ECLI:NL:RBOVE:2025:4212

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
27 juni 2025
Publicatiedatum
27 juni 2025
Zaaknummer
ak_24_3461
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • I.M. Brandwacht - Kampman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit op verzoek om informatie op grond van de Wet open overheid

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente, naar aanleiding van een verzoek om informatie op grond van de Wet open overheid (Woo). Eiser had op 19 december 2023 een aanvraag ingediend voor informatie over een mediationtraject dat tussen hem en de gemeente had plaatsgevonden. Het college heeft op 30 januari 2024 een besluit genomen en heeft dit besluit op 25 juli 2024 gehandhaafd na het indienen van bezwaar door eiser. Eiser was van mening dat het college niet volledig aan zijn verzoek om openbaarmaking had voldaan en heeft beroep ingesteld.

De rechtbank heeft op 16 mei 2025 de zaak behandeld. Eiser heeft gesteld dat er meer documenten onder het college zouden moeten berusten dan er zijn verstrekt. Het college heeft echter aangegeven dat zij alle relevante documenten heeft geraadpleegd, inclusief digitale systemen en papieren archieven, en dat er geen aanvullende documenten zijn gevonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college op goede gronden bepaalde documenten niet openbaar heeft gemaakt, omdat deze persoonlijke beleidsopvattingen bevatten en concurrentiegevoelige informatie. De rechtbank heeft geoordeeld dat het college voldoende heeft gedaan om aan het verzoek van eiser te voldoen en dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er meer documenten onder het college berusten.

De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eiser geen gelijk heeft gekregen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. I.M. Brandwacht - Kampman, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Richart, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 24/3461

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats], eiser

(gemachtigde: ing. M.H. Middelkamp),
en

het college van burgemeester en wethouders van Hof van Twente, het college

(gemachtigden: [gemachtigde 1] en [gemachtigde 2]).

Samenvatting

Deze uitspraak gaat over de besluitvorming door het college op eisers verzoek op grond van de Wet open overheid. Eiser heeft om informatie gevraagd over een mediation traject dat tussen hem en de gemeente heeft plaatsgevonden. Eiser is van mening dat het college niet volledig aan zijn verzoek om openbaarmaking is tegemoet gekomen. De rechtbank is van oordeel dat dit wel het geval is. Eiser krijgt dus geen gelijk.

Procesverloop

1. Eiser heeft op 19 december 2023 een aanvraag bij het college ingediend op grond van de Wet open overheid (Woo). Het college heeft op 30 januari 2024 een besluit op deze aanvraag genomen. Met het bestreden besluit van 25 juli 2024 op het bezwaar van eiser is het college bij dit besluit gebleven.
1.1.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
1.2.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 16 mei 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigden van het college.

