ECLI:NL:RBOVE:2025:4581
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- S.H. Peper
- A. van Holten
- R.J. Postma
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs in een diefstal met geweld zaak
Op 8 juli 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diefstal met geweld. De rechtbank sprak de verdachte vrij vanwege het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. De zaak betrof een inbraak in de woning van een slachtoffer, waarbij een kluis werd gestolen. De tenlastelegging omvatte twee feiten: de inbraak en de diefstal met geweld. De officier van justitie stelde dat de verdachte samen met anderen de inbraak had gepleegd en geweld had gebruikt tegen het slachtoffer. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat er geen bewijs was voor de aanwezigheid van de verdachte tijdens de inbraak en dat er geen sprake was van een voltooide diefstal. De rechtbank oordeelde dat, hoewel er aanwijzingen waren die als belastend voor de verdachte konden worden uitgelegd, er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet de feitelijke heerschappij over de kluis had verworven, waardoor de diefstal niet als voltooid kon worden beschouwd. De benadeelde partij, het slachtoffer, had zich gevoegd in het proces en vorderde schadevergoeding, maar omdat de verdachte werd vrijgesproken, werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering. De rechtbank bepaalde dat de kosten voor beide partijen voor eigen rekening komen.