ECLI:NL:RBOVE:2025:4627

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 juli 2025
Publicatiedatum
10 juli 2025
Zaaknummer
C/08/314644 / HA ZA 24-207
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van koopovereenkomst en schadevergoeding bij gebrekkige installatie van elektriciteitsopwekkingssysteem

In deze zaak heeft Öztürk Energy Corporation een installatie gekocht van Triogen B.V. voor het opwekken van elektriciteit uit restwarmte. De rechtbank heeft geoordeeld dat Öztürk de overeenkomst terecht heeft ontbonden vanwege gebreken aan de installatie. Öztürk moet de installatie teruggeven, terwijl Triogen de koopprijs van €394.300,00 moet terugbetalen. De rechtbank heeft de vordering van Öztürk tot schadevergoeding afgewezen, omdat deze niet voldoende was onderbouwd. De procedure omvatte een dagvaarding, producties, en een mondelinge behandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de installatie niet voldeed aan de overeengekomen specificaties en dat de gebreken aan Triogen konden worden toegerekend. De rechtbank heeft de vordering van Öztürk tot verklaring van recht dat de overeenkomst op juiste gronden is ontbonden, toegewezen, maar de vorderingen tot schadevergoeding afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/314644 / HA ZA 24-207
Vonnis van 9 juli 2025
in de zaak van
de vennootschap naar Turks recht
ÖZTÜRK ENERGY CORPORATION,
gevestigd te Istanbul,
eiseres,
advocaat mr. F. Taptik te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRI-O-GEN B.V.,
gevestigd te Neede,
gedaagde,
advocaat mr. C.P.B. Kroep te Enschede.
De rechtbank noemt partijen hierna Öztürk en Triogen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • De dagvaarding met 17 producties
  • De conclusie van antwoord met 2 producties
  • De brief van de rechtbank over de mondelinge behandeling
  • De akte overlegging producties (18 tot en met 32) van Öztürk
  • De mondelinge behandeling op 13 november 2024 ter gelegenheid waarvan partijen spreekaantekeningen overgelegd hebben en waarvan de griffier aantekeningen gemaakt heeft.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Samenvatting

2.1.
Öztürk heeft van Triogen een installatie gekocht voor het opwekken van elektriciteit uit restwarmte afkomstig van een vuilstortplaats in Turkije. De rechtbank beslist dat Öztürk de overeenkomst tussen partijen, gezien de gebreken aan de installatie en de gevolgen daarvan, terecht ontbonden heeft. Öztürk moet de installatie teruggeven en Triogen de koopprijs. De rechtbank wijst de vordering van Öztürk die strekt tot het vergoeden van schade af.

