ECLI:NL:RBOVE:2025:4717

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
15 juli 2025
Publicatiedatum
16 juli 2025
Zaaknummer
C/08/335516 / KG ZA 25-162
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende eigendomsoverdracht en toegang tot de echtelijke woning

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 15 juli 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen partij A en partij B. Partij A heeft partij B aangeklaagd om medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van haar eigendomsaandeel in de woning. De voorzieningenrechter heeft in conventie partij B veroordeeld tot het verlenen van deze medewerking, inclusief de ondertekening van de notariële akte van levering en andere noodzakelijke documenten. Indien partij B nalaat om binnen twee dagen na de uitspraak aan deze verplichtingen te voldoen, treedt het vonnis in de plaats van de vereiste handtekeningen.

In reconventie heeft de voorzieningenrechter partij A veroordeeld om partij B, en eventueel een door haar ingeschakelde deurwaarder, toegang te verlenen tot de echtelijke woning voor het ophalen van inboedelgoederen die aan partij B zijn toegewezen. Dit moet gebeuren op een in overleg te bepalen datum voor 14 augustus 2025. Tevens is bepaald dat partij A een dwangsom verbeurt van € 250,00 per dag bij niet-nakoming van deze verplichting, tot een maximum van € 5.000,00. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/335516 / KG ZA 25-162
Vonnis in kort geding van 15 juli 2025
in de zaak van
[partij A],
te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [partij A] ,
advocaat: mr. R.N. Sahebdien,
tegen
[partij B],
te [woonplaats 2] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [partij B] ,
advocaat: mr. E.B. Doganer.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 9 juli 2025 met producties,
- indiening producties, tevens aankondiging eis in reconventie van 11 juli 2025,
- de mondelinge behandeling van 15 juli 2025,
- de pleitnota van mr. Doganer.
1.2.
Het vonnis is bepaald op vandaag. De feiten en de motivering waarop de in dit vonnis te geven beslissing steunt, zullen na vandaag afzonderlijk worden vastgesteld.

2.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
2.1.
veroordeelt [partij B] tot het verlenen van haar medewerking aan de verkoop en levering van haar eigendomsaandeel in de woning aan [partij A] , alsmede aan de voor eigendomsoverdracht vereiste ondertekening van de notariële akte van levering van de voormalige echtelijke woning staand en gelegen aan het [adres] ,
alsmede aan de ondertekening van de akte waarmee [partij B] wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid ten aanzien van de hypotheekovereenkomst van de echtelijke woning, alsmede aan de ondertekening van de opzegging van de overlijdensrisicoverzekering, binnen twee dagen na heden;
2.2.
bepaalt dat, voor zover [partij B] nalaat om binnen twee dagen na heden aan het bepaalde onder 2.1. te voldoen, dit vonnis op grond van artikel 3:300 BW in de plaats treedt van de vereiste medewerking en handtekening(en) van [partij B] die nodig is respectievelijk zijn voor de levering van de woning;
in reconventie
2.3.
veroordeelt [partij A] om [partij B] en -als zij dat wil- een door haar ingeschakelde deurwaarder, op een in overleg te bepalen datum voor 14 augustus 2025, toegang te verlenen tot de echtelijke woning aan het [adres] en haar in de gelegenheid te stellen om de bij beschikking van 14 mei 2025 door de rechtbank aan haar toebedeelde inboedelgoederen c.q. zaken, voor zover op dat moment in de woning aanwezig, op te halen respectievelijk mee te nemen en voorts de meegekomen deurwaarder in de gelegenheid te stellen een constatering te doen van de aan- en/of afwezigheid in de woning van de in de beschikking genoemde en aan [partij B] toebedeelde goederen/zaken;
2.4.
bepaalt dat [partij A] een dwangsom verbeurt van € 250,00 per dag dat hij in gebreke blijft met de nakoming van het bepaalde onder 2.3., tot een maximum van € 5.000,00;
in conventie en in reconventie
2.5.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
2.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
2.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten en in het openbaar uitgesproken op
15 juli 2025.