Beoordeling door de rechtbank

Het verzoek
2. Eiser heeft in het Woo-verzoek van 19 december 2023 verzocht om de volgende informatie:
“Alle informatie die er is aangaande de door de gemeente geïnitieerde & betaalde mediation [adres] die is uitgevoerd door SK mediation.
Dit is inclusief alle interne en externe informatie tussen betreffende ambtenaren en derden inclusief al het hierbij betrokken mail, telefoon en app verkeer.
Plus alle facturen en betaalbewijzen.”
De besluitvorming
3. Het college heeft naar aanleiding van dit Woo-verzoek gezocht naar de gevraagde stukken. Hierbij is gezocht binnen de systemen waar de gemeente Hof van Twente mee werkt en in het papieren archief. Bij de zoekslag is gebruik gemaakt van de zoektermen: SK mediation, [adres], de heer [eiser], [naam] en [bedrijf]. Naast de digitale systemen en het papieren archief zijn ook de e-mailboxen van de betrokken ambtenaren geraadpleegd. Tijdens deze zoekslag is gebleken dat het college beschikt over de gevraagde stukken.
3.1.
Na beoordeling van de aangetroffen documenten is gebleken dat er een aantal uitzonderingsgronden uit hoofdstuk 5 van de Woo van toepassing is. Het college heeft geconstateerd dat een aantal documenten concurrentiegevoelige gegevens bevat, zoals een uurtarief. De bescherming van deze gegevens weegt volgens het college zwaarder dan het belang van openbaarheid aangezien het openbaar maken van deze gegevens kan leiden tot een verslechtering van de concurrentiepositie. Daarom zijn deze gegevens onleesbaar gemaakt. Verder bevatten sommige documenten directe persoonsgegevens van ambtenaren en derden. Ten aanzien van deze gegevens weegt het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer volgens het college zwaarder dan het belang van openbaarheid. Daarom is deze informatie onleesbaar gemaakt. Het college heeft verder overwogen dat een deel van de aangetroffen documenten bestaat uit mailwisseling tussen ambtenaren onderling en ambtenaren met externe derden (overheid, externe adviseurs) waarin over en weer in het kader van advisering wordt gemaild over hoe een verzoek of dossier te behandelen en hoe daarop te beslissen of te antwoorden. Per aangetroffen document is bekeken of er een mogelijkheid is het document deels openbaar te maken. De verwevenheid van de persoonlijke beleidsopvattingen is echter dusdanig dat het college het niet mogelijk acht om met toepassing van artikel 5.2, tweede lid, deze persoonlijke beleidsopvattingen toch openbaar te maken. Dit ook gezien een zekere mate van veiligheid en vertrouwelijkheid die bij een mediation traject gewenst is. Het college is met inachtneming van het voorgaande deels aan eisers Woo-verzoek tegemoet gekomen.
De gronden van beroep
4. Eiser heeft in het beroepschrift naar voren gebracht dat sinds 2016 sprake is van een geschil met de gemeente Hof van Twente. Er is een mediation traject doorlopen, maar zonder succes. Volgens eiser heeft het college zich uit deze mediation teruggetrokken zonder opgave van reden. Eiser heeft zich op het standpunt gesteld dat, in reactie op zijn Woo-verzoek met betrekking tot de bestuurlijke en ambtelijke processen binnen het gemeentehuis aangaande deze bemiddeling, de verzochte informatie is uitgebleven.
4.1.
Ter zitting heeft eiser toegelicht dat er meer documenten over de mediation bij het college moeten zijn. Hierbij heeft eiser gewezen op een advies van SK Mediation dat hij wel via SK Mediation, maar niet van het college heeft ontvangen.
Overwegingen
5. Het college heeft een deel van de aangetroffen documenten aan eiser verstrekt, waarbij concurrentiegevoelige gegevens en persoonsgegevens onleesbaar zijn gemaakt. Eiser heeft niet betwist dat het college deze concurrentiegevoelige gegevens en persoonsgegevens op goede gronden heeft weggelakt in de openbaar gemaakte documenten.
6. Met betrekking tot eisers betoog dat er meer documenten onder het college moeten berusten, overweegt de rechtbank als volgt.
6.1.
Het college heeft een aantal documenten niet openbaar gemaakt, omdat deze documenten persoonlijke beleidsopvattingen omvatten. Met toepassing van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht heeft de rechtbank kennis genomen van deze niet-openbaargemaakte informatie.
6.1.1.
Op grond van artikel 5.2, eerste lid, van de Woo verstrekt het college, in geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, geen informatie over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen. Onder persoonlijke beleidsopvattingen worden verstaan ambtelijke adviezen, visies, standpunten en overwegingen ten behoeve van intern beraad, niet zijnde feiten, prognoses, beleidsalternatieven, de gevolgen van een bepaald beleidsalternatief of andere onderdelen met een overwegend objectief karakter. Na kennisname van de documenten die niet aan eiser zijn verstrekt, heeft de rechtbank vastgesteld dat het gaat om documenten opgesteld ten behoeve van intern beraad waarin persoonlijke beleidsopvattingen zijn opgenomen. Het gaat om e-mails tussen ambtenaren onderling, ambtenaren en bestuurders van de gemeente Hof van Twente en e-mails tussen ambtenaren van de gemeente Hof van Twente en SK Mediation. In deze e-mails worden visies gedeeld en standpunten uitgewisseld over het mediationtraject door SK Mediation ten behoeve van intern beraad. In de documenten heeft de rechtbank geen feiten, prognoses, beleidsalternatieven, de gevolgen van een bepaald beleidsalternatief of andere onderdelen met een overwegend objectief karakter aangetroffen. Het college heeft daarom de openbaarmaking van deze documenten op grond van artikel 5.2, eerste lid, van de Woo mogen weigeren.
6.2.
Onder 3. is de toelichting van het college opgenomen hoe is gezocht naar de voor eisers verzoek relevante documenten. Het college heeft zich naar aanleiding daarvan op het standpunt gesteld dat er niet meer documenten onder het college berusten. De rechtbank komt die mededeling niet ongeloofwaardig voor.
6.2.1.
Het is vaste rechtspraak [1] van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat wanneer een bestuursorgaan stelt dat na onderzoek is gebleken dat een bepaald document niet of niet meer onder hem berust en een dergelijke mededeling niet ongeloofwaardig voorkomt, het in beginsel aan degene is die om informatie verzoekt om aannemelijk te maken dat, in tegenstelling tot de uitkomsten van het onderzoek door het bestuursorgaan, dat document toch onder het bestuursorgaan berust.
6.2.2.
In dit kader heeft eiser eerst ter zitting gevraagd om een advies te mogen overleggen dat hij via SK Mediation heeft ontvangen. De rechtbank heeft dit niet toegestaan wegens strijd met de goede procesorde. Dit stuk had eiser eerder in het geding kunnen en moeten brengen.
6.2.3.
Eiser heeft er ter zitting op gewezen dat hij uit het via SK Mediation ontvangen advies afleidt dat er meer documenten bij het college moeten zijn. Deze enkele stelling leidt de rechtbank echter niet tot de conclusie dat het college nog meer documenten zou moeten hebben dan de documenten die zijn verstrekt en die vanwege persoonlijke beleidsopvattingen niet openbaar zijn gemaakt. Gelet op de verschillende zoektermen die het college heeft gebruikt is niet aannemelijk dat relevante documenten buiten beeld zijn gebleven. Eiser heeft naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat er meer documenten onder het college moeten berusten.
7. Voor zover eiser heeft beoogd te betogen dat hij extra belang heeft bij documenten omdat er sprake is van een verstoorde relatie met het college, treft dat geen doel. De Woo geeft recht op toegang tot publieke informatie zonder daartoe een belang te hoeven stellen. Eisers individuele belang bij bepaalde informatie is voor de toepassing van de Woo daarom niet relevant.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser geen gelijk krijgt.
8.1.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Brandwacht - Kampman, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Richart, griffier. Uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 6 december 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4525.