In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 15 juli 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen partij A en partij B. Partij A heeft partij B aangeklaagd om medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van haar eigendomsaandeel in de woning. De voorzieningenrechter heeft in conventie partij B veroordeeld tot het verlenen van deze medewerking, inclusief de ondertekening van de notariële akte van levering en andere noodzakelijke documenten. Indien partij B nalaat om binnen twee dagen na de uitspraak aan deze verplichtingen te voldoen, treedt het vonnis in de plaats van de vereiste handtekeningen.
In reconventie heeft de voorzieningenrechter partij A veroordeeld om partij B, en eventueel een door haar ingeschakelde deurwaarder, toegang te verlenen tot de echtelijke woning voor het ophalen van inboedelgoederen die aan partij B zijn toegewezen. Dit moet gebeuren op een in overleg te bepalen datum voor 14 augustus 2025. Tevens is bepaald dat partij A een dwangsom verbeurt van € 250,00 per dag bij niet-nakoming van deze verplichting, tot een maximum van € 5.000,00. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.