ECLI:NL:RBOVE:2025:4203

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
24 juni 2025
Publicatiedatum
27 juni 2025
Zaaknummer
11470813 / CV EXPL 24-4604
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen tot ontbinding koopovereenkomst wegens dwaling en non-conformiteit van een auto

In deze zaak heeft eiser, een consument, een auto gekocht van gedaagde, een professioneel handelende verkoper. Eiser vorderde ontbinding van de koopovereenkomst op grond van dwaling, omdat de auto niet voldeed aan de advertentie die sprak van een 8-traps automaat, terwijl het in werkelijkheid een 6-traps automaat betrof. Eiser had de auto op 1 november 2024 gekocht en na levering op 6 november 2024 ontdekte hij dat de auto niet de geadverteerde specificaties had. Eiser stelde dat hij had gedwaald over de technische eigenschappen van de auto en vorderde terugname van de auto en schadevergoeding. Gedaagde verweerde zich door te stellen dat de auto voldeed aan de verwachtingen van eiser en dat er geen sprake was van non-conformiteit. De kantonrechter oordeelde dat eiser niet voldoende had aangetoond dat de auto niet aan de overeenkomst voldeed. De rechter concludeerde dat eiser zijn stelling niet had bewezen en dat de auto geschikt was voor normaal gebruik. De vorderingen van eiser werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 11470813 / CV EXPL 24-4604
Vonnis van 24 juni 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eisende partij, hierna te noemen [eiser],
procederende in persoon,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde],
gemachtigde: mr. P.L.M.F. Roosendaal.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de brief van [eiser] van 18 februari 2025 waarbij hij twee getuigenverklaringen in het geding heeft gebracht,
- de mondelinge behandeling van 26 mei 2025 waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft op 1 november 2024 van [gedaagde] een auto, te weten een Peugeot model 3008, gekocht. De koopprijs bedroeg € 21.744,00. Daarbij heeft [eiser] zijn BMW 320d en een Renault Clio ingeruild. [eiser] had de auto voor het sluiten van de koop, tezamen met zijn broer, bezichtigd en daarmee een proefrit gemaakt binnen de bebouwde kom van [vestigingsplaats].
2.2.
De advertentie waarbij de door [eiser] gekochte auto door [gedaagde] werd aangeboden vermeldde dat de auto beschikte over 8 versnellingen.
2.3.
Nadat [eiser] het bedrijf van [gedaagde] op 1 november 2024 had verlaten heeft hij een website geraadpleegd waaruit bleek dat de door hem gekochte Peugeot geen 8-traps maar een 6-traps automaat had.
2.4.
De auto is op 6 november 2024, nadat deze door [gedaagde] rijklaar was gemaakt, aan [eiser] geleverd.
2.5.
Op het moment dat [eiser] op 6 november 2024 met de auto naar huis reed merkte hij dat de auto niet verder kwam dan 6 versnellingen en dat hem dus geen auto met 8-traps automaat was geleverd. [eiser] heeft vanuit de auto telefonisch contact opgenomen met [gedaagde].
2.6.
[eiser] heeft bij e-mail van 19 november 2024 aan [gedaagde] onder meer geschreven:
“Donderdag 14 november jl. sprak ik één van jullie telefonisch over de non-conformiteit van bovengenoemde auto die ik op 6 november jl. heb gekocht. Het gegeven dat de auto werd verkocht als een 8-bak automaat sprak mij erg aan, uiteraard naast het uiterlijk en de opties van de auto. Echter mij is gebleken dat de auto, in tegenstelling tot de verkregen informatie, geen 8-bak, maar een 6-bak, met het daarbij horende hoge verbruik, waardoor het niet aan de overeenkomst beantwoord. Alhoewel ik geprobeerd heb om mij in deze afwijking te berusten, lukt mij dit niet en ben ik helaas niet tevreden
(…)
Ik heb aangegeven dat de auto vanwege bovengenoemde afwijking teruggenomen kan worden door jullie. Ik sta er ook voor open om de auto bij jullie in te ruilen tegen een andere auto, die wel aan mijn verwachtingen voldoet. Mijn criteria zijn: dezelfde prijsklasse als de Peugeot, een soortgelijk uiterlijk, zuinig benzine auto met hoge instap (SUV), automaat. Als tweede optie een diesel met voornoemde kenmerken.”

