Voor mij was het een spelletje. Het was een soort kartel daar in [plaats] met al die jongens. Wij ( [medeverdachte 5] en Ik) waren een soort van loopjongens voor [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] .
V: Hoe zorgde jij ervoor dat die potten Xanax bij [medeverdachte 7] kwamen?
A: Ik deed de bestelling in Spanje. Ik kreeg de potten via de post op mijn eigen adres. Ik stuurde ze dan via de post rechtstreeks naar [medeverdachte 7] zijn adres. [medeverdachte 7] kreeg de potten van mij via de post naar Hengelo, Berfoplein, bij de supermarkt. Daarna moest het naar [plaats] worden verstuurd, op verzoek van [medeverdachte 4] .
V: Waarom naar [plaats] ?
A: [medeverdachte 4] wilde het rechtstreeks zelf hebben. Hij wilde niet meer dat het via [medeverdachte 7] ging maar naar hemzelf. Ik verstuurde de potten Xanax naar [plaats] , bij de Plus (supermarkt) ophaalpunt van de post.
V: Waarom ben je dan toch weer gaan handelen?
A: Ik ben weer teruggevallen. Ik wilde ze eigenlijk elimineren. Ik wilde dit doen om bewijs te vergaren voor de politie. Ik was voornemens om naar de politie hiermee te gaan.
Ik had anders aangifte willen doen en op die manier willen laten zien dat zij in de handel
zaten. Het was stom van mij.
V: Ging het bij jou alleen om de bestelling van Xanax of om nog meer?
A: Alleen de Xanax. had een recept vroeger in Spanje hiervoor. Ik had contacten in Spanje en via mij kon het makkelijk besteld worden. Daarom was ik nog steeds diegene die bestelde.
V: [medeverdachte 6] had het over het feit dat je hem niet moest verlinken. Waarom begon hij hierover? Is hij daar bang voor?
A: Dit doet hij bij elk gesprek.
V: Waarom zou [medeverdachte 6] dit doen denk je?
A: Omdat ik alles weet van hem, wij deden alles samen.
V: Wat deden jullie allemaal samen?
A: Ik hielp met inpakken van de tassen met drugs, wapens, munitie. Alles wat hij had, ik mocht dat spul nooit zonder handschoenen aanraken. Daar werd ik toen ook bang van. Ik moest de tas bij me houden en daar kreeg ik geld voor. [medeverdachte 6] kwam toen gemaakte afspraken niet na, dat vond ik vervelend en dat besloot mij dat ik dan er mee stopte of weg was bij ze.
V: Met wie heb je toen contact gehouden van de groep uit [plaats] ?
A: Het is echt even een tijdje stil geweest met iedereen. Ik kreeg vervolgens weer contact met [medeverdachte 7] en [medeverdachte 4] .
V: En [medeverdachte 5] ?
A: Die sprak ik heel af en toe nog wel. Ik hoorde toen van de overval bij [medeverdachte 5] . Ik zag toen foto's en dat zag er niet goed uit. Ik dacht toen gelijk dat [medeverdachte 7] dit had gedaan.
V: Hoe lang heb je aan [medeverdachte 5] geleverd en om wat voor hoeveelheden ging dit?
A: Het ging vooral om hoestsiroop en Xanax.
V: Op 17 april om 11:33 uur word je gebeld door [medeverdachte 7] . [medeverdachte 7] geeft aan dat hij iets geregeld heeft met iemand, volgens jou was de afspraak dat je 140 zou krijgen. Kun jij je dit gesprek herinneren en waar ging dit over?
A: Ja, dat ging over Xanax. Ik weet dit nog goed. Dit was dat ik dacht, hier kan ik het contact mee verbreken hierna, nu heb ik bewijs. Ik heb toen voor [medeverdachte 7] besteld inderdaad. [medeverdachte 4] kwam toen ook weer op de lijn bij mij. Ik hoorde van [medeverdachte 7] dat [medeverdachte 4] niet meer op [medeverdachte 7] vertrouwde en [medeverdachte 7] niet meer op [medeverdachte 4] . Ze kwamen dus apart van elkaar bij mij om te bestellen. Met 140 bedoel ik 140 euro.
