ECLI:NL:RBOVE:2025:4711

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
15 juli 2025
Publicatiedatum
16 juli 2025
Zaaknummer
08.184431.24 en 08.315863.24 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een minderjarige voor diefstal met geweld en poging tot afpersing

Op 15 juli 2025 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een minderjarige verdachte. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal met geweld, gepleegd door twee of meer verenigde personen, en aan poging tot afpersing. De feiten vonden plaats op 13 april 2024, toen de verdachte samen met anderen een slachtoffer, [slachtoffer 1], op straat heeft beroofd van zijn tas en inhoud, waaronder een bankpas en andere waardevolle spullen. De verdachte en zijn medeverdachten hebben het slachtoffer met geweld onder druk gezet om de tas af te geven. Daarnaast heeft de verdachte op 3 juni 2024 samen met anderen geprobeerd om een wietdealer, [slachtoffer 2], te dwingen tot afgifte van verdovende middelen en geld, waarbij zij gewapend waren met een mes en andere wapens. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf in de vorm van een leerstraf van 35 uren en een werkstraf van 145 uren, waarvan 60 uren voorwaardelijk. Tevens is de verdachte verplicht om een schadevergoeding van € 1.240,94 aan het slachtoffer te betalen. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op het slachtoffer en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die als first offender wordt beschouwd. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder toezicht door de jeugdreclassering en deelname aan een leerprogramma.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familie en Jeugd
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08.184431.24 en 08.315863.24 (P)
Datum vonnis: 15 juli 2025
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen de minderjarige:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2009 in [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de met gesloten deuren gehouden terechtzitting van 1 juli 2025.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. D.H. van Bommel, advocaat in Winterswijk, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er in chronologische volgorde, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Parketnummer 08.315863.24
feit 1:samen met anderen [slachtoffer 1] op straat met geweld heeft beroofd dan wel deel heeft uitgemaakt van een groep die geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1];
feit 2:samen met anderen met de van [slachtoffer 1] gestolen pinpas meermalen heeft gepind;
Parketnummer 08.184431.24
feit 1:samen met anderen heeft geprobeerd om met geweld of bedreiging met geweld
[slachtoffer 2] te dwingen zijn wiet en/of geld af te geven
en/of
samen met anderen heeft geprobeerd om met geweld of bedreiging met geweld
[slachtoffer 2] te beroven;
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
parketnummer 08.315863.24
1
hij op of omstreeks 13 april 2024 te Almelo
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een tas en/of een bankpas en/of meerdere OV- kaarten en/of Airpods en/of een
powerbank en/of een oplader en/of een geldbedrag en/of sleutels en/of een
identiteitskaart, in elk geval enig(e) goed(eren) en/of geldbedrag(en), dat/die geheel
of ten dele aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld
en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om,
bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
door - zakelijk weergegeven -
- tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij nu dat tasje moet geven, althans woorden van
gelijke aard en/of strekking en/of
-(vervolgens) die [slachtoffer 1] mee te voeren en/of achter die [slachtoffer 1] aan te rennen
en/of
- die [slachtoffer 1] (met kracht) meermalen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam te
trappen (ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] op de grond viel) en/of
- die [slachtoffer 1] (met kracht) meermalen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam en/of
in het gezicht, althans op/tegen het hoofd te slaan en/of te stompen en/of te
trappen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 april 2024 te Almelo
openlijk, te weten, op/aan het Waagplein en/of ter hoogte van de Hof van Gulick, in
elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke
plaats,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] door die [slachtoffer 1] (met kracht) meermalen,
althans eenmaal,
- op/tegen het lichaam te trappen (ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] op de grond
viel) en/of
- op/tegen het lichaam en/of in het gezicht, althans op/tegen het hoofd te slaan
en/of te stompen en/of te trappen;
2
hij op of omstreeks 13 april 2024 te Almelo
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een of meer geldbedragen, in elk geval enig(e) goed(eren) en/of geldbedrag(en),
dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn
mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft
en/of dat/die weg te nemen goed(eren) en/of geldbedrag(en) onder zijn/haar/hun
bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door meermalen
contactloos te pinnen met een bankpas (ABN) bij een cafetaria "[bedrijf 1]) op
naam van die [slachtoffer 1], tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn
mededader(S) niet gerechtigd waren;
Parketnummer 08-184432-24hij op of omstreeks 3 juni 2024 te Almelo
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van wiet en/of hasj, althans van een
hoeveelheid verdovende middelen en/of een geldbedrag, in elk geval enig(e)
goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 2] en/of een derde
