Uitspraak
handelend onder de naam [bedrijf],
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord van 31 januari 2025, met als bijlage bankafschriften van 2020 t/m 2024,
- de akte overlegging producties van [eiser] van 14 mei 2025 met producties 3 tot en met 9,
3.De feiten
4.Het geschil
- om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 7.653,53, bestaande uit de hoofdsom van € 5.773,83, buitengerechtelijke incassokosten van € 663,69, wettelijke handelsrente over de hoofdsom tot en met 8 januari 2025 berekend op € 1.216,01, en te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 9 januari 2025;
- in de proces- en nakosten van deze procedure.
5.De beoordeling
- een machtiging doorlopende SEPA Incasso, ondertekend door [gedaagde] op 29 januari 2020. Als kenmerk van deze machtiging staat benoemd: “Verrekening openstaande facturen”:
- een mailbericht van 22 september 2022 van [naam] aan [e-mailadres]. In dit bericht staat onder andere: “