Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
vastgepakt/vastgehouden en/of (vervolgens)
[slachtoffer] (hard) op en neer ging) en/of (vervolgens)
vast te pakken/vast te houden en/of (vervolgens)
geval op/tegen het hoofd van die [slachtoffer], te geven;
heeft vastgepakt/vastgehouden en/of (vervolgens)
van die [slachtoffer] (hard) op en neer ging) en/of (vervolgens)
heeft vastgepakt/vastgehouden en/of (vervolgens)
van die [slachtoffer] (hard) op en neer ging) en/of (vervolgens)
3.De bewijsmotivering
subduraal hematoom), te zien. De bloeduitstorting onder het harde hersenvlies liep door tussen de helften van de grote hersenen en op het scheidingsvlies tussen de grote en kleine hersenen. De middellijn was gering naar links verschoven. Op de MRI-scan van 28 januari 2022 werd de aanwezigheid van de bloeduitstorting onder het harde hersenvlies bevestigd. Er waren aanwijzingen voor bloedpropjes in enkele kleine afvoerende bloedvaten bij de hersenvliezen, passend bij schade van deze bloedvaten. [10] Ter terechtzitting van 14 januari 2025 heeft forensisch arts Karst aangegeven dat de slapte van [slachtoffer] en de ademhalingsproblemen het gevolg zijn geweest van hersenletsel – naast de bloeduitstortingen - dat niet te zien is geweest op scans in het ziekenhuis. Op 25 januari 2022 onderzoekt een oogarts de netvliezen van de ogen van [slachtoffer]. Er worden diverse en grote bloeduitstortingen bij het netvlies gezien in en onder de netvlieslagen, geheel rondom. In het linkeroog zijn de netvliesbloedingen in de achterpool “minder uitgesproken” dan in het rechteroog. [11]
waarschijnlijker, na een niet-accidentele krachtsinwerking, na heftig schudden of na een combinatie van beide, dan bij een accidentele krachtsinwerking. [15]
iets waarschijnlijkeronder de hypothese niet-accidentele krachtsinwerking dan onder de hypothese accidentele krachtsinwerking. [18]
neurologische problemen) heeft gekregen.
en daardoor neurologische problemen) heeft opgelopen doordat verdachte hem op 25 januari 2022 met forse kracht heen en weer heeft geschud, dan wel andere handelingen heeft verricht die een dergelijke impact hebben gehad, zoals het veroorzaken van een botsing van het hoofdje van [slachtoffer] als hierboven vermeld.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De schade van benadeelde
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het primair bewezenverklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 7.500, -, (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 januari 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 72 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;