3.De feiten

3.1.
Partijen hebben op 8 februari 2016 een overeenkomst gesloten voor de koop, levering en installatie van een gerenoveerde ORC (‘
Organic Rankine Cycle’) (hierna: de ORC) door Triogen op een vuilstortplaats van Öztürk te Kahraman Maras (Turkije). Deze installatie zet restwarmte om in elektriciteit. Op 22 oktober 2018 hebben zij een nadere overeenkomst gesloten op grond waarvan Triogen geen gerenoveerde maar een geheel nieuwe ORC zou leveren aan Öztürk. De koopprijs daarvan is € 394.300,00.
3.2.
In de overeenkomst is een bepaling opgenomen ten aanzien van de
‘performance’van de ORC. Aanvankelijk stond daarin dat de
‘Power from HTG’(PfH) [1] 165 kWe was en de
‘Power to Grid’(PtG) [2] 160 kWe, bij wijziging van de overeenkomst is de
‘Nominal Power’(PfH) [3] vastgesteld op 170 kWe en de
‘Net power to grid’(NPtG) [4] op 150 kWe.
3.3.
De overeenkomst onderscheidt de
‘ORC Setup’, waarin de onderdelen van de ORC beschreven zijn en de
‘Periphery’, waarin de onderdelen staan die aansluiten op de ORC. Volgens de overeenkomst dient Triogen de ORC te leveren en te installeren, terwijl Öztürk verantwoordelijk is voor het installeren en functioneren van de
‘Periphery’.
3.4.
In de overeenkomst zijn
‘Site conditions’opgenomen. Deze houden onder meer in dat Öztürk ten behoeve van de ORC zorg draagt voor de beschikbaarheid van warmtebronnen, voor een permanente internetverbinding en voor de stroomvoorziening.
3.5.
In de overeenkomst staan verschillende door Triogen gegeven garanties. Onder meer is daarin opgenomen: ‘
Triogen will deploy best endeavours to realise completion and delivery of the Triogen Delivery as described in this Contract. In case of underperformance of Triogen on the Delivery Schedule or on the Contract PtG, power production capability of the ORC during the SAT, compensation payments will be made by Triogen. In addition, Triogen provides a warranty on the equipment delivered.’Daarnaast kent de overeenkomst een ‘Bonus-Malus” regeling in geval de ORC de overeengekomen capaciteit niet behaalt tijdens de periode, waarin de ORC in gebruik genomen wordt
(‘Commissioning’). De overeenkomst houdt bepalingen in over de duur van de garantie, over de wijze waarop en de termijn waarbinnen een beroep op de garantie gedaan moet worden, over zaken die van de garantie uitgesloten zijn en over omstandigheden die ertoe leiden dat de garantie niet van toepassing is.
3.6.
In bijlage 7 bij de overeenkomst is een
‘Customer Satisfaction Guarantee’opgenomen. Op grond daarvan neemt Triogen de ORC terug op verzoek van Öztürk in geval van
‘underperformance’van de ORC gedurende de eerste twaalf maanden van . In de bijlage staat beschreven wanneer sprake is van
‘underperformance’. De prijs die Triogen voor de teruggenomen ORC betaalt is 100% van de koopprijs onder aftrek van de inkomsten die de ORC gegenereerd heeft.
3.7.
Op de overeenkomst zijn de Metaalunievoorwaarden 2008 van toepassing.
3.8.
De ORC is op 26 november 2020 in gebruik genomen. Op die dag heeft een
‘Site Acceptance Test(SAT)’plaatsgevonden.
3.9.
Op 27 november 2020 heeft Lukáš Novotný, werkzaam bij B-power, onderaannemer van Triogen, een e-mail aan Öztürk gestuurd (met afschrift aan Triogen) met de volgende inhoud:
Let me inform me, that I’ve finished commissioning of our ORC on the site, but we still have some pending issues which should be figure out in short time period.
‣Fix the malfunction of two fans of the dry cooler
‣Fix the leakage of the compresses air from air filter of the reduce pressure. I prefer to replace this part by new one and operating pressure should be 6 bar.
‣Installation of missing signalization light above the door tot process room
‣Missing grounding of E-Box (body of the container) and evaporator
I wish You all the best and easy maintenance of the ORC
3.10.
De in genoemde e-mail van 27 november 2020 vermelde gebreken zijn in aansluiting op de
‘Site Acceptance Test’verholpen.
3.11.
Na de ingebruikneming door Öztürk van de ORC hebben partijen in de periode van januari 2021 tot en met mei 2022 via Whatsapp contact gehad. Bij de contacten heeft Öztürk verschillende problemen die zich voordeden bij het gebruik van de ORC aan Triogen gemeld. Triogen heeft naar aanleiding daarvan aanwijzingen voor oplossingen aan Öztürk gegeven. Ook kon Triogen de instellingen van de ORC op afstand regelen.
3.12.
Op 22 november 2021 heeft Öztürk een e-mail met de volgende inhoud aan de (voormalig) CEO van Triogen:
As you might have been following it up, we have been experiencing some problems with the unit installed in Maras.
Remote control if the unit, spare part supply and unsolved case for sensor incomparability are the recent ones that I can briefly summarize. In pour 2022 budget/investment plan we are considering to exit from this technology. We would like to discuss buy back options, third party offerings and contractual terms like downtime and performance.
We are planning to be around Nurnberg, Germany between 7-9th of December. We are looking forward to have either a meeting over a coffee or a zoom meeting in near future.
3.13.
De geadresseerde van de onder 3.12. genoemde e-mail heeft ook op 22 november 2021 geantwoord, waarbij hij zijn antwoord en het onder 3.12. genoemde bericht van
22 november 2021 per e-mail in kopie aan Triogen gestuurd heeft:
I am very sorry to hear this.
I have left Triogen and unfortunately cannot assist you with this any more. This email comes from my private email address.
I have put [naam 1] (Triogen director) and [naam 2] (Service) in cc, they are to ones to assist you with this.
3.14.
Op 7 april 2022 heeft Öztürk een e-mail met de volgende inhoud aan Triogen gestuurd:
Aftermore than 1 yearof operation time with Triogen ORC system 1 would like to mention some comments about operation and problems that we faced.
The equipment or system that we have purchased is very far away of being operational and feasibly. System has very less uptime and has spent last year mostly at standby or un-operational.
Here are some key points and comments about situations that we observed during operation
• Due to our plant location unfortunately we are working on a grid that surges and has failures more than average.
• Due to grid failures and nature of landfill gas engine operations we are having multiple system downtimes.
• Stops or failures of the system generally cause new chain failures.
• Need of remote support and efficiency of remote support limits production.
• Time, and working hour barriers for remote service.
• Local support is slow and inefficient for full operation.
• Continuous performance conditions did not fulfilled by our view.
• Total production is very less than expected and away from calculations of feasibility.
• Total man power or consumed manpower by operation and failures are too much for actual PtG.
I’m also adding a chart that indicates operational and non-operational durations. 1f you can also share your data for total operational time and total electricity production since start up, we can cross check.
Under these circumstances system became a infeasible investment and not logical to continue to operate.
So we kindly would like to open discussion for return of the equipment and termination of contract.
3.15.
Op 7 april 2022 heeft Triogen als volgt per e-mail geantwoord:
Thank you for your mail.
Although it is not a nice mail to receive, it is your prerogative and we will attempt to assist you wherever possible.
However, in terms of the attached chart and your analysis, would it be possible for you to:
• add the information for Jan, Feb and March 2022, because I believe the machine has been operating fairly regularly/well in this period (through our collective effort);
• in addition and importantly, overlay the power data form the grid, so that we can try and correlate the stoppages to the quality of the grid power;
In the meantime, let me discuss your mail with [naam 2] and the Triogen Team an we will see if we can assist you to find 2nd hand market for your equipment. Do you have a “reserve” price in mind or are you open tot any reasonable offers?
3.16.
Op 20 mei 2022 heeft Öztürk besloten de ORC blijvend buiten bedrijf te stellen.
3.17.
Akterm is een Turks bedrijf dat in opdracht van Triogen werkte. Op 28 juni 2022 heeft Öztürk een e-mail bericht aan Akterm gestuurd met de volgende inhoud:
Het Triogen ORC systeem op onze locatie was offline voor 426 van de in totaal 493 werkdagen tussen januari 2021 en april 2022 met lokale storingen in aanvulling op de storingen hieronder vermeld. Dit beschikbaarheidspercentage ligt ver buiten de contractuele en garantievoorwaarden voor ons.
- Htg storing
- Ups storing
- Tolueen detector storing
- Orj. Lek in flexleidingen
- Storing in aandrijfparameters
- Bestuurdersfout en reeks opeenvolgende fouten
- Storing in temperatuursensor
- Storing nieuwe temperatuursensor
- Storing vacuümsysteem
- Storing sensor
- Storing ups
- Netwerk storingen
Daarnaast heeft Triogen bij de recente storing opgemerkt dat er een verstopping was in de sproeiers van de turbines. In ons onderzoek hebben we vastgesteld dat sommige leidingen die met tolueen werken, gemaakt zijn van koolstofstalen pijpen. De pijpen zijn voortdurend aan corrosie onderhevig en de deeltjes verstoppen de sproeiers. Roest door corrosie en vervuiling van deeltjes zijn op de foto's te zien. De turbine is voorlopig niet ontmanteld.
Ik voeg de foto's van de geïnspecteerde leidingen als bijlage toe.
Als u meer gedetailleerde informatie wilt, gaan we verder op basis van uw feedback over het onderwerp.
3.18.
Op 25 juli 2022 vraagt Öztürk per e-mail aan Akterm of vooruitgang geboekt is en hoe zij de kwestie op denkt te lossen.
3.19.
Op 25 juli 2022 antwoordt Akterm:
We hebben de kwestie uitvoerig besproken met Triogen en als resultaat van de onderhandelingen is besloten dat er geen situatie is waarin wij, als Akterm, in dit stadium kunnen helpen.
3.20.
Op 26 april 2023 heeft de advocaat van Öztürk een brief aan Triogen gestuurd, waarin onder meer staat dat de door Triogen geleverde ORC al na de installatie daarvan gebreken is gaan vertonen en dat Triogen deze gebreken niet verholpen heeft. Daarom ontbindt Triogen de tussen partijen gesloten overeenkomst, indien de overeenkomst nog niet ontbonden is door de e-mail van Öztürk van 7 april 2022. Als gevolg van die ontbinding dient Triogen de ORC op te halen en de koopsom ter hoogte van € 378.470,00 terug te betalen. Als Triogen niet akkoord gaat met de ontbinding van de overeenkomst en terugbetaling van de koopsom zal Öztürk aanspraak maken op betaling door Triogen van een bedrag van € 474.287,85, bestaande uit de koopsom, aanvullende kosten die Öztürk heeft moeten maken en schade die Öztürk in de vorm van omzetverlies geleden heeft.
3.21.
Bij brief van 4 mei 2023 heeft Triogen de advocaat van Öztürk opmerkzaam op gemaakt op het feit dat Triogen voorwerp is van een procedure als bedoeld in de Wet homologatie onderhands akkoord en voor het overige, onder het voorstel om met Öztürk in overleg te treden, betwist dat zij haar verplichtingen uit de overeenkomst niet nagekomen is.