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat – dat de kantonrechter de koopovereenkomst tussen hem en [gedaagde] primair ontbindt op grond van een toerekenbare tekortkoming en subsidiair vernietigt wegens dwaling, [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 21.744,00, [gedaagde] te verplichten de auto feitelijk en juridisch terug te neemen en [gedaagde] te veroordelen in de kosten van het geding.
3.2.
Ter onderbouwing van zijn vordering stelt [eiser] primair dat de door hem gekochte Peugeot niet aan de overeenkomst beantwoordt omdat de auto geen 8-traps automaat had maar slechts 6 versnellingen bleek te hebben. [eiser] had gelet op de inhoud van de advertentie en de door [gedaagde] gedane (herhaaldelijke) mededelingen dat de auto wel over 8 versnellingen beschikte mogen verwachten dat de auto 8 versnellingen zou hebben. [eiser] vordert dat de koopovereenkomst wordt ontbonden omdat de afwijking aan de versnellingsbak gelijkgesteld kan worden aan een gebrek aan de motorische eigenschappen van een auto. Het gaat, aldus [eiser], dus niet om een geringe tekortkoming die de ontbinding niet rechtvaardigt. Subsidiair stelt [eiser] dat de overeenkomst wegens dwaling moet worden vernietigd omdat hij als gevolg van de mededelingen van [gedaagde] heeft gedwaald over de technische eigenschappen van de auto.
3.3.
[gedaagde] concludeert - samengevat - tot afwijzing van de vorderingen en veroordeling van [eiser] in de kosten van het geding. [gedaagde] voert aan dat er geen sprake van is dat de auto niet aan de koopovereenkomst beantwoordt. [gedaagde] was zich er niet van bewust dat de wens van [eiser] dat de auto over 8 versnellingen moest beschikken voor [eiser] doorslaggevend was. [eiser] heeft slechts terloops gevraagd of de auto 8 versnellingen had. Het was voor [gedaagde] wel duidelijk dat [eiser] een auto wilde met een zuinig brandstofverbruik. De geleverde auto voldoet aan die eis. Ook bij de aflevering van de auto heeft [eiser] het aantal versnellingen niet aan de orde gesteld. [eiser] heeft volgens [gedaagde] zijn onderzoeksplicht verzaakt zeker nu de advertentie een voorbehoud bevat voor in die advertentie voorkomende fouten. Voorts voert [gedaagde] aan dat ook een 6-traps automaat voldoet aan het door [eiser] gewenste doel, namelijk zuinig rijden. De verkochte auto voldoet daarmee aan de verwachtingen die [eiser] op grond van de overeenkomst mocht hebben. Gelet op de geringe betekenis rechtvaardigt de afwijking van het geleverde, voor zover daar sprake van is, niet de ontbinding van de overeenkomst. [gedaagde] betwist voorts dat er sprake is van dwaling.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat er in dit geval sprake is van een koopovereenkomst die is gesloten door een consument met een professioneel handelende verkoper.
4.2.
In deze zaak moet de kantonrechter allereerst beoordelen of de auto aan de overeenkomst beantwoordt. De kantonrechter is van oordeel dat dit het geval is. Dit oordeel motiveert hij als volgt.
4.3.
De auto moet beantwoorden aan de overeenkomst. Daarvan is geen sprake als de auto, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die [gedaagde] over de auto heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die [eiser] op grond van de overeenkomst mocht verwachten (artikel 7:17 lid 2 BW). [eiser] mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. Hij mag ook verwachten dat de auto de eigenschappen bezit die nodig zijn voor een bijzonder gebruik, mits dit bij de overeenkomst is voorzien. Verder moet de auto geschikt zijn voor de doeleinden waarvoor de auto van hetzelfde type gewoonlijk wordt gebruikt, de kenmerken bezitten die voor hetzelfde type auto normaal zijn en die [eiser] redelijkerwijs mag verwachten, gelet op de aard van de zaak (artikel 7:18 lid 2 BW). Wat onder ‘normaal gebruik’ moet worden verstaan, is afhankelijk van de verkeersopvattingen.
4.4.
De stelplicht en bewijslast van de stelling dat de gekochte Peugeot niet aan de overeenkomst beantwoordt rust op [eiser] omdat [gedaagde] die stelling gemotiveerd heeft betwist. [eiser] heeft zijn stelling echter niet bewezen. Daartoe is het volgende redengevend.
4.5.
