Deze uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag van eiser om een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Eiser heeft deze uitkering aangevraagd omdat hij op 16 september 2023 bedreigd is met een vuurwapen en er drie keer op hem is geschoten. De Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven (CSG) heeft de aanvraag afgewezen, omdat zij van mening is dat eiser een eigen aandeel heeft gehad in het geweld. Eiser is het niet eens met deze afwijzing en stelt dat het beleid van de CSG onredelijk is en dat de gevolgen van dit beleid onevenredig zijn in verhouding tot de doelen die het beleid dient. De rechtbank heeft de zaak op 21 mei 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser en een vertegenwoordiger van de CSG via videobelverbinding aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de CSG zich op het standpunt heeft mogen stellen dat eiser een eigen aandeel in het geweld heeft. Eiser heeft in het verleden actief deelgenomen aan de drugswereld, en het schietincident is een gevolg van deze betrokkenheid. De rechtbank concludeert dat het beleid van de CSG niet onredelijk is en dat de afwijzing van de aanvraag gerechtvaardigd is. Eiser krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard. De rechtbank wijst erop dat de CSG niet van haar beleid heeft hoeven afwijken, omdat er geen bijzondere omstandigheden zijn die dat rechtvaardigen. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.