4.De vordering

4.1.
Öztürk vordert dat de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij
voorraad
- voor recht verklaart dat Öztürk de overeenkomst tussen partijen op juiste gronden heeft ontbonden en voor zover nodig de overeenkomst als ontbindt;
- Triogen veroordeelt om aan Öztürk te betalen het aankoopbedrag van de ORC in hoofdsom een bedrag van € 394.300,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over dit bedrag vanaf van betaling of een datum die de rechtbank in goede justitie zal bepalen, tot aan de dag der algehele voldoening;
- Triogen veroordeelt om aan Öztürk te betalen schadevergoeding voor de geleden vermogensschade ter hoogte van $ 253.499,60 en de overige c.q. aanvullende kosten voor de operatie van de ORC ter hoogte van € 51.236,38, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding of een datum die de rechtbank in goede justitie zal bepalen, tot aan de dag der algehele voldoening;
- Triogen veroordeelt om de ORC binnen vijf werkdagen na het vonnis terug te nemen en op eigen kosten van Triogen op te halen op straffe van een dwangsom van € 50.000,00 of en door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag per dag of dagdeel dat Triogen hieraan niet voldoet;
- Triogen veroordeelt om aan Öztürk te voldoen een bedrag ter zake van buitengerechtelijke incassokosten van € 5.167,89
- Triogen veroordeelt in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na het vonnis.
4.2.
Öztürk grondt haar vordering op het volgende. De door Triogen geleverde ORC heeft volgens Öztürk niet de eigenschappen die zij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De ORC vertoonde namelijk vanaf ongeveer drie weken na de installatie voortdurend gebreken en tekortkomingen. De volgende problemen hebben zich volgens Öztürk onder meer voorgedaan:
  • Storingen aan en uitval van de High-speed Turbo Generator (HTG)
  • Storingen aan en uitval van de sensoren
  • Software storingen
  • Verbindingsproblemen
  • Tolueen lekdetector storingen
  • Storingen aan pompen en de compressor
  • Vacuümproblemen veroorzaakt door lekkende stalen slangen
  • Systeemstoringen veroorzaakt door werkingsparameters
  • UPS-storingen
Öztürk heeft daaraan toegevoegd dat het technische ondersteuningsteam van Triogen op relevante momenten slecht of niet bereikbaar was en dat de storingen tot de noodzaak om de ORC door Triogen op afstand te laten resetten.
Ten gevolge van de gebreken en tekortkomingen is de ORC geruime tijd niet operationeel geweest heeft deze niet de door Triogen gegarandeerde hoeveelheid elektriciteit geproduceerd.
4.3.
Omdat Triogen de storingen en tekortkomingen niet op verzoek van Öztürk opgelost heeft en evenmin de ORC teruggehaald heeft met terugbetaling van de koopprijs vermeerderd met een bedrag aan compensatie heeft Öztürk de overeenkomst tussen partijen ontbonden. Öztürk heeft dat gedaan in haar brief van 26 april 2023, als zij dat al niet gedaan heeft in haar e-mail van 7 april 2022. Het gevolg daarvan is dat Triogen de koopprijs ter hoogte van € 394.300,00 terug dient te betalen, vermeerderd met handelsrente vanaf de dag van de betaling van die koopprijs. Triogen moet daarnaast de ORC ophalen.
4.4.
Öztürk vindt dat zij bovendien recht heeft op schadevergoeding. Die bestaan uit de kosten van onderdelen die heeft moeten kopen in verband met de gebreken aan de ORC. Het gaat om
‘dry cooler supply, rigging lifting installation, compensators, flue gas ducts and installation/fittings’. De kosten daarvan zijn in totaal € 51.236,38. Ook heeft zij schade geleden, omdat de ORC veel minder elektriciteit heeft geproduceerd dan zij op grond van de overeenkomst kon verwachten. Het verlies beloopt een bedrag van $ 253.499,60. Ten slotte dient Triogen in de ogen van Öztürk de schade te vergoeden die bestaat uit de buitengerechtelijke kosten die zij heeft gemaakt.

5.Het verweer

ORC beantwoordt aan de overeenkomst; slecht functioneren aan Öztürk toe te rekenen.

