ECLI:NL:RBOVE:2025:4143

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 juni 2025
Publicatiedatum
25 juni 2025
Zaaknummer
08.116276.24 en 08.296957.24 (ttz. gev.) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor opzettelijk brand stichten met gemeen gevaar voor goederen

Op 26 juni 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van opzettelijk brand stichten, met gemeen gevaar voor goederen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 487 dagen, waarvan 100 dagen voorwaardelijk, en heeft hem verplicht tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partij, Mr. Sushi, ter hoogte van € 413,40. De verdachte is schuldig bevonden aan het in brand steken van containers op 22 maart 2024 in Steenwijkerland, waarbij gemeen gevaar voor goederen is ontstaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks zijn ontwikkelingsstoornis en pyromanie, strafbaar is voor de bewezen feiten. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 16 maanden geëist, maar de rechtbank heeft een lagere straf opgelegd, rekening houdend met de verminderde toerekenbaarheid van de verdachte. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en opname in een zorginstelling, om het recidiverisico te beperken. De uitspraak is gedaan na meerdere zittingen en op basis van de bewijsvoering, waaronder verklaringen van de verdachte en getuigen, en camerabeelden.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08.116276.24 en 08.296957.24 (ttz. gev.) (P)
Datum vonnis: 26 juni 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2004 in [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 4 juli 2024, 26 september 2024, 28 november 2024, 13 februari 2025 en 12 juni 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. U. Ural, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
parketnummer 08.116276.24
op 22 maart 2024 in [plaats 1],
feit 1:(aan de [adres 1]) de inhoud van een container in brand heeft gestoken waardoor gemeen gevaar voor goederen is ontstaan
dan weldat hij die container heeft vernield;
feit 2:(aan de [adres 2]) de inhoud van een of meerdere containers in brand heeft gestoken waardoor gemeen gevaar voor goederen is ontstaan
dan weldat hij die containers heeft vernield;
parketnummer 08.296957.24
in de periode van 3 tot en met 4 februari 2024 in [plaats 2] een flesje en/of een brandbare stof en/of de inhoud van de prullenbak in een toilethok in brand heeft gestoken waardoor gemeen gevaar voor goederen is ontstaan
dan weldat hij een prullenbak, gietvloer, tegels, plafondplaten en/of toiletaccessoires heeft vernield.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
parketnummer 08.116276.24
1
hij op of omstreeks 22 maart 2024 te [plaats 1], gemeente Steenwijkerland (aan de
[adres 1])
opzettelijk
brand heeft gesticht door open vuur en/of een vonk in aanraking te brengen met de
inhoud van een container
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten een container en/of de
(overige) inhoud van de bovengenoemde container te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 22 maart 2024 te [plaats 1], gemeente Steenwijkerland
opzettelijk en wederrechtelijk een container, in elk geval enig goed, die geheel of ten
dele aan Mr. Sushi en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
2
hij op een of meer tijdstippen of omstreeks 22 maart 2024 te [plaats 1], gemeente
Steenwijkerland (aan de [adres 2])
opzettelijk
meermalen, althans eenmaal,
brand heeft gesticht door een stormaansteker en/of open vuur en/of een vonk in
aanraking te brengen met de inhoud van een (of meerdere) container(s)
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten een (of meerdere)
container(s) en/of de (overige) inhoud van de bovengenoemde container(s) te
duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op een of meerdere tijdstippen op of omstreeks 22 maart 2024 te [plaats 1],
gemeente Steenwijkerland,
meermalen, althans eenmaal,
opzettelijk en wederrechtelijk een (of meerdere) container(s), in elk geval enig goed,
die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] en/of een onbekend gebleven slachtoffer, in
elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of
onbruikbaar gemaakt;
parketnummer 08.296957.24
hij in of omstreeks de periode van 3 tot en met 4 februari 2024 te [plaats 2],
gemeente Steenwijkerland tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen, opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur en/of een
stormaansteker in aanraking te brengen met een flesje en/of een brandbare
(vloei)stof en/of de inhoud van een prullenbak in een toilethok, terwijl daarvan
gemeen gevaar voor goederen, te weten het (overige) toilet(gebouw) en/of (overig)
meubilair van het toilet(gebouw) te duchten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 3 tot en met 4 februari 2024 te [plaats 2],
gemeente Steenwijkerland tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk een prullenbak, een gietvloer, één of
meerdere tegels, één of meerdere systeemplafondplaten en/of (overige)
toiletaccessoires, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Gemeente
Steenwijkerland, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield,
beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
3. De bewijsmotivering [1]
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen verklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank wat betreft de onder parketnummer 08.116276.24 ten laste gelegde feiten.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder parketnummer 08.296957.24 ten laste gelegde feit. De raadsman heeft bepleit dat er onvoldoende bewijs is voor een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte. Verdachte heeft verklaard dat hij slechts aanwezig was en keek naar wat de medeverdachte deed en uit het procesverbaal van bevindingen van de camerabeelden blijkt niet wie welke handelingen heeft verricht, aldus de raadsman.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 08.116276.24
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
Feit 1:
  • de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting op 12 juni 2025;
  • het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 1], namens Mr. Sushi, van 3 april 2024 (p. 9);
Feit 2:
  • de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting op 12 juni 2025;
  • het procesverbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 22 maart 2024 (p. 12);
  • het procesverbaal van bevindingen van 4 april 2024 (p. 7).
Parketnummer 08.296957.24
Op basis van het procesverbaal van bevindingen waarin de camerabeelden zijn beschreven, kan niet worden vastgesteld wat de precieze gang van zaken was bij het ontstaan van de brand in het toiletgebouw. Verdachte en de medeverdachte hebben verder tegenstrijdige verklaringen afgelegd over het ontstaan van de brand en hun rol daarbij. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder parketnummer 08.296957.24 ten laste gelegde feit, vanwege het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten onder Parketnummer 08.116276.24 heeft begaan, met dien verstande dat:
1
hij op 22 maart 2024 te [plaats 1], gemeente Steenwijkerland (aan de [adres 1])
opzettelijk brand heeft gesticht door vuur in aanraking te brengen met de inhoud van een container
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten een container en de inhoud van de bovengenoemde container te duchten was;
2
hij op 22 maart 2024 te [plaats 1], gemeente Steenwijkerland (aan de [adres 2])
opzettelijk meermalen brand heeft gesticht door vuur in aanraking te brengen met de inhoud van containers
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten containers en de inhoud van de bovengenoemde containers te duchten was.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 157 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1, feit 2
telkens het misdrijf:
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is (feit 2 meermalen gepleegd).