toebehoorde(n)
met dat opzet
- een afspraak met die [slachtoffer 2] heeft/hebben gemaakt en/of
- zich (vervolgens) naar de plek van die afspraak heeft/hebben begeven en/of
- (daarbij) bivakmutsen heeft/hebben opgezet en/of over zijn/hun hoofd gedragen
en/of
- een mes en/of een koevoet en/of een vuurwapen en/of een gasalarmpistool,
althans een of meerdere wapens, heeft/hebben meegenomen en/of gedragen en/of
getoond en/of
-(al dan niet met voornoemde wapens) achter die [slachtoffer 2] aan is/zijn
gerend en/of die [slachtoffer 2] heeft/hebben achtervolgd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
en/of
hij op of omstreeks 3 juni 2024 te Almelo
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om wiet en/of hasj, althans een hoeveelheid verdovende middelen en/of
een geldbedrag, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2]
[slachtoffer 2], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen
en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen
volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2], te
plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of
gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of
andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
met dat opzet
- een afspraak met die [slachtoffer 2] heeft/hebben gemaakt en/of
- zich (vervolgens) naar de plek van die afspraak heeft/hebben begeven en/of
- (daarbij) bivakmutsen heeft/hebben opgezet en/of over zijn/hun hoofd gedragen
en/of
- een mes en/of een koevoet en/of een vuurwapen en/of een gasalarmpistool,
althans een of meerdere wapens, heeft/hebben meegenomen en/of gedragen en/of
getoond en/of
- (al dan niet met voornoemde wapens) achter die [slachtoffer 2] aan is/zijn
gerend en/of die [slachtoffer 2] heeft/hebben achtervolgd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

3.De bewijsmotivering

3.1
De feiten 1 en 2 onder parketnummer 08.315863.24
3.1.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten 1 primair en 2 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
3.1.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het onder feit 1 primair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken, nu het geweld niet was gericht op de diefstal van het tasje met daarin de goederen zoals ze in de tenlastelegging zijn opgenomen, zodat het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening niet kan worden bewezen.
Daarnaast dient vrijspraak van feit 2 te volgen, nu het opzet van verdachte niet was gericht op de diefstal.
3.1.3
Het oordeel van de rechtbank
-
De feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen en de door verdachte ter zitting afgelegde bekennende verklaring ten aanzien van het geweld, de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 13 april 2024 was verdachte met een aantal van zijn vrienden in het centrum van Almelo. [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1]) voegde zich op enig moment samen met [naam 1] bij die groep. Op een bepaald moment nam de groep [slachtoffer 1] mee naar [bedrijf 2]. [naam 1] was toen al vertrokken. Daar ontstond een vechtpartij, waarbij [slachtoffer 1] meerdere keren op/tegen het lichaam werd getrapt, waardoor hij op de grond viel. Ook werd [slachtoffer 1] op/tegen het lichaam en in het gezicht gestompt, onder andere door verdachte. Op het moment dat [slachtoffer 1] zich aan het geweld probeerde te onttrekken, rende de groep achter hem aan, waarna er weer geweld tegen hem werd gebruikt. Op enige moment hoorde verdachte iemand schreeuwen ‘pak het tasje’. [slachtoffer 1] had namelijk een tasje bij zich waarin zijn bankpas, meerdere OV-kaarten, Airpods, powerbank, oplader, contant geld, sleutels en zijn identiteitskaart zaten. Dat tasje is tijdens/na de vechtpartij door de groep van verdachte meegenomen. ’s Avonds is met de gestolen bankpas van [slachtoffer 1] door verdachte en een aantal van zijn vrienden bij cafetaria [bedrijf 1] in twee minuten tijd veertien keer contactloos betaald.
-
Oogmerk van wederrechtelijk toe-eigening
Dat het de bedoeling van verdachte en de medeverdachten was om [slachtoffer 1] geld afhandig te maken volgt naar het oordeel van de rechtbank uit een WhatsApp-gesprek tussen verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de nacht van 12 op 13 april 2024, waarin verdachte onder andere het bericht stuurt ‘Beste slaan we klapper in de middag zodat we avond pap hebben’. Verdachte heeft ter zitting uitgelegd dat ‘een klapper slaan’ ‘geld maken’ betekent. Door een van de medeverdachten is bij de politie verklaard dat ‘pap hebben’ ‘geld hebben’ betekent. Daarnaast is verdachte degene die in datzelfde WhatsApp-gesprek om het telefoonnummer van [naam 1] heeft gevraagd waarmee een afspraak wordt gemaakt om later die dag ‘te chillen’, terwijl [naam 1] degene is geweest die [slachtoffer 1] heeft meegenomen. Ook heeft verdachte ter zitting verklaard dat hij op 13 april 2024 met een bankpas heeft gepind bij cafetaria [bedrijf 1] in Almelo. Hij stelt niet te hebben geweten dat het de gestolen bankpas van [slachtoffer 1] was waarmee hij en de anderen pinden. De rechtbank acht deze verklaring niet geloofwaardig. In een tijdsbestek van slechts twee minuten is er veertien keer contactloos betaald bij de cafetaria met deze bankpas, tot een totaalbedrag van bijna € 100,00. Niet alleen door verdachte, maar ook door zijn vrienden. De rechtbank acht het zeer onwaarschijnlijk dat een van deze relatief jonge jongens dusdanig gul is, dat hij uit eigen beweging zijn bankpas rond laat gaan binnen de groep, zodat iedereen daar mee kan betalen, hetgeen volgens verdachte ook niet gebruikelijk is.