5.1.
Triogen betwist dat zij gehouden was om een ORC te leveren die gegarandeerd een elektrisch vermogen van 165 kWe zou leveren. Triogen heeft alleen gegarandeerd dat zij een ORC zou leveren die het vermogen heeft om de in de overeenkomst genoemde minimale power output van 150 kWe te leveren. Daarbij geldt als voorwaarde dat de ORC van de juiste hoeveelheid en kwaliteit van warmte voorzien wordt en daarnaast dient aan de overige vereisten te worden voldaan, zoals voldoende toevoer van stroom en een stabiele internetconnectie.
5.2.
Volgens Triogen voldeed de ORC tijden de
‘Site Acceptance Test’aan de op in de overeenkomst gestelde eisen. Zij verwijst naar het test protocol dat door of namens partijen ondertekend is. Dat als productie (‘
Power to grid’) 115 kWe staat vermeld in het protocol maakt dat niet anders. Dat de ORC niet in staat was een vermogen van 150 kWe te produceren is daar niet uit af te leiden. Naar het zich laat aanzien uit de meting tijdens de
‘Site Acceptance Test’was de warmtetoevoer tijdens de ‘
Site Acceptance Test’nog niet voldoende, maar uit de gegevens van de meting tijdens de
‘Site Acceptance Test’is af te leiden dat bij juiste warmtetoevoer de ORC wel een vermogen van 150 kWe kon produceren.
5.3.
Volgens Triogen waren er tijdens de
‘Site Acceptance Test’ook andere zaken niet op orde: twee ventilatoren van de droge koeler waren defect, perslucht lekte uit het luchtfilter van de drukregelaar en de aarding ontbrak bij de E-box (tankromp) en een verdamper. Deze onderdelen behoren tot wat in de overeenkomst omschreven is als
‘Periphery’. In de overeenkomst staat dat onder
‘Periphery’begrepen is:
All the equipment other than the standard Triogen ORC Scope, needed to make the ORC work safe and reliably.Volgens de overeenkomst is Öztürk als klant verantwoordelijk voor de
‘Periphery’, aldus Triogen.
5.4.
In de visie van Triogen zijn ook andere, door Öztürk genoemde problemen die zich bij de ORC voorgedaan hebben het gevolg van storingen aan onderdelen van de periferie, waarvoor Öztürk verantwoordelijk was. Zij noemt storingen aan de rookgaskleppen/biogasmotoren, aan machine 4 en aan de compressor. En anders zijn de problemen van de ORC het gevolg van het niet nakomen van andere verplichtingen, die Öztürk had, in het bijzonder zorgen voor een ononderbroken stroomtoevoer en voor een goede internetverbinding.
Garantie
5.5.
Ook als sprake zou zijn van non-conformiteit betekent dat nog niet dat Triogen daarvoor aangesproken kan worden. In de overeenkomst staat dat de garantie onder omstandigheden uitgesloten is. En die omstandigheden doen zich volgens Triogen voor.
Triogen voegt daaraan toe dat de garantie bovendien geëindigd is, omdat Öztürk instellingen in de software van de ORC gewijzigd heeft en het vaak niet mogelijk was om verbinding te krijgen met de ORC door een gebrekkige internetverbinding.
Ten slotte kan Öztürk volgens Triogen geen beroep op de garantie als bedoeld in artikel 14 van de Metaalunievoorwaarden doen, omdat zij niet zelf al haar verplichtingen ten opzichte van Triogen voldaan heeft, nu sprake is geweest van verkeerd gebruik van of gebrekkig onderhoud aan de ORC.
Schenden klachtplicht
5.6.
Triogen is van mening dat Öztürk haar klachtplicht geschonden heeft. In de overeenkomst is opgenomen dat
‘Claims under warranty’gedaan moeten worden
‘within 3 weeks after occurence of the failure event causing Customer to claim repair or replacement under warranty and with explicit reference to applicable parts of the warranty statement’. Op de overeenkomst zijn de Metaalunievoorwaarden (2008) zijn van toepassing. Artikel 15 daarvan stelt als eis dat de opdrachtgever, om op een gebrek een beroep te doen, binnen veertien dagen nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken schriftelijk bij de opdrachtnemer over dat gebrek klaagt. Triogen verwijst ook nog naar artikel 7:23 BW (klachtplicht koper) en naar artikel 6:89 BW (rechtsverlies door niet-protesteren).
Triogen niet in verzuim
5.7.
Triogen stelt zich op het standpunt dat Öztürk de overeenkomst tussen partijen niet mocht ontbinden, omdat Triogen niet in verzuim geraakt is. Triogen heeft nooit klachten van Öztürk ontvangen en is niet door Öztürk in gebreke gesteld, terwijl geen sprake is van een fatale termijn en evenmin van een situatie als bedoeld in artikel 6:83, aanhef en onder c, BW, omdat Triogen nooit heeft laten weten dat zij tekortkomingen – zo die er waren - niet wilde herstellen.
5.8.
Triogen meent dat, in geval enige tekortkoming aan haar zijde zou komen vast te staan, deze gezien haar bijzonder aard of geringe betekenis de ontbinding niet rechtvaardigt.
Beperking aansprakelijkheid
5.9.
Triogen beroept zich op de contractuele uitsluiting van haar aansprakelijkheid. Triogen is namelijk niet aansprakelijk voor gevolgschade en verlies van omzet op grond van artikel 2.3. van de overeenkomst, dat voor zover van belang luidt:
‘Triogen rejects all liability for consequential damage, loss of turnover or any other damage related to any defect or fault in the ORC installation.’Daarnaast beperkt artikel 13 van de Metaalunievoorwaarden de aansprakelijkheid van Triogen. Triogen kan slechts aansprakelijk zijn voor schade die het rechtsreeks en uitsluitend gevolg is van een haar toe te rekenen tekortkoming, voor zover zij daartegen verzekerd is dan wel redelijkerwijs verzekerd had behoren te zijn. Triogen is niet aansprakelijk voor indirecte schade of gevolgschade, zoals vertragingsschade of winstderving, aldus Triogen.