V: Je zou voor vijf donnies regelen dat alles in proces wordt gezet en dat het vrijdag klaar is. Jij hebt het gister gevraagd en de drankies/trankies zijn ready. Kun je dit toelichten?
A: Drankjes/Trankies dat zijn de potjes Xanax. Ik bestelde ze voor [medeverdachte 7] maar tegelijkertijd had ik door dat [medeverdachte 7] en [medeverdachte 4] elkaar niet meer vertrouwden en ik ook voor [medeverdachte 4] ging bestellen omdat hij daarom vroeg. Ik bestel alleen op verzoek van mensen. Met vijf donnies wordt vijftig euro bedoeld, een (1) donnie is een tientje.
3. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 5] van 7 mei 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1858, 1859, 1867 en 1870):
V: Hoe is de handel in drugs/medicatie begonnen en wie deden hier in het begin allemaal aan mee?
Het eigenlijk begonnen bij [verdachte] , ik denk drie jaar geleden. Hij had in Spanje familie en vrienden die codeïne en Xanax voorgeschreven kregen. Ook had hij iemand die het daar illegaal kon verkrijgen. [verdachte] liet het toen meerdere malen naar ons in Nederland versturen. Het begon voor eigen gebruik en van daaruit zijn we de handel in gegaan om extra geld te verdienen.
V: Waarom is eind vorig jaar ruzie ontstaan tussen [verdachte] en jullie groep?
A: Hij zou op de handel van [medeverdachte 6] letten maar hij heeft die handel samen met [medeverdachte 4] en [medeverdachte 7] verkocht. 4mmc MDMA ketamine XTC pillen, alleen maar harddrugs
4. Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 1] van 21 november 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 716, 717, 728, 736, 744, 745 en 753):
Op donderdag 9 november 2023 werd bij de verdachte [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1996 te [geboorteplaats] , Spanje, een mobiele telefoon inbeslaggenomen.
De inbeslaggenomen telefoon werd geregistreerd onder goednummer PL0600-2023511758/3090358.
Toestel informatie
Model : iPhone 14 Pro
IMEI : [nummer 1]
Apple ID : [e-mailadres 1]
Last used MSISDN : + [telefoonnummer 1]
Verdachte [verdachte] verklaart dat " [medeverdachte 6] , " [medeverdachte 6] " en " [medeverdachte 6] ", dezelfde persoon zijn namelijk, [medeverdachte 6] , hierna te noemen verdachte [medeverdachte 6] .
[alias 3] betreft [medeverdachte 5] , hierna te noemen verdachte [medeverdachte 5] .
[alias 1] betreft [medeverdachte 4] [medeverdachte 1] , hierna te noemen verdachte [medeverdachte 1] .
[Afbeelding]
Op zaterdag 21 januari 2023 om 03:12 uur, vraagt " [medeverdachte 6] " aan verdachte [verdachte] of, wanneer hij ,,clannies” heeft, verdachte [verdachte] deze wil doen. Met "clannies" worden klanten bedoeld.
Van maandag 6 november 2023 tot woensdag 8 november 2023 zijn meerdere video's en
afbeeldingen verstuurd door verdachte [verdachte] naar [e-mailadres 2] .
Op de stills en afbeeldingen zijn zakjes wiet/hash en pillen te zien.
Op woensdag 18 oktober 2023 stuurt [verdachte] een spraakbericht naar [medeverdachte 5] . Een relevant deel uit het bericht wordt hieronder weergegeven:
“(…) Ik heb het hele blok gerund een jaar lang bro. Je kan wel klanten hebben en [alias 3] zijn en blabla. Heb je zelf niet eens opgebouwd”.
