In deze zaak vordert Allianz Benelux N.V. een verklaring voor recht dat zij onder de BMW Top Cover Verzekering, afgesloten door [partij B], geen dekking hoeft te verlenen voor schade die is ontstaan door een ongeluk op 15 juni 2024. Allianz vraagt in conventie om veroordeling van [partij B] tot terugbetaling van een reeds uitgekeerd schadebedrag van € 234.626,87. In reconventie vraagt [partij B] om toestemming om Arriva Personenvervoer Nederland B.V. in vrijwaring op te roepen, stellende dat de chauffeur van Arriva de aanrijding had kunnen voorkomen door niet de voorrang te verlenen. De rechtbank oordeelt dat de vordering tot vrijwaring in beginsel toewijsbaar is, mits voldoende onderbouwd. De rechtbank heeft geoordeeld dat [partij B] voldoende heeft aangetoond dat er een rechtsverhouding bestaat die mogelijk een verhaalsrecht op Arriva met zich meebrengt. De rechtbank heeft de incidentele vordering toegewezen en [partij B] veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die aan de zijde van Allianz op nihil zijn begroot. De zaak wordt verwezen naar de rol voor het nemen van de conclusie van antwoord door [partij B].