ECLI:NL:RBOVE:2025:4634

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
8 juli 2025
Publicatiedatum
10 juli 2025
Zaaknummer
10822524 \ CV EXPL 23-4744
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis in een pachtzaak met kennelijke fout in eerdere uitspraak

In deze zaak heeft de pachtkamer van de Rechtbank Overijssel op 8 juli 2025 een herstelvonnis uitgesproken naar aanleiding van een eerdere uitspraak van 20 mei 2025. De pachtkamer oordeelde dat er sprake was van een kennelijke fout in het vonnis van 20 mei, die eenvoudig te herstellen was. Partijen waren op 20 mei 2025 verzocht om het vonnis te retourneren voor aanpassing, en zij hebben hieraan gehoor gegeven. De pachtkamer heeft de nodige aanpassingen doorgevoerd in de overwegingen van het vonnis, met specifieke wijzigingen in de verwijzingen naar de roldata voor verdere uitlatingen van partijen. De pachtkamer heeft bepaald dat de zaak opnieuw naar de rol van 2 september 2025 wordt verwezen, zodat partijen zich kunnen uitlaten over de benoeming van een deskundige en andere relevante vragen. Tevens is bepaald dat de verbeteringen op de minuut van het oorspronkelijke vonnis worden vermeld, en dat partijen de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis dienen te retourneren aan de griffie. Het vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter-voorzitter en de deskundige leden van de pachtkamer.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Pachtkamer
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer : 10822524 \ CV EXPL 23-4744
Herstelvonnis van 8 juli 2025
in de zaak van
[partij A],
wonende te [woonplaats 1],
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [partij A],
gemachtigde: mr. N.E. Koelemaij,
tegen
[partij B],
wonende te [woonplaats 2],
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde: mr. L.J.H. Jonkeren,

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij bericht van 20 mei 2025 heeft de pachtkamer partijen verzocht om het vonnis van 20 mei 2025 te retourneren, omdat het vonnis dient te worden aangepast.
1.2.
Partijen hebben aan dit verzoek gehoor gegeven. Partijen zijn daarbij in de gelegenheid gesteld zich over de aanpassing van het vonnis uit te laten.

2.De beoordeling

2.1.
De pachtkamer is van oordeel dat in het vonnis van 20 mei 2025 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De pachtkamer zal overgaan tot dit herstel.

3.De beslissing

De pachtkamer:
3.1.
bepaalt dat r.o. 4.34 van het op 20 mei 2025 tussen partijen gewezen vonnis, waar staat
“De pachtkamer zal de zaak verwijzen naar de rol van … (datum invullen) opdat partijen zich kunnen uitlaten over de persoon van de te benoemen deskundige, een en ander zoals overwogen onder r.o. 4.20 van dit vonnis.”
wordt gewijzigd in:
“De pachtkamer zal de zaak verwijzen naar de rol van 17 juni 2025 opdat partijen zich kunnen uitlaten over de persoon van de te benoemen deskundige, een en ander zoals overwogen onder r.o. 4.20 van dit vonnis.”,
3.2.
bepaalt voorts dat r.o. 5.1 van het op 20 mei 2025 tussen eiseres en gedaagde gewezen vonnis, waar staat
“verwijst de zaak naar de rol van 17 juni 2025 voor uitlating partijen zoals overwogen onder r.o. 4.20;”
wordt gewijzigd in
“verwijst de zaak naar de rol van 17 juni 2025 voor uitlating partijen zoals overwogen onder r.o. 4.20, 4.33 en 4.34;”
3.3.
verwijst de zaak naar de rol van 2 september 2025 zodat partijen zich alsnog kunnen uitlaten over de persoon van de te benoemen deskundige, een en ander zoals overwogen onder r.o. 4.20 en 4.34 van het vonnis van 20 mei 2025. Voorts worden partijen in de gelegenheid gesteld om vragen te formuleren die zij willen voorleggen aan de deskundige. [partij A] mag zich daarnaast uitlaten over de vraag of zij haar vorderingen tegen [naam 1] en [naam 2] wenst door te zette dan wel in te trekken.
3.4.
bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 8 juli 2025 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 20 mei 2025,
3.5.
gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 20 mei 2025 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van het team kanton en handelsrecht van deze rechtbank te retourneren.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Louter, kantonrechter-voorzitter en ir. E.G.J. Schuerink en mr. R.M.C.M Bogers, deskundige leden en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2025.