Uit bovenstaand (chat)gesprek blijkt, dat verdachte [verdachte] en “ [medeverdachte 5] ” beiden handelen in medicijnen waaronder "Trankimazin" ofwel Xanax, "Oxies" ofwel Oxicodon en “Tos” ofwel Toseina Lean Syrup. Deze laatste wordt gebruikt voor de productie van "Lean", een hoestdrank gemixt met frisdrank. De werkzame stoffen zijn Codeïne en promethazine.
Op dinsdag 23 mei 2023 om 16:30 uur, stuurt verdachte [verdachte] een foto van twee flessen Toseina en een fles paracodine (ook een hoestsiroop). Verdachte [medeverdachte 5] antwoord hierop: "Zou ik die op me [alias 3] zetten?” Verdachte [verdachte] geeft aan dat hij wel een video wil maken, waarop verdachte [medeverdachte 5] reageert met: "Stuur naar die [alias 3] op app” en “Dan gooi ik op me status”.
Op zaterdag 19 augustus 2023 om 17:53 uur, wordt gesproken over het feit, dat verdachte [verdachte] , op de pof, "assie" ofwel hasj van verdachte [medeverdachte 5] heeft verkocht aan “clannies” ofwel klanten van verdachte [medeverdachte 5] . Verdachte [verdachte] zegt dat dat klopt en dat [medeverdachte 6] al gezegd had dat het niet oké was.
Uit al het bovenstaande blijkt dat er volop gehandeld wordt in medicatie en drugs, en dat de handel plaatsvindt via Whatsapp en lnstagram.
5. Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 2] van 8 augustus 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 758, 759 en 762):
Op 1 mei 2024 werd de woning, gelegen aan de [woonplaats] , doorzocht. In deze woning verbleef verdachte [verdachte] Jogmes [verdachte] . Tijdens de doorzoeking werd onder meer een iPhone 14 inbeslaggenomen. Op 8 augustus 2024 werd een proces-verbaal opgemaakt waarin de gebruiker van deze iPhone is geïdentificeerd. Uit deze identificatie komt naar voren dat [verdachte] de gebruiker van de iPhone 14 is.
In de veiliggestelde data van de iPhone 14 werd een whatsappconversatie aangetroffen tussen gebruiker ' [accountnaam 1] ' en gebruiker ' [accountnaam 2] (owner). Uit onderzoek Angora komt naar voren dat telefoonnummer + [telefoonnummer 2] in gebruik is bij verdachte [medeverdachte 7] en dat telefoonnummer wordt gebruikt door verdachte [verdachte] .
Het chatgesprek start op 5 april 2024. Gebruiker [accountnaam 1] informeert hoe het met de tracking gaat. Vervolgens wordt door gebruiker [accountnaam 2] een afbeelding verzonden. Vermoedelijk is op de afbeelding een pakbon van een bestelling te zien, dan wel verzendinformatie van een bestelling. Verder stuurt [accountnaam 2] : 'Ik heb 396 plus de verzend betaald. Ik krijg nog 95 + 25 euro verzend'. Gebruiker [accountnaam 1] stuurt dat hij het vandaag krijgt en anders hopelijk morgen. Vervolgens krijgen beide gebruikers vermoedelijk een discussie over de betaling.
In bovenstaand gesprek noemt gebruiker [accountnaam 2] de naam ' [alias 2] '. Uit onderzoek Angora blijkt dat dit de bijnaam van verdachte [medeverdachte 4] [medeverdachte 1] betreft. Uit bovenstaande chatberichten komt naar voren dat [alias 2] ( [medeverdachte 4] [medeverdachte 1] ) aan [verdachte] heeft gevraagd of [verdachte] ook potten voor hem kon bestellen. Uit onderzoek Angora komt verder naar voren dat de verdachten onderling vaker spreken over potten. Hiermee worden waarschijnlijk potten met daarin medicatie, zoals Xanax, bedoeld. Uit de daaropvolgende berichten komt naar voren dat gebruiker [accountnaam 1] niet betaald.
6. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 7] van 13 mei 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1716, 1717, 1720 en 1721):
V: Tijdens ons onderzoek hebben we vastgesteld dat jouw telefoonnummer [telefoonnummer 2] betreft, klopt dat?
A: Klopt dat is mijn nummer. Ik heb Xanax besteld bij [verdachte] . Ik heb er jammer genoeg geen winst uit gehaald. Ik wilde twee potten voor mezelf. Ik heb zes potten gekregen. [verdachte] heeft de potten geregeld en ik heb [verdachte] daarvoor betaald. Iemand anders had een keer van mij gekocht in bitcoins. Die had voor 250 euro betaald, toen was ik
genaaid. Dus heb ik restant potten aan hem gegeven.
7. Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] van 13 mei 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1984, 1990, 1991 en 1993):
V: In dit onderzoek zijn meerdere verdachten opgepakt, zoals je hebt kunnen lezen in het
politiedossier. Wij denken dat er sprake was van een soort samenwerking tussen deze verdachten.
Wat kun jij vertellen over deze samenwerking?
A: Ja niet zoveel. Ik weet dat [medeverdachte 5] medicijnen verkoopt. Ik weet dat [medeverdachte 6] een soort harddrugs verkoopt. Van [verdachte] weet ik dat hij heeft gelopen voor [medeverdachte 5] . Wat ik begreep werden ze betaald, ze kregen een 10tje per klant. Als er een samenwerking is geweest dan zal dat met [verdachte] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] zijn geweest.
V: Wat voor rol had [verdachte] als we het hebben over de handel in drugs en/of medicatie?
A: Ja, wat ik zeg is dat [verdachte] weleens gaat lopen als het druk is. Omdat hij geen geld heeft ging hij voor [medeverdachte 5] of [medeverdachte 6] lopen. Vanuit [medeverdachte 5] zijn kamer werd de handel gedaan.
V: Wat doe je als je loopt?
A: Drugs verkopen
8. Een geschrift, met bijlage, als bedoeld in artikel 344 eerste lid, onder 3 Sv, de bevoegdheidsbeoordeling 24-095, opgesteld door [verbalisant 3] van 11 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina's 2051-2053):
Ik heb een bevoegdheidsbeoordeling opgesteld betreffende
[verdachte] , geboren [geboortedatum 1] 1996 te [geboorteplaats] (Spanje).
Conclusies
Aan verdachte is geen fabrikanten- of groothandelaarsvergunning verleend als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet. Krachtens artikel 18, eerste lid, Geneesmiddelenwet is een dergelijke vergunning vereist om bepaalde handelsactiviteiten te mogen verrichten, waaronder in voorraad hebben, met geneesmiddelen.
Krachtens artikel 40, tweede lid, Geneesmiddelenwet is het verboden bepaalde activiteiten te verrichten, waaronder in voorraad hebben, met geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning is verleend voor de Nederlandse markt.
Verdachte staat niet geregistreerd als apotheekhoudende of dierenarts en daarmee valt verdachte niet onder de uitzonderingen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Opiumwet. Aan verdachte is tevens geen ontheffing verleend als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Opiumwet. Het krachtens artikel 2 en/of 3 Opiumwet gestelde verbod om bepaalde handelsactiviteiten te verrichten, waaronder aanwezig hebben, met middelen als bedoeld in respectievelijk lijst I of II behorende bij de Opiumwet is op verdachte onverminderd van toepassing.
Hiermee beschikt verdachte niet over enige bevoegdheid tot het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten met een geneesmiddel als bedoeld in de Geneesmiddelenwet en/of met een middel als bedoeld in lijst I of II behorende bij de Opiumwet.
