ECLI:NL:RBOVE:2025:4641
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van vermeende overtredingen van de Opiumwet en elektriciteitsdiefstal
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Overijssel op 11 juli 2025 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het telen van hennep en het stelen van elektriciteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet bewezen kon worden dat hij de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk telen van hennepplanten in een pand en het illegaal afnemen van elektriciteit. Tijdens de zittingen op 3, 5 en 27 juni 2025 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De officier van justitie stelde dat het telen van hennep wettig en overtuigend bewezen kon worden, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak van beide tenlasteleggingen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de kwalificatie van medeplegen en dat de verdachte niet voldoende betrokken was bij de hennepkwekerij. De rechtbank sprak de verdachte vrij van beide beschuldigingen, omdat er geen overtuigend bewijs was dat hij de feiten had gepleegd. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 11 juli 2025.