6.De beoordeling

Bevoegdheid Nederlandse rechter en toepasselijk recht

6.1.
Eisende partij is een in Turkije gevestigde vennootschap naar Turks recht, terwijl gedaagde partij een in Nederland gevestigde B.V. is. De rechtbank dient ambtshalve te onderzoeken of de Nederlandse rechter bevoegd is en naar welk recht zij het tussen partijen geschil dient te beoordelen. In bijlage 7 bij de tussen partijen gesloten overeenkomst is bepaald dat Nederlands recht het toepasselijk recht is en dat de rechtbank te Almelo de bevoegde rechter is. Dit vormt geen punt van geschil tussen partijen. De rechtbank is bevoegd om van het geschil tussen partijen kennis te nemen en zal het naar Nederlands recht beoordelen. Partijen zijn het er ook over eens dat de Metaalunievoorwaarden (2008) op hun overeenkomst van toepassing zijn. Artikel 20 van die voorwaarden sluit de toepassing van het Weens Koopverdrag uit. De rechtbank zal dat verdrag dan ook, hoewel Nederland een verdragsluitende partij is, buiten beschouwing laten.
Beantwoordde de ORC aan de overeenkomst?
6.2.
De rechtbank zal zich eerst buigen over de vraag wat partijen overeengekomen zijn over het vermogen dat de ORC moest hebben voor de productie van elektricteit. In de offerte van 8 februari 2016 staat als
‘Power to grid’(PtG) vermeld 160 kWe. In de tweede offerte, die de afspraken bevat die partijen gemaakt hebben voor de geleverde ORC, staat echter als
‘Net power to grid’(NPtG) 150 kWe vermeld. Volgens Öztürk diende de ORC 165 kWe als PtG te produceren, omdat in de tweede offerte als ‘
gross electricity production’170 kWe opgenomen is en daar 5 kWe van afgetrokken kan worden om de netto productie te berekenen. Geen verder elektriciteitsverbruik behoeft daarop in mindering gebracht te worden, omdat Öztürk de energietoevoer voor de ORC uit externe bron betrok. De rechtbank volgt Öztürk hier niet. Indien de netto productie anders berekend kan worden , betekent dat immers nog niet dat partijen iets anders afgesproken hebben dan 150 kWe als NPtG. De rechtbank komt tot de conclusie dat partijen afgesproken hebben dat de ORC het vermogen moest hebben om 150 kWe (per uur) te produceren.
6.3.
Op 26 november 2020 heeft de zogenaamde
‘Site Acceptance Test’plaatsgevonden. Daarvan is een rapport gemaakt dat Öztürk als productie 5 bij de dagvaarding gevoegd heeft. Daarin zijn geen onderdelen opgenomen met de vermelding
‘NOT OK’, maar bij
‘Power to grid’staat vermeld
‘115 kW’. Bovendien zijn een aantal opmerkingen in het rapport gemaakt. Deze heeft Lukáš Novotný in zijn e-mail van
27 november 2020 overgenomen (zie hiervoor onder 3.9.). Triogen erkent dat tijdens de
‘Site Acceptance Test’niet de tussen partijen overeengekomen hoeveelheid elektriciteit produceerde, maar zij meent dat de ORC op dat moment wel geschikt was om de overeengekomen hoeveelheid elektriciteit te produceren. De ORC heeft ten tijde van de test onvoldoende elektriciteit geproduceerd, omdat de warmtetoevoer te gering was, aldus Triogen. Daarnaast waren ook andere zaken niet op orde. Triogen verwijst naar de e-mail van Lukáš Novotný. Volgens Triogen behoren de onderdelen, waaraan de door laatstgenoemde opgesomde gebreken kleven, tot wat in de overeenkomst tussen partijen als
‘Periphery’omschreven is en valt het daarmee onder de verantwoordelijkheid van Öztürk om die onderdelen te installeren en zorg te dragen voor het goed functioneren daarvan.
6.4.
De rechtbank acht het volgende van belang. In de eerste plaats hebben de vaststellingen tijdens de
‘Site Acceptance Test’er niet toe geleid dat Öztürk de test niet
‘succesful’achtte. Triogen wijst er terecht op dat Öztürk de ORC toen geaccepteerd heeft. Daarnaast heeft Triogen, zoals Öztürk aan de hand van haar productie 24 laat zien, aanleiding gezien de productiecapaciteit ten tijde van de test te beperken. In het antwoord op een vraag van Öztürk van 1 december 2020 wat de volgende stap is
‘to load up’de overeengekomen
‘values’antwoordt Triogen op dat zij de hoeveelheid (de rechtbank begrijpt: te verwerken) warmte (direct) vergroot en dat deze nog beperkt was uit voorzorg voor de ORC. Dat duidt erop dat de productiecapaciteit op dat moment voldoende, in ieder geval groter dan 115 kWe was. Öztürk slaagt er niet in de stelling van Triogen te weerleggen dat de onderproductie te wijten is aan een te geringe warmtetoevoer. Öztürk verwijst ter ondersteuning van haar stelling dat de warmtetoevoer voldoende was naar haar productie 32, een overzicht van de aangeleverde warmte. De rechtbank stelt echter vast dat deze overzichten betrekking hebben op de periode vanaf januari 2021, dus niet zien op het tijdstip van de
‘Site Acceptance Test’.
De rechtbank komt tot de conclusie dat Öztürk niet aantoont dat de ORC onvoldoende vermogen had om 150 kWe (per uur) te produceren tijdens de
‘Site Acceptance Test’.
6.5.
Öztürk heeft evenmin aangetoond dat de productiecapaciteit van de ORC onvoldoende was ná de
‘Site Acceptance Test’. Non-conformiteit in die zin dat dat de ORC niet de overeengekomen productiecapaciteit had komt derhalve niet vast te staan.
6.6.
De rechtbank stelt vast dat partijen in hun overeenkomst geen afspraak gemaakt hebben over het productieniveau dat de ORC moest halen. Het bereiken van een totaalproductie in een bepaalde periode is dan ook geen eigenschap van de ORC, die zelfstandig tot non-conformiteit kan leiden, indien die productie niet bereikt is. De rechtbank acht de achterblijvende productie wel van betekenis voor haar (uiteindelijke) beoordeling van de vraag of Triogen een ORC geleverd en geïnstalleerd heeft die niet beantwoordde aan hetgeen Öztürk op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Dat blijkt uit het vervolg.
6.7.
Op 26 april 2023 stuurt de advocaat van Öztürk de brief, waarin hij de overeenkomst buitengerechtelijk ontbindt. In die brief noemt Öztürk als reden de herhaaldelijk storingen aan de apparatuur en aan de software van de ORC. Daarbij verwijst Öztürk naar twee bijlagen, maar deze zijn niet bij de desbetreffende productie gevoegd. In de brief omschrijft zij de door haar genoemde storingen niet nader. Öztürk verwijst ook naar haar e-mail van 22 november 2021. Zoals hierboven reeds overwogen staan in die e-mail drie meer specifieke klachten echter zonder dat Öztürk deze uitwerkt.
Ook verwijst de brief naar de e-mail van Öztürk aan Triogen van 7 april 2022. In die e-mail beschrijft Öztürk een aantal omstandigheden die het functioneren van de ORC bemoeilijkt hebben zonder daarbij echter tekortkomingen aan de zijde van Triogen te noemen. Tenslotte verwijst Öztürk in de brief naar de storingen, die opgesomd zijn in het bericht van 28 juni 2022 aan Akterm. Het betreft dertien storingen, waarvan slechts één enigszins toegelicht is.
Voor het overige brengt Öztürk in haar brief van 26 april 2023 naar voren dat de ORC slechts zeer beperkt operationeel geweest en dat de daadwerkelijke productie van elektriciteit veel geringer was dan de productie die Öztürk mocht verwachten. De rechtbank moet vaststellen dat in deze brief niet staat welke gebreken Öztürk ten grondslag legt aan de ontbinding van de overeenkomst. Daarbij komt dat, zo staat tussen partijen vast, meerdere gebreken op enig moment voor 26 april 2023, de datum van de brief, verholpen zijn.