9. Het proces-verbaal van bevindingen, met bijlagen, opgemaakt door [verbalisant 4] van 23 februari 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 383-384, 399, 406-407 en 488-490):
De telefoon is in beslag genomen onder [medeverdachte 5] , geboren op [geboortedatum 2] 1999 en gebruikers accounts op naam van [medeverdachte 5] bevestigen dat deze telefoon bij hem in gebruik was.
accounts waarmee chatgesprekken zijn gevoerd waaruit de strafbaar gestelde handel in drugs en medicatie bleek. Uit de telefoon bleek namelijk dat door [medeverdachte 5] met regelmaat grote hoeveelheden aan verschillende soorten drugs en medicijnen werden aangekocht.
Uit het account [alias 3] bleek dat [medeverdachte 5] op 29-09-2022 via Telegram de eerste afspraak maakt om een behoorlijke partij hasj aan te kopen ter waarde van 8000 euro.
Op het laatst stuurt [alias 3] een foto van de exacte locatie waar hij wacht op de verkoper. Het goed dat werd verhandeld betrof Oxy (Oxycodon) ter waarde van 810 euro.
Ook met medeverdachten uit dit onderzoek werden vele chatgesprekken gevoerd waaruit het handelen in verboden middelen bleek
Er is onderzoek gedaan naar de gegevens uit de volgende smartphone.
Telefoon
Merk : Apple
Type : iPhone 15 Pro (A3102)
IMEI : [nummer 2] / [nummer 3]
Goednummer : 3143998
Op nummer + [telefoonnummer 3] heeft [medeverdachte 5] contact met + [telefoonnummer 4] [accountnaam 3] sinds 31-12-2015. Op 15-6-2020 geeft [medeverdachte 5] aan dat hij wil dat [verdachte] hasj maar ook Xans (Xanax) voor hem besteld omdat een ander dat wil hebben.
Ook geeft [verdachte] aan dat hij geld naar Spanje over gaat maken en dat de Lean vrijdag binnenkomt. Het lijkt erop dat [verdachte] hier een drugslijn begint. Contact loopt tot 3-11-2021.
BIJLAGE 15 [verdachte] - [medeverdachte 5]
Communicatie tussen gebruikers:
[verdachte]
NN
[Afbeeldingen]
Ten aanzien van feit 2
1. Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 5] van 13 mei 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1564 en 1565):
Op 1 mei 2024 trof ik in de slaapkamer aan de [woonplaats] :
[verdachte] , [geboortedatum 1] -1996 (27 jr.), man, BSN: [nummer 4] , [woonplaats] .
Verdovende middelen:
- Gripzakje met tekst xtc light, 20 blauwe pillen met doodshoofd
- Gripzakje opschrift letter m, beige kistallen
2. Een geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid, onder 5 Sv, de kennisgeving van inbeslagneming, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 2377):
Inbeslagneming
Plaats : [woonplaats]
Datum : 1 mei 2024
Beslagene
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte]
Geboren : [geboortedatum 1] 1996
Volgnummer 1
Goednummer : PL0600-2023511758-
3207581
Bijzonderheden : Gripzakje opschrift letter m, beige kistallen
Sealbagnummer : [code 2]
3. Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen opgemaakt door [verbalisant 6] en [verbalisant 7] van 25 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 1264, 1266, 1277 en 1281):
De volgende onderzoeksitems zijn aangeboden voor onderzoek:
Uniek voorwerp nummer : [code 1]
BVH Goednummer : G3207581
Object omschrijving : Afgesloten sealbag met nummer: [code 2] met daarin een gripzak met daarop een wietblad met daarin beige gekleurde kristalachtige poeder en brokjes
Kleur : Beige
Nettogewicht : 6,23 gram
4. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 4 Sv, het rapport NFiDENT opgemaakt door ing. [verbalisant 8] van 19 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 1575):
[Afbeelding]
MDMA is vermeld op lijst I van de Opiumwet.

Voetnoten

1.Het algemeen relaas opgemaakt door [verbalisant 2] van 27 augustus 2024, pagina’s 7 en 8.
2.Het proces-verbaal van aanhouding van 1 mei 2024, pagina’s 2039-2040.