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden, waarvan 387 dagen onvoorwaardelijk en het overige deel voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren wordt opgelegd, met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals genoemd in het reclasseringsrapport van 22 april 2025. De officier van justitie heeft daarnaast gevorderd dat als bijzondere voorwaarde aan verdachte wordt opgelegd dat hij medewerking verleent aan diagnostisch onderzoek en, indien de reclassering dat nodig vindt, aan behandeling. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat laatstgenoemde voorwaarde nodig is, omdat de toezichthouder van de reclassering aan de officier van justitie heeft medegedeeld dat verdachte een zorgmijdende houding heeft, terwijl hij wel baat zou kunnen hebben bij een behandeling.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, gelijk aan de tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorlopige hechtenis en daarnaast nog een voorwaardelijk deel van ongeveer drie maanden. De raadsman heeft bepleit dat rekening moet worden gehouden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich meerdere keren schuldig gemaakt aan brandstichting. Hij heeft tijdens de nachtelijke uren containers in brand gestoken in het centrum van [plaats 1]. Door de brandstichting zijn de containers verloren gegaan. Brandstichting is een ernstig feit en veroorzaakt, naast schade, gevoelens van onveiligheid en angst in de samenleving. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
De persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 28 april 2025. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft kennis genomen van de pro Justitia rapportage, opgesteld door A.J. van den Dorpel, GZpsycholoog, en drs. D.C.W.H. Naus, psychiater, van Forensisch Centrum Teylingereind. De deskundigen hebben vastgesteld dat er bij verdachte sprake is van een forse ontwikkelingsstoornis met kenmerken van autisme, ADHD en een lager disharmonisch intelligentieprofiel tegen de achtergrond van een achterlopende sociaalemotionele ontwikkeling. Op de voorgrond staat ernstige prikkelverwerkingsproblematiek. Verdachte wordt daardoor snel overvraagd en kan snel ontregelen. Daarnaast hebben de deskundigen vastgesteld dat bij verdachte sprake is van pyromanie. De stoornissen van verdachte waren ook aanwezig ten tijde van de ten laste gelegde feiten en hebben doorgewerkt in het handelen van verdachte. De deskundigen adviseren om de feiten in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. De deskundigen hebben beschreven dat het recidiverisico verhoogd is als verdachte zonder intensieve begeleiding terug zou keren naar de situatie van voor de ten laste gelegde feiten. De deskundigen hebben daarom geadviseerd om een voorwaardelijk strafdeel op te leggen met als bijzondere voorwaarde plaatsing in een hoog gestructureerde 24uurs woonsetting voor mensen met een verstandelijke beperking.
De rechtbank neemt de conclusie van de psycholoog en psychiater met betrekking tot de toerekenbaarheid over en maakt deze tot de hare. De rechtbank zal bij de strafmaat rekening houden met de verminderde toerekenbaarheid van verdachte.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op de inhoud van het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 22 april 2025. In het advies, dat is opgemaakt voor de pro forma zitting op 24 april 2025, heeft de reclassering geadviseerd tot schorsing van de voorlopige hechtenis. De reclassering heeft geadviseerd om als bijzondere voorwaarden op te leggen een meldplicht, opname in een zorginstelling en een drugsverbod. De voorlopige hechtenis van verdachte is geschorst met ingang van 25 april 2025 en verdachte is vanaf die datum opgenomen bij de beschermd wonen instelling met intensieve 24uurszorg Cura XL in [plaats 3]. Er is geen recente reclasseringsrapportage opgemaakt over het verloop van het verblijf bij Cura XL. De officier van justitie heeft ter zitting wel gemeld dat uit navraag bij de reclassering is gebleken dat, hoewel verdachte zorgmijdend is, het verblijf verder goed verloopt.
De strafoplegging
Gezien de ernst van de gepleegde feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank zal een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen van gelijke duur als de tijd die verdachte al in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Om het recidiverisico te beperken, zal de rechtbank daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen met als bijzondere voorwaarden: een meldplicht, opname bij een zorginstelling, drugsverbod en meewerken aan diagnostiek en, indien de reclassering dat nodig vindt, meewerken aan behandeling.
Alles overwegend, acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 487 dagen, waarvan 100 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, passend en geboden, met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals hiervoor genoemd.
De rechtbank zal het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis en de daaraan verbonden voorwaarden in stand laten.