6.8.
Desondanks komt de rechtbank tot de slotsom dat de ontbinding door Öztürk van de overeenkomst met zijn brief van 26 april 2023 gerechtvaardigd was. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. In de eerste plaats hebben partijen debat gevoerd over een aantal specifieke gebreken. Hieronder volgt daar een uitwerking van.
1.
HTG-Turbine
Öztürk merkt daarover op dat uit producties 29/30 en 10 blijkt dat ORC van 19 januari 2021 tot en met 13 juni 2021 stillag omdat de HTG-turbine niet functioneerde. Zij voegt daaraan toe dat Triogen kosteloos een nieuwe HTG-turbine naar Öztürk gestuurd heeft en de oude turbine heeft laten retourneren en dat fouten gemaakt zijn bij de verzending van de nieuwe turbine, waardoor het stilliggen van de ORC verlengd werd. Dit alles heeft Triogen niet betwist. Tussen partijen staat vast dat de HTG-Turbine deel uitmaakt van de ORC.
2.
Lekkage bij rookgaskleppen
Triogen heeft in haar conclusie van antwoord opgenomen dat het een probleem van de rookgaskleppen in juni 2021 een probleem van de
‘Periphery’is en niets te maken heeft met de ORC. Volgens Triogen heeft Öztürk, na dit verholpen te hebben de ORC weer willen weer opstarten. Triogen stelt zich op het standpunt dat het ook ging om een niet-functioneren van de
‘Periphery’toen in februari 2022 de rookgasklep biogasmotor 1 niet in orde was. Volgens Triogen is op 23 februari 2022 de ORC weer opgestart, toen dit probleem opgelost was. Tijdens de mondelinge behandeling heeft Öztürk erop gewezen dat Triogen zonder verdere toelichting stelt dat het een probleem van de
‘Periphery’is, terwijl uit productie 22 blijkt dat Triogen de rookgaskleppen zelf aan Öztürk verkocht heeft. Dat laatste heeft Triogen niet betwist.
3.
UPS (Uninterruptible power supply)
Volgens de conclusie van antwoord gaat het om de noodstroomvoorziening, die in juni 2021 en december 2021 niet goed werkte door gebreken in de stroomtoevoer dan wel de internetverbinding. Triogen heeft niet, althans onvoldoende betwist dat de UPS een onderdeel van de ORC was en heeft haar verweer dat de noodstroomvoorziening niet functioneerde ten gevolge van een niet ononderbroken stroomtoevoer of van een gebrekkige internetverbinding niet onderbouwd.
4.
Sensoren
Volgens Triogen duidt het uitvallen van een van de sensoren in juli 2021 op uitschakelen – door Öztürk – van de ORC zonder gebruikmaking van de UPS. Ook in oktober en in november 2012 is één van de sensoren kapot. Triogen stelt dat het kapotgaan ligt aan het vele uitschakelen en daarna weer starten van de ORC. Niet alleen kan Triogen de door haar genoemde oorzaak van het falen van de sensoren niet onderbouwen, zij betwist niet, zoals Öztürk stelt, dat de sensoren deel uitmaken van de ORC en niet van de
‘Periphery’. Daarbij komt dat Triogen onbetwist heeft gelaten dat zij Öztürk kosteloos aan nieuwe sensoren aan heeft geholpen.
5.
Corrosievorming
Volgens de conclusie van antwoord deed zich op 30 juli 2021 een
‘leakage in the big hose’(een van de slangen naar de turbine, onderdeel van de ORC), voor. Öztürk stelt dat de oorzaak
‘decayed or corroded material’is. Dat duidt er volgens Triogen op dat het gesloten systeem door Öztürk geopend is geweest. Öztürk heeft dit gesloten systeem geopend. Öztürk betwist dat sprake is van een gesloten systeem. Öztürk wijst erop dat zij in overleg met Triogen delen heeft vervangen zodat de ORC geen gesloten systeem kan hebben. Daarnaast heeft zij vastgesteld dat sommige delen niet van roestvrij staal gemaakt zijn, maar van koolstofstaal. Dat laatste is niet bestand tegen corrosie, aldus Öztürk. In het licht van de betwisting door Öztürk heeft Triogen, die erkent dat het om een aantasting van de ORC zelf gaat, niet aan kunnen tonen dat de corrosie door Öztürk veroorzaakt is.
6.9.
Aan de hand van de inhoud van dit debat tussen partijen moet de rechtbank vaststellen dat ervan uit gegaan kan worden dat de besproken gebreken de ORC zelf betroffen en niet de
‘Periphery’. Triogen heeft niet kunnen aantonen dat de gebreken aan de ORC ontstaan zijn door gebreken in de
‘Periphery’of door verkeerd gebruik door Öztürk. Daarnaast valt uit productie 10 af te leiden dat de hiervoor besproken gebreken hebben geleid tot het stilvallen of stilleggen van de ORC. Weliswaar brengt Öztürk zelf naar voren dat zich ook storingen bij de stroomvoorziening voorgedaan hebben, maar gezien het verband tussen de hiervoor besproken gebreken en het disfunctioneren van de ORC en het ontbreken van een aangetoond verband tussen de stroomstoringen en disfunctioneren op bepaalde momenten kan daar geen doorslaggevende betekenis toegekend worden. In alle besproken gevallen erkent Triogen dan wel betwist zij onvoldoende dat het desbetreffende onderdeel deel uitmaakt van de ORC Triogen heeft ook niet betwist dat de gesignaleerde gebreken, althans een groot aantal daarvan, geleid hebben tot stilvallen of stilleggen van de ORC. Het stilvallen of stilleggen van de ORC heeft zich met regelmaat voorgedaan en heeft in de meeste gevallen vele dagen geduurd. Dat valt ook af te leiden productie 10 bij dagvaarding. Dat de ORC meermalen gedurende geruime tijd niet gefunctioneerd heeft is ook niet door Triogen betwist.
6.10.
Daarnaast is van belang dat de ORC thans buiten gebruik gesteld is na het uitblijven van herstelwerkzaamheden. Die werkzaamheden zagen in ieder geval op de recente, nog niet verholpen storing aan de sproeiers van de turbines die Öztürk vermeld heeft in haar bericht aan Akterm van 28 juni 2022. In haar conclusie van antwoord (blz. 28/29) betwist Triogen niet dat deze sproeiers onderdeel van de ORC zijn, zij betoogt echter dat de sproeiers aangetast zijn door corrosie en dat de corrosie ontstaan is door verkeerd handelen van Öztürk, te weten het openen van het gesloten circuit. De rechtbank heeft hiervoor al overwogen dat niet vast komt te staan dat handelen van Öztürk tot de corrosie geleid heeft. Daarmee staat voor de rechtbank voldoende vast dat het herstel van het gebrek aan de sproeiers op de weg van Triogen lag.
6.11.
De rechtbank komt tot de slotsom dat de gebreken aan Triogen toe te rekenen zijn. Die gebreken hebben geleid tot soms langdurig stilvallen of stilliggen van de ORC. Het gevolg daarvan is weer dat de elektriciteitsproductie stopte. Weliswaar hebben partijen geen afspraken over de hoeveelheid te produceren elektriciteit gemaakt, het is voldoende vast komen te staan dat de elektriciteitsproductie zonder haperen aanzienlijk groter had kunnen zijn. Triogen heeft het productieoverzicht in productie 10 van Öztürk, dat ook ten grondslag ligt aan de relevante schadeopstelling door Öztürk hooguit betwist waar het gaat om het vermogen om een bepaalde hoeveelheid elektriciteit per uur te produceren. Uiteindelijk heeft Öztürk de ORC buiten bedrijf gesteld toen een of meer gebreken, waaronder het niet naar behoren werken van de sproeiers in de turbines, niet hersteld werden. Alles overziende komt de rechtbank tot de conclusie dat Öztürk terecht de overeenkomst ontbonden omdat de ORC, gezien de aan Triogen toe te rekenen gebreken en de gevolgen daarvan, niet aan de overeenkomst beantwoordde. De rechtbank voegt hier nog aan toe dat het tussen partijen vaststaande tussentijds herstel het voorgaande niet anders doet zijn, gezien de veelvuldigheid van de gebreken, de gevolgen daarvan en het feit dat de ORC uiteindelijk stil is blijven liggen. De vordering strekkende tot het geven van een verklaring van recht dat Öztürk de overeenkomst terecht ontbonden heeft acht de rechtbank dan ook toewijsbaar.
