ECLI:NL:RBOVE:2025:4617
Rechtbank Overijssel
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot machtiging voortzetting crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 17 juni 2025 heeft de Rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel. Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie en betrof een betrokkene die onder de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) viel. De rechtbank oordeelde dat de medische verklaring, die als basis voor het verzoek diende, ondeugdelijk was. De verklaring gaf niet aan of de betrokkene, die geen Nederlands spreekt, met een tolk was gehoord. Dit was cruciaal, aangezien artikel 1:8 van de Wvggz vereist dat betrokkene in een voor hem begrijpelijke taal wordt geïnformeerd en recht heeft op bijstand van een tolk indien hij de Nederlandse taal niet beheerst.
Tijdens de mondelinge behandeling op 17 juni 2025 zijn verschillende personen gehoord, waaronder de betrokkene, zijn advocaat en een psychiater. De advocaat voerde aan dat de medische verklaring niet voldeed aan de eisen, omdat niet was vastgesteld of de psychiater de betrokkene correct had begrepen. De rechtbank concludeerde dat de situatie van de betrokkene, die te maken had met ernstige psychische en materiële schade, niet voldoende was onderbouwd door de medische verklaring. Hierdoor was er geen grondslag voor de gevraagde machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel.
De rechtbank heeft het verzoek tot machtiging afgewezen en benadrukt dat tegen deze beschikking het rechtsmiddel van cassatie openstaat. De uitspraak is mondeling gedaan en in het openbaar uitgesproken door rechter A.L. Smit, in aanwezigheid van griffier P.J. Soldaat.