ECLI:NL:RBOVE:2025:4731

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 juli 2025
Publicatiedatum
17 juli 2025
Zaaknummer
C/08/ 268479 / HA ZA 21-294
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot deskundigenonderzoek in civiele zaak na ongeval met letselschade

In deze civiele zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 16 juli 2025 een vonnis gewezen in een geschil tussen eiseres en de Nationale Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. en Reaal Schadeverzekering N.V. Eiseres, die betrokken was bij een kop-staartbotsing op 31 oktober 2000, heeft de rechtbank verzocht om een deskundige te benoemen om haar letselschade te beoordelen. De rechtbank had eerder op 31 januari 2024 een tussenvonnis gewezen waarin het voornemen werd geuit om een arbeidsdeskundige te benoemen. Eiseres had hoger beroep ingesteld tegen dit tussenvonnis, maar werd op 7 januari 2025 door het hof Arnhem/Leeuwarden niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering.

De rechtbank heeft in het vonnis van 16 juli 2025 besloten om E.P. Audenaerde, arbeidsdeskundige verbonden aan Trivium Advies, te benoemen voor het onderzoek. De deskundige moet onder andere de verdiencapaciteit van eiseres na het ongeval vaststellen, evenals haar opleidingsniveau en arbeidsverleden. De rechtbank heeft het voorschot op de kosten van het deskundigenonderzoek vastgesteld op € 10.800,- inclusief BTW, en Reaal belast met de betaling hiervan. De rechtbank benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige en dat verdere beslissingen worden aangehouden tot het deskundigenrapport is ingediend.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/ 268479 / HA ZA 21-294
Vonnis van 16 juli 2025
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
hierna te noemen [eiseres],
advocaat mr. L. Nauta te Enschede (mr. R.M. Hendriksen te Hengelo (O)),
tegen
de naamloze vennootschap
Nationale Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V.,
tevens handelend onder de naam
Reaal Schadeverzekering N.V.,
gevestigd te Den Haag,
gedaagde,
hierna te noemen Reaal,
advocaat mr. H. van Katwijk te Ermelo.

1.De procedure

Op 31 januari 2024 heeft de rechtbank een tussenvonnis gewezen. Daarin is het voornemen geuit een deskundige (arbeidsdeskundige) te benoemen ter beantwoording van de nog nader te formuleren vragen en is partijen verzocht zich hierover uit te laten. Reaal heeft dat gedaan bij akte van 28 februari 2024. [eiseres] heeft de rechtbank verzocht hoger beroep open te stellen tegen het tussenvonnis. Dit verzoek is bij vonnis van 10 april 2024 gehonoreerd. Bij arrest van 7 januari 2025 heeft het hof Arnhem/Leeuwarden [eiseres] niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering in hoger beroep. Vervolgens hebben beide partijen nog een akte genomen. Ten slotte is vonnis gevraagd.