De rechtbank is van oordeel dat de gedragingen die hiervoor onder de feiten en omstandigheden zijn opgenomen in samenhang bezien met het hiervoor weergegeven WhatsApp-gesprek, naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht zijn geweest op het wegnemen van het tasje met inhoud, onder meer inhoudende de bankpas van [slachtoffer 1], alsmede op het wegnemen van een geldbedrag van [slachtoffer 1] door met die gestolen bankpas te pinnen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. De rechtbank verwerpt dan ook de verweren van de raadsvrouw.
-
De conclusie
De rechtbank acht de feiten 1 primair en 2 wettig en overtuigend bewezen.
3.2
Parketnummer 08-184431-24
Aan verdachte is een poging tot een zogenoemde ripdeal in een cumulatief/alternatieve variant tenlastegelegd, namelijk – kort gezegd – een poging tot afpersing en/of een poging tot diefstal met geweld.
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van een poging tot afpersing en de raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Verdachte heeft bekend dat hij op 3 juni 2024 samen met anderen heeft geprobeerd een gewapende overval (een zogenoemde ripdeal) te plegen op [slachtoffer 2].
De rechtbank is van oordeel dat de feitelijke gang van zaken, zoals die uit de bewijsmiddelen naar voren komt, naar de uiterlijke verschijningsvorm moet worden beschouwd als zo zeer te zijn gericht op de voltooiing van een geplande ripdeal, dat het niet anders kan dan dat dit ook daadwerkelijk de bedoeling was. De rechtbank overweegt daarbij dat wat betreft de bewezenverklaring en de juridische kwalificatie daarvan gelet op de cumulatief/alternatieve tenlastelegging, de poging tot diefstal met geweld in vereniging en de poging tot afpersing in vereniging zodanig verwant aan elkaar zijn, dat in het midden kan blijven op welke van de beide delicten het opzet van verdachte was gericht.
De rechtbank komt dan ook tot een bewezenverklaring van de cumulatief/alternatief tenlastegelegde poging tot diefstal met geweld en/of de poging tot afpersing op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
3.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten 1 primair en 2 onder parketnummer 08.315863.24 en het cumulatief/alternatief tenlastegelegde feit onder parketnummer 08.184431.24 heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 08.315863.24
1
hij op 13 april 2024 te Almelo tezamen en in vereniging met anderen een tas en een bankpas en meerdere OV- kaarten en Airpods en een powerbank en een oplader en een geldbedrag en sleutels en een identiteitskaart, die aan [slachtoffer 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, door - zakelijk weergegeven -
- tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij nu dat tasje moet geven, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
- vervolgens die [slachtoffer 1] mee te voeren en achter die [slachtoffer 1] aan te rennen en
- die [slachtoffer 1] met kracht meermalen tegen het lichaam te trappen ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] op de grond viel en
- die [slachtoffer 1] met kracht meermalen tegen het lichaam en tegen het hoofd te slaan en te stompen en te trappen;
2
hij op 13 april 2024 te Almelo tezamen en in vereniging met anderen geldbedragen die aan [slachtoffer 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders die weg te nemen geldbedragen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door meermalen contactloos te pinnen met een bankpas (ABN) bij een cafetaria ([bedrijf 1]) op naam van die [slachtoffer 1], tot het gebruik waarvan hij, verdachte en zijn mededaders niet gerechtigd waren;
Parketnummer 08.184431.24
hij op 3 juni 2024 te Almelo tezamen en in vereniging met anderen ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van wiet en/of hasj en/of een geldbedrag, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 2] en/of een derde toebehoorde met dat opzet
- een afspraak met die [slachtoffer 2] hebben gemaakt en
- zich vervolgens naar de plek van die afspraak hebben begeven en
- daarbij bivakmutsen hebben opgezet en/of over zijn/hun hoofd gedragen en
- een mes en een koevoet en een gasalarmpistool hebben meegenomen en/of gedragen en/of getoond en
- met voornoemde wapens achter die [slachtoffer 2] aan zijn gerend en/of die [slachtoffer 2] hebben achtervolgd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
en/of
hij op 3 juni 2024 te Almelo tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededaders voorgenomen misdrijf om wiet en/of hasj en/of een geldbedrag, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2], toebehoorde weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen
voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2], te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met dat opzet
- een afspraak met die [slachtoffer 2] hebben gemaakt en
- zich vervolgens naar de plek van die afspraak hebben begeven en
- daarbij bivakmutsen hebben opgezet en/of over zijn/hun hoofd gedragen en
- een mes en een koevoet en een gasalarmpistool hebben meegenomen en/of gedragen en/of getoond en
- al dan niet met voornoemde wapens achter die [slachtoffer 2] aan zijn gerend en/of die [slachtoffer 2] hebben achtervolgd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 08.315863.24
feit 1 primair
het misdrijf: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
Parketnummer 08.184431.24
het misdrijf: poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
en/of
het misdrijf: poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot de leerstraf Tools4U Verlengd Plus voor de duur van 35 uren. Daarnaast moet aan verdachte een werkstraf voor de duur van 145 uren waarvan 60 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren worden opgelegd. Aan het voorwaardelijk strafdeel dienen de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) in het rapport van 8 mei 2025 te worden gekoppeld. De officier van justitie heeft verder gevorderd dat de dagen die verdachte in voorarrest heeft gezeten van de werkstraf moeten worden afgetrokken.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat het strafvoorstel van de officier van justitie passend is.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
-
De ernst van de feiten
Verdachte heeft in een korte periode meerdere ernstige strafbare feiten gepleegd.