7.De schade van benadeelde

7.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1] heeft zich namens Mr. Sushi als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 413,40, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schadevergoeding bestaat uit de post vervanging van de container.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij geheel moet worden toegewezen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd en met oplegging daarbij van de schadevergoedingsmaatregel.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder parketnummer 08.116276.24 onder 1 bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal de vordering tot betaling van een bedrag van € 413,40 dan ook toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan, te weten de vervaldatum van de factuur van een nieuwe container.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde feit is toegebracht.
Als door verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 8 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08.296957.24 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08.116276.24 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 08.116276.24, feit 1, feit 2, telkens het misdrijf:
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is (feit 2 meermalen gepleegd);
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08.116276.24 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
487 (vierhonderdzevenentachtig) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
100 (honderd) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt en blijft melden op afspraken met Reclassering Nederland, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- verblijft bij Cura XL (beschermd wonen met intensieve 24uurszorg), [adres 3], te [plaats 3] of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- geen drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
- meewerkt aan diagnostisch onderzoek en, indien de reclassering dat nodig vindt, meewerkt aan (ambulante) behandeling door een zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij Mr. Sushi toe tot een bedrag van € 413,40 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Mr. Sushi (parketnummer 08.116276.24, feit 1): van een bedrag van € 413,40 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 april 2024);
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 413,40, (zegge: vierhonderddertien euro en veertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 april 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 8 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Vodegel, voorzitter, mr. J. de Ruiter en mr. M.W. Eshuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Lautenbag, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2025.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2024131407. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.