Om de conclusie te rechtvaardigen dat de Peugeot niet aan de overeenkomst beantwoordt is van belang of het [gedaagde] kenbaar was dat het voor [eiser] van doorslaggevend belang was dat de auto over 8 in plaats van 6 versnellingen beschikte. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiser] dit niet voldoende duidelijk gemaakt aan [gedaagde]. [eiser] heeft op de mondelinge behandeling verklaard dat hij met [gedaagde] niet heeft gesproken over zijn expliciete wens (of zelfs voorwaarde) dat de auto over 8 versnellingen moest beschikken maar dat hij alleen de wens heeft geuit een auto met laag brandstofverbruik te willen. Dat het aantal versnellingen niet een dergelijk doorslaggevende wens of voorwaarde voor [eiser] was blijkt daarnaast uit de feitelijke gedragingen van [eiser]. Zo wordt bijvoorbeeld het aantal versnellingen niet genoemd in de, hiervoor geciteerde, e-mail van [eiser] aan [gedaagde] van 19 november 2024 als één van de criteria waaraan een alternatieve auto moest voldoen. Wel wordt daar genoemd dat [eiser] een auto met laag brandstofverbruik wenst. Ook schrijft [eiser] in die e-mail dat het feit dat de auto over een 8-traps versnelling beschikte hem erg aansprak. Ook uit dat stuk volgt dus niet dat dit voor [eiser] een zodanig zwaarwegende voorwaarde was dat hij van de koop zou hebben afgezien indien de auto daar niet aan voldeed. Verder is het opmerkelijk dat [eiser], nadat hij op 1 november 2024 aan de hand van het internet had vastgesteld dat de door hem gekochte auto (waarschijnlijk) niet over een 8- maar over een 6-traps automaat beschikte daar geen nader onderzoek heeft gedaan. Als het voor [eiser] zodanig doorslaggevend was dat de auto over een 8-traps automaat beschikte had het voor de hand gelegen dat hij zich er – zeker in de periode gelegen tussen het sluiten van de koopovereenkomst op 1 november 2024 en de levering van de auto op 6 november 2024 – van had vergewist dat de auto daadwerkelijk over die eigenschap beschikte.
4.6.
[eiser] heeft de stelling van [gedaagde] dat zowel een 8-traps als een 6-traps automaat een laag brandstofverbruik heeft niet weersproken zodat in die zin aan de voorwaarde van [eiser] dat hij een zuinige auto wilde is voldaan. Nu tussen partijen verder niet in geschil is dat de door [eiser] gekochte auto niet gebrekkig is, is van non-conformiteit en dus van een toerekenbare tekortkoming zijdens [gedaagde] geen sprake en komt [eiser] niet de bevoegdheid tot ontbinding op die grond toe. Als het lagere geluidsniveau en de betere rijdynamiek van een 8-traps automaat door het lagere toerental bij hogere snelheden voor [eiser] van doorslaggevend belang waren bij de aankoop is, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet te begrijpen waarom [eiser], die zijn BMW 320d met 8-traps-automaat inruilde, niet tijdens de proefrit de rijdynamiek van de Peugeot aan den lijve heeft willen ondervinden maar in plaats daarvan heeft volstaan met een proefrit binnen de bebouwde kom.
4.7.
Op grond van het vorenstaande is ook van dwaling, welke grondslag op dezelfde feiten en stellingen is gegrond, geen sprake. Met name heeft [eiser] zijn stelling dat hij de auto niet zou hebben gekocht als hij had geweten dat deze slechts over een 6-traps in plaats van een 8-traps automaat beschikte niet aangetoond. Voor zover [eiser] betoogt dat de dwaling is te wijten aan een onjuiste mededeling door [gedaagde] stuit die stelling af op het feit dat [gedaagde] mocht aannemen dat [eiser] de overeenkomst ook zonder deze onjuiste mededeling(en) zou hebben gesloten omdat uit hetgeen hiervoor werd overwogen volgt dat het voor [gedaagde] niet kenbaar was dat het voor [eiser] doorslaggevend was dat hij een auto met 8-traps automaat wilde kopen.
4.8.
De slotsom is dat de vorderingen van [eiser] worden afgewezen.
4.9.
[eiser] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op € 1.086,00 aan salaris van de gemachtigde te vermeerderen met een bedrag van € 135,00 aan nakosten.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eiser] in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 1.221,00 en te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
5.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 juni 2025.
(ARv(M)