Samen met zijn toenmalige vrienden heeft verdachte op straat een willekeurig jongen bruut in elkaar geslagen en beroofd van zijn tas met inhoud. Het slachtoffer werd door een grote groep ingesloten zodat hij moeilijk kon ontkomen en heeft vervolgens flinke klappen en schoppen gekregen. Dit gewelddadige incident heeft een enorme impact gehad op het slachtoffer en heeft geleid tot gevoelens van angst en onveiligheid, gevoelens waar hij tot op de dag van vandaag nog de gevolgen van ondervindt. Dat verdachte en zijn mededaders na de brute straatroof met de gestolen pinpas naar een snackbar zijn vertrokken om zichzelf en anderen op kosten van het slachtoffer te trakteren op iets lekkers te eten of te drinken, betitelt de rechtbank als bijzonder respectloos.
Daarnaast heeft verdachte met een aantal van zijn toenmalige vrienden, op klaarlichte dag en onder het toeziend oog van toevallige voorbijgangers, geprobeerd om een wietdealer van zijn voorraad en zijn geld te beroven. Voorzien van gezichtsbedekkende kleding en bewapend met een mes, een koevoet en een gaspistool zijn de verdachten naar een wat afgelegen parkeergarage vertrokken, de plek waar met de dealer van tevoren was afgesproken. Een van de medeverdachten bleef op de uitkijk staan om de anderen te waarschuwen zodra de dealer in aantocht was. Op het moment dat de dealer verdachte en zijn mededaders naderde, de situatie niet vertrouwde en het op een rennen zette, zetten verdachte en zijn mededaders – met de gezichtsbedekkende kleding nog altijd voor en de wapens nog in hun handen, zichtbaar voor de toevallige voorbijgangers – de achtervolging in. Dat de dealer uiteindelijk is ontsnapt aan deze zogeheten ripdeal heeft hij te danken aan zijn eigen oplettendheid en niet aan verdachten. Dat het gebleven is bij een poging doet dan ook niets af aan het gegeven dat de verdachten wederom een ernstig gewelddadig feit wilden plegen, waarbij zij enkel oog hadden voor hun eigen gewin, wiet en snel geld. Verdachte is daarbij volledig voorbij gegaan aan een mogelijke escalatie van de situatie waarbij daadwerkelijk geweld door verdachte en/of zijn mededaders – al dan niet met behulp van de door hen meegebrachte wapens – danwel door de dealer zou (moeten) worden gebruikt met alle mogelijke gevolgen van dien. Ook zijn zij geheel voorbijgegaan aan het schrikeffect dat hun handelen op argeloze voorbijgangers heeft gehad, die getuige waren van jongens, voorzien van gezicht bedekking, die zwaaiend met wapens over straat rennen. Dat dit feit door deze jonge verdachten uitgebreid is voorbesproken en dat zij goed voorbereid en voorzien van wapens en gezichtsbedekkende kleding op pad zijn gegaan, baart de rechtbank zorgen. Verdachte heeft bij het plegen van al deze feiten een grote en weloverwogen rol vervuld en heeft bovendien niet geschuwd om zelf ook geweld te gebruiken. Dit rekent de rechtbank hem aan.
-
Documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 13 januari 2025. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest. Verdachte is een zogenoemde first offender. Hier houdt de rechtbank rekening mee.
-
Rapportage
De Raad heeft op 8 mei 2025 over verdachte een rapport opgemaakt. Uit dit rapport volgt zakelijk weergegeven onder meer het volgende.
