Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Tussenbeslissing in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
- de officier van justitie mr. Y. Oosterhof,
- de raadsman van verdachte mr. K. Karakaya.
Overwegingen
wijst afhet verzoek om deze getuigen te horen. Deze getuigen hebben niet belastend over verdachte verklaard. Uit de motivering van het verzoek om deze getuigen te horen, volgt niet dat de punten waarover de verdediging de getuigen wil horen in redelijkheid van belang kunnen zijn voor enige in de strafzaak te nemen beslissingen in de zin van de artikelen 348 en 350 Sv.
afwijzen.
toestaan. De rechtbank ziet geen aanleiding dit op voorhand te beperken tot de zaaksdossiers, zoals door de officier van justitie verzocht. Enerzijds omdat de rechtbank hierbij tevens bepaalt dat alleen de agenda van de raadsvrouw of raadsman die verzocht heeft om de betreffende getuigenverhoren leidend is bij de planning van de verhoren. Anderzijds omdat de rechtbank hierbij bepaalt dat de rechter-commissaris in voorkomende gevallen beslist of en in hoeverre de “aangesloten” raadsman of raadsvrouw zal worden toegestaan vragen aan de getuigen te stellen. De rechtbank meent dat daarmee het ondervragingsrecht voldoende is afgebakend om de verhoren adequaat en efficiënt te laten verlopen.
schorsthet onderzoek in verband hiermee voor onbepaalde tijd.
oproepingvan verdachte en een tolk in de Arabische (Syrisch-Libanese) taal, voor de nog nader te bepalen terechtzitting, met tijdige
kennisgevingvan die zittingsdatum aan de raadsman.