Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het procesverloop
18 april 2025;
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer, tevens houdende zelfstandige verzoeken
- te bepalen dat de beschikking in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming en de wilsverklaring van de vrouw voor het in de verkoop geven van de woning;
- te bepalen dat indien partijen er niet binnen twee weken na de opdrachtverlening erin slagen gezamenlijk de vraagprijs te bepalen, de makelaar de vraagprijs bindend voor partijen vaststelt;
- te bepalen dat partijen in overleg met de makelaar de verkoopovereenkomst moeten aangaan met degene die de hoogste prijs biedt voor zover die prijs, gezien de onroerend goed markt ter plaatse en de kwaliteit van de woning, de best mogelijke prijs is, en te bepalen dat in het geval partijen het niet eens kunnen worden over de vraag of een aanbod de best mogelijke prijs is, de makelaar dit naar beste weten voor partijen bindend vaststelt;
- te bepalen dat de beschikking in de plaats zal treden van de door de vrouw te verrichten benodigde rechtshandelingen voor de levering van de woning aan de koper, althans de vrouw te veroordelen haar medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning waaronder onder meer begrepen:
- het tekenen van de leveringsakte bij de notaris;
- de afgifte van een sleutel aan een medewerker van DW Makelaardij te Wijhe voor de bezichtiging door potentiële kopers;
- het leeg en schoon opleveren van de woning met aanhorigheden bij levering van de woning;
- te bepalen dat iedere partij gehouden is de helft van de kosten van de makelaar, de notaris en de overige kosten ter zake van de verkoop en levering te dragen;
- te bepalen dat de op de woning rustende de hypothecaire geldleningen bij gelegenheid van de eigendomsoverdracht zullen worden afgelost uit de verkoopopbrengst van de woning;
- te bepalen dat de netto verkoopopbrengst gelijkelijk tussen partijen moet worden verdeeld;
- te bepalen dat de lijfrentepolis bij Nationale Nederlanden met polisnummer [polisnummer] moet worden gesplitst zodat beide partijen een eigen polis krijgen;
- te bepalen dat ieder van partijen de bankrekeningen op zijn/haar naam en de daarop staande saldo/saldi toegedeeld krijgen en dat de vrouw aan de man in dat kader een bedrag van € 6.727,50 moet betalen;
- de auto van het merk Mazda toe te delen aan de vrouw tegen een waarde van € 4.150 en de auto van het merk Toyota aan de man tegen een waarde van € 1.000,- en te bepalen dat de vrouw in dat kader een bedrag van € 1.575,- aan de man moet betalen;
- de motor van het merk Honda met kenteken [kenteken 1] aan de man toe te delen tegen een waarde van € 500,- en te bepalen dat de man aan de vrouw in dat kader een bedrag van € 250,- moet betalen;
- te bepalen dat de aanhangwagen tegen een waarde van € 200,- aan de man wordt toegedeeld en te bepalen dat de man in dat kader een bedrag van € 100,- aan de vrouw moet betalen;
- te bepalen dat de boot tegen een waarde van € 1.500,- aan de man wordt toebedeeld en te bepalen dat de man in dat kader een bedrag van € 750,- aan de vrouw moet betalen;
- te bepalen dat de inboedel tussen partijen bij helfte wordt verdeeld, althans te bepalen dat aan de man wordt toebedeeld met gesloten beurzen:
- het gereedschap;
- de TV;
- de Sonos set;
- de fiets van de man;
- de persoonlijke spullen van de man, waaronder de gouden ketting, een gouden ring, een zilveren ring, airpods, werkkleding en sporttas met inhoud.
5.Het verweer op de zelfstandige verzoeken
6.De beoordeling
- advocaatkosten:de man heeft ter onderbouwing van deze schuld productie 37 overgelegd, waaruit een aflossingsverplichting blijkt van € 100,- per maand. Gelet op hetgeen is opgenomen in het rapport alimentatienormen onder 4.6.2. en de uitgangspunten van de Hoge Raad zal de rechtbank rekening houden met deze aflossing;
- Santander:de man heeft ter onderbouwing van deze schuld productie 38 overgelegd, waaruit blijkt dat in maart 2025 nog een schuld open stond van € 14.003,80 en een aflossing blijkt van € 213,79 per maand. De rechtbank is van oordeel dat niet is gebleken van een situatie als hierboven onder a. tot en met e. genoemd. De rechtbank zal dus rekening houden met deze aflossing;
- Creditcard ANBW:de man heeft ter onderbouwing van deze schuld productie 36 overgelegd. Daaruit blijkt een schuld van € 4.711,05. Gelet op hetgeen de man hierover heeft verklaard, namelijk dat hij deze creditcard gebruikt om gaten te dichten en ook weer op deze schuld aflost, houdt de rechtbank geen rekening met aflossing op deze schuld;
- [naam] :de man heeft ter onderbouwing van deze schuld productie 39 overgelegd. Dat is een kopie van een handgeschreven briefje dat niet is ondertekend en waaruit niet blijkt of en zo ja, hoeveel de man aflost. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de man deze schuld onvoldoende onderbouwd en daarom zal de rechtbank geen rekening houden met deze schuld.
- in de periode tot aan verkoop en levering van de woning aan een derde: 60% van [4.542 - (1.646 + 1.310 + 314). Hieruit volgt een bedrag van afgerond € 763,- per maand. Rekening houdend met de door de man betaalde hypotheekrente als partneralimentatie aan de vrouw van € 370,- per maand en het fiscale voordeel in verband met betaling hiervan ter hoogte van € 138,- bedraagt de draagkracht van de man in die periode € 538,- netto per maand, dat is € 849,- bruto per maand;
- vanaf het moment dat de woning verkocht en geleverd is aan een derde: 60% van [4.565 – (0,3 x 4.565) + 1.310]. Hieruit volgt een bedrag van € 1.131,- netto per maand, dat is
nietdat de vrouw na betaling van de partneralimentatie een hoger netto inkomen overhoudt dan de man.
- de echtelijke woning aan de [adres] en de daaraan gekoppelde hypotheek bij IQWoon;
- Overlijdensrisicoverzekering;
- lijfrentepolis Nationale Nederlanden;
- banksaldi;
- auto Toyota Corolla;
- auto Mazda 2;
- motor Honda [kenteken 1] ;
- scooter Peugeot Vivacity met kenteken [kenteken 2] ;
- klassieke brommer Honda;
- aanhanger;
- boot Rhea 43 classic model 430 met trailer Marlin;
- inboedel.
€ 2.500,- en zal deze auto toedelen aan de vrouw met verrekening van de helft van de waarde, dat is € 1.250,- aan de man.
- Belastingaangiftes en -restituties;
- Nalatenschappen;
- Airmiles;
- Kosten dierenarts;
- Schadevrije jaren;
- Kosten afvoer spullen;
- (Gebruikers)lasten;
- Pensioenrechten;
- Motor Suzuki;
- Afvoerkosten.
7.De beslissing
€ 849,- (ACHT HONDERD NEGENENVEERTIG EURO)per maand aan de vrouw voldoet als bijdrage in de kosten van het levensonderhoud, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
€ 1.618,- (ZESTIEN HONDERD ACHTTIEN EURO)per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
27 juni 2025 in tegenwoordigheid van J.C. Bouman, griffier.