De Raad ziet meerdere risicofactoren op verschillende leefgebieden, met name op het domein vaardigheden, houding en relaties. Er is weinig zicht op wat verdachte buitenshuis doet. Verdachte vertelt niet wat hem bezighoudt en hij gaat om met jongeren die in aanraking zijn gekomen en/of nog komen met de politie. Verdachte lijkt niet intrinsiek gemotiveerd te zijn voor onderwijs. Daarnaast is sprake van drugsgebruik, waarbij de mate en de aard van het gebruik niet bekend zijn. Door de betrokken jeugdreclasseringswerker wordt een jongen gezien die verkeerde keuzes maakt vanuit onzekerheid, beïnvloedbaarheid en gevoeligheid voor groepsdruk. Verdachte laat ook bij hem niet het achterste van zijn tong zien. Verdachte is de afgelopen acht maanden niet in probleemsituaties terecht gekomen, maar de indruk bestaat dat de intrinsieke motivatie van verdachte om daar ook niet in terecht te komen niet zozeer is veranderd. Het lijkt vooral het strakke kader, waarin verdachte zich in zijn schorsingsperiode bevindt, waardoor hij binnen het acceptabele wordt gehouden en waardoor het hem moeilijker wordt gemaakt om strafbare feiten te plegen. Verdachte kan niet goed omgaan met situaties waarin hij onrecht ervaart en hij blijft het belangrijk vinden om voor zijn vrienden op te komen. Hier blijft de Raad een risico in zien. Daarbij blijft de zucht naar geld en aanzien aanwezig bij verdachte en dit geeft de Raad zorgen over mogelijk nieuw delictgedrag, wanneer hij hiervoor in de verleiding komt. Gelet op die omstandigheden adviseert de Raad om aan verdachte een leerstraf op te leggen, gericht op het vergroten van zijn probleemoplossende vaardigheden en de wil om de positieve verandering (zonder probleemsituaties) vast te houden. De leerstraf kan verdachte helpen om in te zien dat hij gevoelig is voor aanzien en dat hij leert ‘nee’ te zeggen onder groepsdruk en afstand kan nemen van de negatieve invloed van problematisch functionerende jongeren. Geadviseerd wordt de Tools4U Verlengd Plus aan verdachte op te leggen, zodat ook ouders betrokken worden en daarmee in de praktijk ook kunnen aansluiten bij hetgeen verdachte gaat leren. Daarnaast ziet de Raad meerwaarde in het adviseren van een voorwaardelijke straf met daaraan gekoppeld bijzondere voorwaarden en verplicht toezicht van de jeugdreclassering. Dit geeft verdachte duidelijkheid in wat er van hem wordt verwacht en het biedt hem strakke kaders waarbinnen hij de komende tijd moet functioneren. Ingeschat wordt dat dit afdoende is om recidive te voorkomen. De Raad heeft overwogen of een voorwaardelijke jeugddetentie geadviseerd zou moeten worden, maar heeft hier toch vanaf gezien omdat verdachte het afgelopen half jaar geen nieuwe strafbare feiten meer heeft gepleegd. Een voorwaardelijke werkstraf zal voldoende motivatie voor verdachte zijn om zich aan de bijzondere voorwaarden te houden, is de verwachting van de Raad. Aan die voorwaardelijke werkstraf dient een proeftijd van twee jaren te worden verbonden, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij en toezicht door de jeugdreclassering van Stichting Jeugdbescherming Overijssel (JbOV), meewerken aan ondersteuning en begeleiding door JbOV en/of hulpverlening door een andere instelling, openheid bieden over middelengebruik en daarin de adviezen van de jeugdreclasseerder opvolgen, ook als dat inhoudt hulpverlening door bijvoorbeeld Tacus of een andere soortgelijke instelling, het hebben van een door de jeugdreclasseerder te bepalen zinvolle dagbesteding in de vorm van werk/onderwijs en het hebben van een zinvolle vrijetijdsbesteding.
-
Verdere overwegingen
Dat de feiten bijzonder nare gewelddadige feiten zijn waarvoor een straf moet volgen, staat buiten kijf. Crimineel en agressief gedrag worden niet getolereerd. Dit beseft verdachte ook. Hoewel de ernst van de gepleegde feiten het opleggen van een onvoorwaardelijke jeugddetentie zonder meer rechtvaardigen, zal de rechtbank, hiertoe niet overgaan. De rechtbank weegt daarbij mee dat verdachte zijn leven het afgelopen jaar op bepaalde leefgebieden een positieve wending heeft weten te geven. Hij heeft zijn diploma gehaald, heeft een baan gevonden, start volgend schooljaar met een nieuwe opleiding en hij heeft zijn middelengebruik verminderd. Daarnaast ziet de rechtbank ook het belang voor verdachte bij het voortzetten van het contact met en de begeleiding door de jeugdreclassering, alsmede ook dat verdachte vaardigheden krijgt aangeleerd die hem kunnen helpen weerbaarder te worden en de juiste keuzes te blijven maken om de ingezette positieve lijn vast te kunnen houden.
Alles overziend is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een taakstraf in de vorm van een leerstraf Tools4U Verlengd Plus (35 uur) moet worden opgelegd. Daarnaast moet aan verdachte een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 145 uren waarvan 60 uren voorwaardelijk worden opgelegd. Daarbij geldt een proeftijd van twee jaren. De tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht wordt op het onvoorwaardelijke deel van de werkstraf in mindering gebracht. Aan het voorwaardelijke gedeelte van de werkstraf worden de bijzondere voorwaarden zoals opgenomen in het rapport van de Raad van 8 mei 2025 gekoppeld, te weten en meldplicht bij en toezicht door de jeugdreclassering JbOV, meewerken aan ondersteuning en begeleiding door JbOv en/of hulpverlening door een andere instelling, openheid bieden over het middelengebruik en daarin de adviezen van de jeugdreclasseerder opvolgen, ook als dat inhoudt hulpverlening door bijvoorbeeld Tactus of een andere soortgelijke instelling, hebben van een door de jeugdreclasseerder te bepalen zinvolle dagbesteding in de vorm van werk/onderwijs en het hebben van een zinvolle vrijetijdsbesteding.

