ECLI:NL:RBOVE:2025:4728
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak tegen UWV
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 16 juli 2025, wordt het verzoek van de verzoeker om een proceskostenvergoeding door het UWV beoordeeld. De verzoeker had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV van 12 september 2024, maar trok dit beroep in nadat het UWV op 29 april 2025 een nieuwe beslissing op bezwaar had genomen. De rechtbank heeft het UWV in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding, waarop het UWV verzocht om een vergoeding conform het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). De rechtbank heeft zonder zitting uitspraak gedaan en het verzoek om proceskostenveroordeling toegewezen.
De rechtbank overweegt dat wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, de bestuursrechter op verzoek van de indiener het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. In dit geval heeft het UWV de uitkering van de verzoeker op grond van de Ziektewet (ZW) voortgezet, wat betekent dat het UWV tegemoet is gekomen aan de verzoeker. De rechtbank heeft de proceskostenvergoeding berekend op basis van de verrichte proceshandelingen, waarbij de totale vergoeding is vastgesteld op € 3.108,-. Daarnaast is bepaald dat het UWV het door verzoeker betaalde griffierecht van € 51,- dient te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. H.W.H. Oude Aarninkhof, rechter, in aanwezigheid van A. van den Ham, griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.