2.De verdere beoordeling van het geschil

korte samenvatting van hetgeen voorafging
2.1.
[eiseres] is een kop-staartbotsing overkomen, waarbij haar auto van achteren is aangereden. De rechtbank heeft overwogen dat het gepresenteerde klachtenpatroon plausibel is, dat wil zeggen dat sprake is van een consistent, consequent en samenhangend patroon van klachten, en dat er geen aanwijzing is voor het bestaan van pre-existente klachten.
De heer Buisman, verzekeringsarts, is als deskundige benoemd om te beoordelen of de klachten van [eiseres], voor zover het consistente en consequente klachten betreft die een samenhangend patroon vormen, aanleiding geven tot het vaststellen van beperkingen. De deskundige heeft op basis van de klachten die [eiseres] als gevolg van het ongeval heeft gekregen, beperkingen kunnen vaststellen, die er zijns inziens toe leiden dat zij geacht kon/kan worden 6 uur per dag/30 uren per week werkzaamheden te verrichten die fysiek en psychisch niet te zwaar belastend zijn. De rechtbank heeft overwogen dat niet is gebleken van zwaarwegende en steekhoudende bezwaren tegen het deskundigenrapport, dat zij in het verdere verloop van het geding zal uitgaan van dit rapport en dat het causale verband tussen het ongeval en de klachten van [eiseres] vaststaat.
arbeidsdeskundigenbericht
2.2.
Mede aan de hand van het rapport van deskundige Buisman moet worden bezien of aan de zijde van [eiseres] sprake is van verlies aan verdienvermogen, zelfwerkzaamheid en behoefte aan huishoudelijke hulp. De rechtbank heeft het voornemen geuit E.P. Audenaerde, arbeidsdeskundige verbonden aan Trivium Advies te Zwolle, als deskundige te benoemen en heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige, de aan hem voor te leggen vragen en de hoogte van het voorschot op de kosten van het onderzoek.
2.3.
Reaal heeft bij akte medegedeeld geen bezwaar te hebben tegen benoeming van de voorgestelde deskundige en de hoogte van het voorschot. Verder heeft zij een vraagstelling
geformuleerd. [eiseres] heeft eveneens geen bezwaar tegen de persoon van de deskundige en het voorschot en heeft zich over de door Reaal geformuleerde vraagstelling uitgelaten.
2.4.
De rechtbank zal, gelet op de inhoud van de akten van partijen, de volgende vragen aan de deskundige ter beantwoording voorleggen:
verlies van arbeidsvermogen
a. wat was het opleidingsniveau en het arbeidsverleden van [eiseres] op het moment dat het ongeval plaatsvond (31 oktober 2000)?
b. wilt u inventariseren wat, het ongeval weggedacht, het redelijkerwijs te verwachten verloop zou zijn geweest van de (verdere) opleiding en de carrière van [eiseres], gelet op haar opleidingsniveau, leeftijd, ervaring, interesses, mogelijkheden op de arbeidsmarkt en persoonlijke omstandigheden? Wilt u daarbij tevens aandacht besteden aan de te verwachten arbeidsduur en inkomensontwikkeling?
c. welke verdiencapaciteit had [eiseres] na het ongeval, gelet op de beperkingen zoals die zijn vastgesteld door Buisman? Zijn en/of waren er voor [eiseres] reële mogelijkheden om haar restverdiencapaciteit te benutten op de arbeidsmarkt? Wilt u hierbij rekening houden met haar opleidingsniveau, leeftijd, ervaring, interesses, mogelijkheden op de arbeidsmarkt en persoonlijke omstandigheden.
huishoudelijke hulp
d. acht u [eiseres], gelet op haar beperkingen als gevolg van het ongeval, in staat om alle voorkomende huishoudelijke werkzaamheden te verrichten en, zo niet, welke niet en waarom niet?
e. indien en voor zover [eiseres] voorkomende huishoudelijke werkzaamheden niet (meer) kan verrichten: wat was/is als gevolg daarvan mede gezien de gezinssituatie de behoefte aan huishoudelijke hulp (hoeveel uur per week)?
Heeft [eiseres], voor zover u kunt nagaan, na het ongeval een indicatie voor huishoudelijke hulp gekregen en benut en/of ter zake vergoedingen aan derden betaald? Zo ja, hoeveel?
verlies aan zelfwerkzaamheid
f. acht u [eiseres], gelet op haar beperkingen als gevolg van het ongeval, in staat om alle voorkomende werkzaamheden in en rond de woning, anders dan werkzaamheden van huishoudelijke aard, te verrichten en, zo niet, welke werkzaamheden niet en waarom niet?
g. indien en voor zover [eiseres] de hiervoor bedoelde werkzaamheden in/rond de woning niet (meer) kan verrichten: wat was/is als gevolg daarvan mede gezien de gezinssituatie de behoefte aan ondersteuning door derden (hoeveel uur per week) en welke kosten gingen/ gaan daarmee gepaard? Heeft [eiseres], voor zover u kunt nagaan, na het ongeval ter zake vergoedingen aan derden betaald? Zo ja, hoeveel?
overig
h. geeft uw onderzoek u aanleiding tot het maken van nadere opmerkingen die voor de beoordeling van belang kunnen zijn?
2.5.
De rechtbank zal het voorschot op de kosten van het onderzoek van de deskundige vaststellen op € 10.800,- inclusief BTW (de deskundige heeft bericht dat het uurtarief recent met € 20,- is verhoogd) en Reaal belasten met de betaling van het voorschot.