7.De schade van benadeelde

7.1
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] (08.315863.24)
[slachtoffer 1] (vertegenwoordigd door [naam 2]) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.240,94, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- geld € 99,00
- bodywarmer € 39,99
- eigen risico € 50,00
- beveiligingskosten € 21,95
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 1.000,00 gevorderd.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de vordering geheel kan worden toegewezen, waarbij de medeverdachten hoofdelijk aansprakelijk zijn, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, terwijl de vervangende hechtenis wordt gesteld op nul dagen.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit 1 primair onder 08.315863.24 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 1.240,94, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan, te weten 13 april 2024.
-
Hoofdelijkheid
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht mede aansprakelijk is voor de schade die door feit 1 primair onder 08.315863.24 is toegebracht.
De rechtbank bepaalt op grond van artikel 36f lid 5 Sr dat de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:4:20 Sv kan worden toegepast, op 0 (nul) dagen wordt gesteld.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 77a, 77g, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08.184431.24 cumulatief/alternatief ten laste gelegde en het onder parketnummer 08.315863.24 feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 08.315863.24
feit 1 primair
het misdrijf: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
Parketnummer 08.184431.24
het misdrijf: poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
en/of
het misdrijf: poging tot diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;

Straf

- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf in de vorm van een leerstraf, te weten
Tools4U Verlengd Plusvoor de duur van
35 (vijfendertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
17 (zeventien) dagen;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf in de vorm van een werkstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
145 (honderdvijfenveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
72 (tweeënzeventig) dagen;
- bepaalt dat van deze taakstraf een gedeelte van
60 (zestig) uren niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de, door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Overijssel, afdeling jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op de door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- meewerkt aan door Jeugdbescherming Overijssel noodzakelijk geachte ondersteuning of verwijzing naar hulpverleningsinstanties, die gedurende de begeleiding door de jeugdreclassering noodzakelijk wordt geacht om de kans op herhaling te verkleinen;
- openheid biedt over zijn middelengebruik en daarin adviezen van de jeugdreclasseerder opvolgt, ook als dit betekent dat er hulpverlening opgezet moet worden bijvoorbeeld vanuit Tactus of een andere soortgelijke instelling;
- een zinvolle dagbesteding heeft, in de vorm van werk/onderwijs, waarin de jeugdreclasseerder bepaalt wat zinvol is;
- een zinvolle vrijetijdsbesteding heeft, waarin de jeugdreclasseerder bepaalt wat zinvol is;
- draagt de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Overijssel (instantiecode AST106) op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden. De verantwoordelijke gemeente is Almelo;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het jeugdreclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77a, eerste tot en met vierde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de werkstraf geheel in mindering zal worden gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] (vertegenwoordigd door
[naam 2]), (08.315863.24 feit 1 primair) toe tot een bedrag van € 1.240,94 (zegge: twaalfhonderdveertig euro en vierennegentig eurocent) bestaande uit materiële schade en immateriële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], (08.315863.24 feit 1 primair): van een bedrag van € 1.240,94 (zegge: twaalfhonderdveertig euro en vierennegentig eurocent) te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 april 2024 met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit 1 primair onder parketnummer 08.315863.24 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.240,94 (zegge: twaalfhonderdveertig euro en vierennegentig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 april 2024 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt dat, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, gijzeling voor de duur van 0 (zegge: nul) dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
opheffing geschorste bevel voorlopige hechtenis 08.184431.24
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. A. Flos en mr. G.M.J. Vijftigschild, (kinder)rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2025.
Buiten staat
Mr. Vijftigschild is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van parketnummer 08.315863.24
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2024168815. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 1 juli 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte.
Op 13 april 2024 was ik samen met mijn vrienden in Almelo. Wij hebben toen gevochten met [slachtoffer 1]. Iemand begon met opjutten en deelde de eerste twee klappen uit, waarna onze hele groep zich ermee ging bemoeien. [slachtoffer 1] wilde wegrennen en wij zijn er achteraan gegaan. Hij was aan het vechten met [medeverdachte 1]. Ik heb [slachtoffer 1] vier keer geslagen op zijn lichaam en in zijn buik. Ik hoorde iemand schreeuwen ‘pak het tasje’. Ik wist dat het tasje van [slachtoffer 1] was meegenomen. ’s Avonds stonden we buiten voor cafetaria [bedrijf 1]. Daar werd een bankpas rondgedeeld om drinken mee te halen. Ik heb ook met die pas betaald bij de cafetaria.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1], voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever op pagina 18 e.v.