Klachtplicht
6.12.
De rechtbank is van oordeel dat Öztürk haar klachtplicht niet geschonden heeft. De door Triogen genoemde klachttermijn van artikel 2.3 van de overeenkomst is niet relevant, omdat Öztürk geen beroep doet op de door Triogen gegeven garantie. Verder geldt dat partijen na de ingebruikneming van de ORC door Öztürk met gebruikmaking van Whatsapp met elkaar in contact stonden over het functioneren van de ORC. Daarbij heeft Öztürk, wanneer zich problemen voordeden deze aan Triogen gemeld, waarna Triogen aanwijzingen gericht op de oplossing van die problemen gegeven heeft. Deze contacten vonden plaats in de periode van januari 2021 tot en met mei 2022 en de hiervoor onder 6.6. genoemde problemen bij het functioneren van de ORC zijn in die contacten tussen partijen aan de orde gekomen (zie productie 6 bij dagvaarding). Hiervoor heeft de rechtbank onder 6.11. overwogen dat zich kort voordat Öztürk de ORC buiten bedrijf stelde nog een probleem voordeed in de sproeiers van de turbines. Dat probleem vermeldt Öztürk in haar bericht aan Akterm van 28 juni 2022. Zij heeft dat probleem echter al eerder aan Triogen gemeld en wel op 20 mei 2022 (zie eveneens productie 6 bij dagvaarding). Een klachtplicht, die inhoudt dat een ontevreden schuldeiser tijdig of binnen een bepaalde termijn moet klagen over gebreken over non-conformiteit dient ter bescherming van de schuldenaar, in dit geval Triogen, tegen late en dus moeilijk te betwisten klachten. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat het niet nodig was dat Öztürk over de hiervoor genoemde gebreken (telkens) nog binnen veertien dagen na het ontdekken van die gebreken schriftelijk reclameerde bij Triogen. Die laatste was daarover immers in het kader van de tussen partijen bestaande contacten over het functioneren van de ORC geïnformeerd. Dat Öztürk wellicht niet in elk geval direct kon aangeven wat de technische aard van het gebrek was doet daaraan niet af. Tot het overleg tussen partijen behoorde dat Öztürk problemen aan Triogen kon voorleggen en dat Triogen (mede) aan de hand van door Öztürk verstrekte informatie kon vaststellen wat de aard van het probleem was.
Verzuim
6.13.
Öztürk stelt zich op het standpunt dat zij uit de verklaringen van Akterm van 25 juli 2022 heeft mogen afleiden dat nakoming van de verplichtingen uit overeenkomst door Triogen blijvend onmogelijk was in de zin van artikel 6:81 BW. Akterm en Triogen hebben naar aanleiding van een bespreking besloten Öztürk niet meer te kunnen assisteren in verband met de vertoonde gebreken en tekortkomingen van de ORC, aldus Öztürk, die hier verwijst naar productie 14 bij dagvaarding. Dat betekent dat Öztürk de overeenkomst kon ontbinden zonder dat Triogen in verzuim was geraakt.
Daarnaast vestigt Öztürk er de aandacht op dat Triogen meerdere malen is gewezen op de aanhoudende storingen aan de ORC. Öztürk vindt dat Triogen daardoor reeds in verzuim is.
6.14.
Niet in geschil tussen partijen is dat Triogen haar leverancier Akterm ingeschakeld heeft om te onderzoeken of Öztürk hulp geboden kon worden en dat Öztürk in dat verband op 28 juni 2022 een lijst met storingen aan Akterm gestuurd heeft. Uit de producties 13, 14 en 31 valt voorts het volgende af te leiden. Op 29 juni 2022 heeft Akterm geantwoord:
“Bedankt voor de gedeelde informatie, ik zal persoonlijk een ontmoeting hebben met Triogen en aan de kwestie werken, we zullen evalueren of er een punt is waar we ons persoonlijk als Akterm kunnen helpen”. Nadat Öztürk op 25 juli 2022 naar de stand van zaken geïnformeerd heeft, laat Akterm op 25 juli 2022 weten: “
We hebben de kwestie uitvoerig besproken met Triogen en als resultaat van de onderhandelingen is besloten dat er geen situatie is waarin wij, als Akterm, in dit stadium kunnen helpen.”De rechtbank is van oordeel dat uit deze mededeling zonder nadere uitleg, die ontbreekt, niet af te leiden is dat nakoming, in die zin dat door Öztürk gestelde gebreken verholpen zouden worden, blijvend onmogelijk was. Akterm bericht immers slechts dat zij, na overleg met Triogen, tot de slotsom gekomen is dat zijzelf Öztürk geen hulp kan bieden. Daarin ligt niet besloten dat Öztürk geen hulp geboden zou kunnen worden en daarmee evenmin dat herstel van de (gestelde) gebreken blijvend onmogelijk was.
6.15.
Voor zover Öztürk heeft willen betogen dat zij uit gedragingen of mededelingen van Triogen moest afleiden dat deze in de nakoming van haar verplichtingen zou tekortschieten, zodat het verzuim van Triogen in heeft kunnen treden zonder ingebrekestelling (artikel 6:83 BW) geldt het volgende. Mededelingen van die strekking, die door Triogen gedaan zijn, heeft Öztürk niet genoemd. Deze zijn ook niet te vinden in de hiervoor onder de feiten weergegeven communicatie tussen partijen. Het hiervoor besproken bericht van Akterm van 25 juli 2022 is ook niet als een dergelijke mededeling te beschouwen. Niet alleen doet Akterm slechts een mededeling over haar eigen mogelijkheden om Öztürk van dienst te zijn, terecht wijst Triogen erop dat nergens uit af te leiden valt dat Akterm op dat moment een mededeling namens Triogen deed.
Öztürk voert aan dat zij na het bericht van Akterm van 25 juli 2022 niets meer heeft vernomen van Triogen. Dat betwist Triogen niet, maar de rechtbank acht dit gegeven zonder toelichting onvoldoende om Öztürk te kunnen laten aannemen dat Triogen niet zal nakomen. Daarbij let de rechtbank ook op de inhoud van het bericht van Triogen van 7 april 2022 en van de communicatie tussen partijen in mei 2022. Daaruit valt veeleer af te leiden dat Triogen op dat moment nog bereid is om naar oplossingen te zoeken.
6.16.
De rechtbank oordeelt echter dat een ingebrekestelling van de zijde van Öztürk niet vereist was om Triogen in verzuim te doen geraken. Zoals de rechtbank hiervoor overwogen heeft was werkwijze van partijen zo dat zij met elkaar contact stonden, waarbij Öztürk Triogen informeerde over het gebruik van de ORC en problemen die zich bij de ORC voordeden aan Triogen voorlegde. Öztürk heeft op die manier regelmatig geklaagd over gebreken. Daarnaast heeft Öztürk op verschillende momenten bij Triogen kenbaar gemaakt dat zij niet tevreden was over het functioneren van de ORC en de resultaten die zij met de ORC behaalde: in haar e-mail van 22 november 2021 noemt zijn problemen, waarbij een aantal recente problemen aanstipt en Triogen inlicht over haar voornemen om de machine te retourneren (zonder overigens voldoende stellig een beroep te doen op de garantie van bijlage 7). In haar e-mail van 7 april 2022 signaleert zij wederom problemen onder de toevoeging dat de ORC langdurig niet in bedrijf is geweest en dat het bedrijfseconomisch niet verantwoord om met de ORC verder te werken. Ook dan vraagt zij om overleg over teruggave van de ORC en beëindiging van het contract. In het verlengde daarvan vindt contact tussen Öztürk en Akterm plaats. De laatste laat weten niets te gaan doen, terwijl ook Triogen geen actie gericht op herstel van de ORC meer onderneemt. Triogen wist dus dat zich herhaaldelijk problemen hadden voorgedaan, dat Öztürk ondanks oplossen van sommige problemen niet te spreken was over het functioneren van de ORC (in het bijzonder door het langdurig buiten bedrijf zijn van de ORC) en dat geen gevolg gegeven was aan de klachten die aan Akterm voorgelegd waren.
