ECLI:NL:RBOVE:2025:4652
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in strafzaak
Op 11 juli 2025 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een strafzaak betreffende de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was dat de veroordeelde voordeel had genoten. De zaak betrof een enkele oogst van hennepplanten die door de politie in beslag was genomen. De rechtbank concludeerde dat er geen aanwijzingen waren dat de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel had genoten, ondanks de vordering tot betaling van € 9.703,-- aan de Staat. De procedure omvatte openbare terechtzittingen op 3, 6 en 27 juni 2025, waarbij de veroordeelde werd bijgestaan door haar raadsvrouw, mr. N. Tanoğlu. De rechtbank oordeelde dat de vordering tot ontneming moest worden afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld dat de veroordeelde voordeel had genoten. Het vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer voor strafzaken.