Ik doe aangifte van diefstal met geweld. De weggenomen goederen behoren mij geheel in eigendom toe. Niemand had het recht of de toestemming deze goederen weg te nemen
en zich toe te eigenen. Ik ben eigenaar van een zwart Louis Vuitton tasje met daarin:
mijn identiteitskaart
2 anonieme chipkaarten
NS abonnement chipkaart
powerbank
lader iPhone
100 euro contant
fiets en huissleutels
ABN bankpas
Apple airpods
Op zaterdag 13 april 2024 was ik met [naam 1] bij de Coop. Daar heb ik eten gehaald. [naam 1] was aan het praten met een hele groep jongens die daar buiten stonden.
Ik ben met het eten bij de geldautomaat gaan zitten. We zijn voor de geldmaat aan de [bedrijf 3] gaan zitten.
[naam 1] ging weg en toen bleef ik achter met jongelui die ik niet kende. Op gegeven moment wilde ik daar weg en probeerde ik [naam 1] te bellen. Maar [naam 1] nam niet op. Ik vroeg de jongens of hun wisten waar [naam 1] was en deze gaven aan dat ze dat wel wisten. En toen ben ik met mijn domme hoofd met ze meegelopen. Ik had mijn Louis Vuitton zwarte schoudertas met inhoud op mijn buik hangen.
Mij werd gevraagd hoe ik aan mijn mooie tasje kwam. Ik heb aangegeven dat ik deze van een vriend had overgekocht. Toen werd mij door [naam 3] gevraagd of hij mijn tasje even om mocht doen. Ik heb aangegeven dat ik dat liever niet had. Vervolgens werd hij wat opdringerig. "Geef mij dat tasje nu". Of woorden van die strekking. Op dat moment liepen we via het Kolkje naar de Hof van Gulick. Daar kon ik niet verder. Ik liep achteruit maar op een gegeven moment kon ik niet verder achteruit want er stonden ook jongens achter mij.
Ik probeerde weg te rennen en toen werd ik kennelijk opzettelijk en met kracht onderuit getrapt. Dat deed een jongen met blauwe kleding, ik weet nog dat hij lang was. Hij stond in eerste instantie achter mij en toen ik wilde wegrennen trapte hij me onderuit. Hij was geen Nederlandse jongen van afkomst. Ik voelde hoe hij kennelijk opzettelijk en met kracht zijn benen strekte richting mijn benen. Ik voelde hoe hij me raakte waardoor ik mijn evenwicht verloor en ik op de grond viel. Ik voelde hoe mijn blote handen de grond raakten. Ik voelde meteen de pijn in mijn handen en benen. Ik werd bang en ik dacht: "wat nu". De andere jongen die me begon te slaan had een New Yorker pet en was van Nederlandse afkomst. Die jongen kwam op me af en begon me te slaan terwijl ik op de grond lag. Ik hief mijn armen omhoog en ik zag en voelde hoe hij een vuist maakte en tegen mijn hoofd en buik begon te slaan. Ik voelde hoe hij kennelijk opzettelijk en met kracht mijn hoofd en buik raakte. Ik weet niet of ik werd geschopt of geslagen maar ik had achteraf een fikse schaafwond op de buik. Ik was achteraf blij dat ik een bodywarmer en een vestje aanhad.
Het was een chaos en ik kan het niet zo goed navertellen. Ik had mijn airpods op dat moment in en ik heb vanochtend nog weer geprobeerd om via mijn airpods, via zoek mijn iPhone een precieze locatie te achterhalen, maar dat is niet gelukt. Ik ben ze kwijt en ze geven nog steeds geen locatie aan. Dus iemand heeft ze kennelijk opzettelijk gereset. Denk ik. Normaal als je ze afspeelt dan wordt de locatie meteen aangegeven. Ik ben tijdens de gewelddadige chaos mijn tasje met inhoud en mijn airpods kwijtgeraakt. Ik ben gewoon bestolen.
Toen ik thuis kwam heb ik mijn wonden gekoeld.
Ik had wonden aan de linkerkant van mijn kaak.
Ik had een fikse bloedende wond aan mijn rechter elleboog.
Ik had een fikse bloedende wond op mijn buik
Ik had schaafwonden op mijn linkerbeen
Ik had schaafwonden op mijn linkerhand
Ik had een bloedende wond op mijn rechter knie.
Mijn moeder zag vervolgens alle afschrijvingen bij [bedrijf 1]:
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [bedrijf 1],[nummer]
[nummer], 13.04.24/21:00 ALMELO
3 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [bedrijf 1],[nummer]
[nummer], 13.04.24/21:00 ALMELO
3 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [bedrijf 1],[nummer]
[nummer], 13.04.24/21:00 ALMELO
3 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [bedrijf 1],[nummer]
[nummer], 13.04.24/21:0l ALMELO
3,40 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [bedrijf 1],[nummer]
[nummer], 13.04.24/21:0l ALMELO
5 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [bedrijf 1],[nummer]
[nummer], 13.04.24/21:02 ALMELO
6,40 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [bedrijf 1],[nummer]
[nummer], 13.04.24/21:04 ALMELO
3 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [bedrijf 1],[nummer]
[nummer], 13.04.24/21:04 ALMELO
6 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [bedrijf 1],[nummer]
[nummer], 13.04.24/21:57 ALMELO
4 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [bedrijf 1],[nummer]
[nummer], 13.04.24/21:57 ALMELO
4 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [bedrijf 1],[nummer]
[nummer], 13.04.24/21:58 ALMELO
9 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [bedrijf 1],[nummer]
[nummer], 13.04.24/22:00 ALMELO
19 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [bedrijf 1],[nummer]
[nummer], 13.04.24/22:01 ALMELO
10,20 euro
13-04-2024 BEA, Betaalpas Cafetaria [bedrijf 1],[nummer]
[nummer], 13.04.24/22:02 ALMELO
20 euro
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant], voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van die verbalisant op pagina 67 e.v.