Onder die omstandigheden was het niet noodzakelijk dat Öztürk nog een aanmaning aan Triogen stuurde waarin zij Triogen in de gelegenheid stelt de ORC (weer) bedrijfsklaar te maken om tot ontbinding van de overeenkomst over te kunnen gaan (vgl. HR 26 maart 1982, NJ 1982/626, Automatic Signal/De Haas).
Garantie
6.17.
Triogen verweert zich ook tegen de door Öztürk gestelde tekortkomingen in de ORC met een beroep op de in de overeenkomst omschreven garantie. Naar het oordeel van de rechtbank houdt die garantie in dat Triogen in staat voor bepaalde eigenschappen van de ORC, in het bijzonder het vermogen om een bepaalde hoeveelheid elektriciteit op te wekken, en voor niet werkende onderdelen in die zin dat Triogen het ontbreken het overeengekomen vermogen of vertonen van mankementen door bedoelde onderdelen voor risico van Triogen komen. In de eerste plaats doet Öztürk geen beroep op die garantie. Zou zij dat wel doen, dan zou het beroep hooguit doel kunnen treffen ten aanzien van de toepasselijkheid van die garantie. Voor het overige geldt dat de uitsluiting van de garantie of het verlopen van de garantieperiode niet in de weg kunnen staan aan een beroep om non-conformiteit op grond van artikel 7:17 BW of op een tekortkoming in de nakoming van een uit de overeenkomst voortvloeiende verplichting in de zin van artikel 6:74 BW en artikel 6:265 BW. Daaruit vloeit voort dat wat Triogen in verband met de garantie aanvoert ook geen beletsel is voor ontbinding van de overeenkomst al dan niet met een verplichting voor Triogen om door Öztürk geleden schade te vergoeden.
Gevolgen ontbinding
6.18.
Op grond van artikel 6:271 BW is het gevolg van de ontbinding van de overeenkomst heeft het ontstaan van ongedaanmakingsverbintenissen op grond waarvan partijen de door hen ontvangen prestaties ongedaan moeten maken. Öztürk dient de door Triogen geleverde en geïnstalleerde ORC terug te geven en Triogen dient de door Öztürk betaalde koopprijs terug te betalen. Omdat Öztürk de ORC terug moet geven zal de rechtbank de vordering die ziet op een veroordeling van Triogen om de ORC op te halen afwijzen.
Nu Triogen zich niet op het standpunt stelt dat Öztürk een vergoeding verschuldigd is op grond van artikel 6:277 BW voor hetgeen Triogen geleverd heeft en niet ongedaan gemaakt kan worden dient Triogen de gehele koopprijs terug te betalen. De rechtbank zal Triogen daartoe veroordelen. De verplichting tot terugbetalen van de koopprijs is ontstaan bij de ontbinding van de overeenkomst door de brief van 26 april 2023. In die brief geeft Öztürk Triogen twee weken de tijd om de koopsom terug te betalen. De rechtbank zal dan ook bepalen dat Triogen rente over de koopsom verschuldigd is vanaf 8 mei 2023. Omdat de betaling van dit bedrag geen betrekking heeft op de geldelijke (tegen)prestatie op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst is Triogen geen handelsrente verschuldigd doch de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW.
Schadevergoeding?
6.19.
Öztürk vordert in de eerste plaats vergoeding van schade die zij geleden heeft om dat zij kosten heeft moeten maken bij het herstellen van onderdelen van de ORC. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de kosten die Öztürk gemaakt heeft om de ORC aan de praat te krijgen aan te merken als schade, die het rechtstreeks en uitsluitend gevolg is van aan Triogen toe te rekenen tekortkomingen, maar voor toewijzing van dit deel van de vordering moet wel vaststaan dat die kosten het gevolg zijn van de gebreken aan de ORC, ten aanzien waarvan de rechtbank overwogen heeft dat zij de ontbinding rechtvaardigen. Dat heeft Öztürk echter niet aangetoond. Daarbij komt dat zij ter onderbouwing van de kosten volstaan heeft met een aantal documenten in het Turks. Triogen heeft bij conclusie van antwoord verzocht deze stukken om die reden buiten beschouwing te laten. Nu Öztürk ook daarna niet de moeite genomen heeft om alsnog een Nederlandse vertaling van die stukken in het geding te brengen zal de rechtbank Öztürk niet in de gelegenheid stellen dat alsnog te doen. Het gevolg van een en ander is dat de rechtbank de vordering die ziet op vergoeding van herstelkosten zal afwijzen.
6.20.
Öztürk vordert daarnaast vergoeding van schade die zij geleden heeft, omdat de ORC minder elektriciteit geproduceerd heeft dan zij mocht verwachten. Triogen verweert zich onder meer met een beroep op artikel 13 van de Metaalunievoorwaarden, dat inhoudt dat de opdrachtnemer aansprakelijk is voor schade die opdrachtgever lijdt en die het rechtstreeks en uitsluitend gevolg is van een aan opdrachtgever toe te rekenen tekortkoming dat zij niet aansprakelijk is voor indirecte schade of gevolgschade, zoals vertragingsschade of winstderving. Dit verweer slaagt. De schade die samenhangt met de tegenvallende elektriciteitsproductie is immers als schade die niet weggenomen wordt door alsnog deugdelijk presteren door Triogen geen rechtstreeks gevolg van de gebreken in de door Triogen geleverde ORC.
6.21.
Ten slotte vordert Öztürk vergoeding van schade wegens gemaakte buitengerechtelijke kosten. Om dezelfde reden waarom de rechtbank de vordering strekkende tot vergoeding van schade in verband met de tegenvallende elektriciteitsproductie toewijsbaar acht zal zij dit onderdeel van de vordering van Öztürk ook afwijzen.
Proceskosten
6.22.
De rechtbank zal de vordering van Öztürk slechts gedeeltelijk toewijzen. Daarin ziet de rechtbank aanleiding om de proceskosten in die zin te compenseren dat ieder der partijen de eigen kosten draagt.

7.De beslissing

De rechtbank
  • verklaart voor recht dat Öztürk de overeenkomst op juiste gronden heeft ontbonden;
  • veroordeelt Triogen om aan Öztürk te betalen het aankoopbedrag van de ORC in hoofdsom een bedrag van € 394.300,00 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 8 mei 2023 tot aan de dag der algehele betaling;
  • verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
  • compenseert de proceskosten in die zin dat elk der partijen de eigen kosten draagt;
  • wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort en in het openbaar uitgesproken op
9 juli 2025.

Voetnoten

1.Gross Electricity Production
2.Power to Grid: Gross electricity production minus all the electrical consumption for the process room and electrical cabinet (circa 5 kWe).
3.Gross electricity production, net of main pump
4.Net Power tot Grid: Power to Grid minus all other electrical consumption related tot Triogen e-box and t-box, measured at the termination point within the e-box at 400V.