Op donderdag 27 juni 2024, om 10:00, was ik, verbalisant [verbalisant], belast met een dagdienst voor de Basisrecherche in Almelo. Ik kreeg toestemming van de officier van justitie Dronkers om in de telefoon van verdachte [medeverdachte 3] te kijken.
Ik bekeek de berichten onder het kopje ''instant messages''. Ik zocht vervolgens op de datum van het incident, 13 april 2024 en bekeek de berichten. Ik zag daarbij het volgende:
- 13-04-2024 00:09:15 ([verdachte]) 'Wat doen wij morgen'
- 13-04-2024 00:09:21 ([medeverdachte 1]) 'Chillen met [medeverdachte 3]'
- 13-04-2024 00:09:24 ([medeverdachte 1]) 'In de middag'
- 13-04-2024 00:09:26 ([verdachte]) 'Chillen'
- 13-04-2024 00:09:29 ([medeverdachte 1]) 'En in de avond klapper slaan'
- 13-04-2024 00:09:37 ([medeverdachte 2] ) 'En met mij'
- 13-04-2024 00:10:19 ([verdachte]) 'Beste slaan we klapper in de middag zodat we avond pap hebben'
- 13-04-2024 00:10:32 ([medeverdachte 2] ) 'Hier ben ik het mee eens'
- 13-04-2024 00:11:29 ([medeverdachte 2] ) 'Beste planning maken'
- 13-04-2024 00:11:32 ([medeverdachte 1]) 'We kunnen die vape dealertje we is racen of niet'
- 13-04-2024 00:11:45 ([verdachte]) 'racen we gwn die [naam 4]'
- 13-04-2024 00:12:14 ([medeverdachte 1]) 'kan'
- 13-04-2024 00:13:24 ([verdachte]) 'wie heeft nummer van [naam 1]'
- 13-04-2024 00:13:29 ([medeverdachte 2] ) 'ik'
Vervolgens zag ik dat er op 13-04-2024 rond 15:00 uur afgesproken wordt om te gaan chillen in de stad.
- 13-04-2024 18:31:08 ([telefoonnummer 1]) 'wij zijn hema bankjes'
- 13-04-2024 20:25:21 ([medeverdachte 1]) 'waar is iedereen'
- 13-04-2024 20:25:30 ([medeverdachte 1]) 'ysu heeft tie [naam 6] gebeld'
- 13-04-2024 20:25:53 ([naam 5] ) 'wie heeft gebeld'
- 13-04-2024 20:33:49 ([medeverdachte 1]) 'kom na fong'
- 13-04-2024 20:34:11 ([naam 5] ) 'die rare guy'
- 13-04-2024 20:34:19 ([medeverdachte 1]) 'ja'
- 13-04-2024 20:34:23 ([medeverdachte 1]) 'die turk'
- 13-04-2024 20:34:25 ([medeverdachte 1]) 'uit [plaats]'
- 13-04-2024 20:34:34 ([naam 5] ) 'wtkk waarom'
- 13-04-2024 20:38:23 ([telefoonnummer 1]) 'wtkk'
- 13-04-2024 23:56:00 ([naam 5] ) 'laat eens die video zien'
- 13-04-2024 23:56:11 ([medeverdachte 1]) 'app me prive als je wilt'
- 14-04-2024 00:00:58 ([naam 5] ) 'hij komt niet meer naar almelo'
- 14-04-2024 00:01:14 ([medeverdachte 1]) 'voor m mag hopen'
- 14-04-2024 19:01:58 ([medeverdachte 1]) 'pak de bus wel'
- 14-04-2024 19:02:36 ([telefoonnummer 2]) 'kost doekoe toch'
- 14-04-2024 19:02:58 ([medeverdachte 1]) 'heb ov'
- 14-04-2024 19:03:01 ([medeverdachte 1] 'van die guyki'
- 14-04-2024 19:03:07 ([medeverdachte 3]) 'ik wil ook ov'
- 14-04-2024 19:04:36 ([medeverdachte 1]) '[naam 7] heeft 2 andere'
Ten aanzien van parketnummer 08.184431.24
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2024255098. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 1 juli 2025, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in art. 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
Het proces-verbaal van verbalisant J.M. Rode van 4 juni 2024 op pagina 54 e.v.