2.6.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht.
2.7.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.8.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
verlies van arbeidsvermogen
a. wat was het opleidingsniveau en het arbeidsverleden van [eiseres] op het moment dat het ongeval plaatsvond (31 oktober 2000)?
b. wilt u inventariseren wat, het ongeval weggedacht, het redelijkerwijs te verwachten verloop zou zijn geweest van de (verdere) opleiding en de carrière van [eiseres], gelet op haar opleidingsniveau, leeftijd, ervaring, interesses, mogelijkheden op de arbeidsmarkt en persoonlijke omstandigheden? Wilt u daarbij tevens aandacht besteden aan de te verwachten arbeidsduur en inkomensontwikkeling?
c. welke verdiencapaciteit had [eiseres] na het ongeval, gelet op de beperkingen zoals die zijn vastgesteld door Buisman? Zijn en/of waren er voor [eiseres] reële mogelijkheden om haar restverdiencapaciteit te benutten op de arbeidsmarkt?
Wilt u hierbij rekening houden met haar opleidingsniveau, leeftijd, ervaring, interesses, mogelijkheden op de arbeidsmarkt en persoonlijke omstandigheden.
huishoudelijke hulp
d. acht u [eiseres], gelet op haar beperkingen als gevolg van het ongeval, in staat om alle voorkomende huishoudelijke werkzaamheden te verrichten en, zo niet, welke niet en waarom niet?
e. indien en voor zover [eiseres] voorkomende huishoudelijke werkzaamheden niet (meer) kan verrichten: wat was/is als gevolg daarvan mede gezien de gezinssituatie de behoefte aan huishoudelijke hulp (hoeveel uur per week)? Heeft [eiseres], voor zover u kunt nagaan, na het ongeval een indicatie voor huishoudelijke hulp gekregen en benut en/of ter zake vergoedingen aan derden betaald? Zo ja, hoeveel?
verlies aan zelfwerkzaamheid
f. acht u [eiseres], gelet op haar beperkingen als gevolg van het ongeval, in staat om alle voorkomende werkzaamheden in en rond de woning, anders dan werkzaamheden van huishoudelijke aard, te verrichten en, zo niet, welke werkzaamheden niet en waarom niet?
g. indien en voor zover [eiseres] de hiervoor bedoelde werkzaamheden in/rond de woning niet (meer) kan verrichten: wat was/is als gevolg daarvan mede gezien de gezinssituatie de behoefte aan ondersteuning door derden (hoeveel uur per week) en welke kosten gingen/ gaan daarmee gepaard? Heeft [eiseres], voor zover u kunt nagaan, na het ongeval ter zake vergoedingen aan derden betaald? Zo ja, hoeveel?
overig
h. geeft uw onderzoek u aanleiding tot het maken van nadere opmerkingen die voor de beoordeling van belang kunnen zijn?
3.2.
benoemt als deskundige:
E.P. Audenaerde,
arbeidsdeskundige,
Trivium Advies,
postbus 1045, 8001 BA Zwolle
e-mailadres: audenaerde@triviumadvies.nl;
het voorschot
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van het deskundigenonderzoek vast op € 10.800,- inclusief BTW en bepaalt dat Reaal dit binnen twee weken na ontvangst van de nota van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR) dient te voldoen;
3.4.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot;
3.5.
bepaalt dat de deskundige niet eerder met zijn werkzaamheden zal beginnen dan nadat hij van de griffier bericht heeft ontvangen, dat het volledige voorschot is voldaan;
3.6.
bepaalt dat, indien gedurende het onderzoek mocht blijken dat het gedeponeerde voorschot onvoldoende is om daaruit zijn honorarium en schadeloosstelling te voldoen, de deskundige zo spoedig mogelijk aanvulling daarvan moet verzoeken, en in afwachting van een beslissing van de rechtbank hieromtrent de werkzaamheden moet staken;
het onderzoek
3.7.
bepaalt dat [eiseres] het procesdossier in afschrift aan de deskundige zal doen toekomen;
3.8.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats;
3.9.
wijst de deskundige er op dat het deskundigenonderzoek dient plaats te vinden met inachtneming van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/Leidraad-deskundigen-WT.pdf) en onverminderd het bepaalde in de artikelen 194-200 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
3.10.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt en de deskundige ook overigens de gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek;
3.11.
bepaalt dat de deskundige, die de opdracht onpartijdig en naar beste weten dient te volbrengen, bij zijn onderzoek partijen via hun advocaten in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen en dat uit het door de deskundige uitgebrachte rapport moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, waarbij van de inhoud van bedoelde opmerkingen en verzoeken in het rapport melding moet worden gemaakt;
het schriftelijk rapport
3.12.
draagt de deskundige op om uiterlijk vier maanden na heden een schriftelijk en ondertekend rapport in drievoud ter griffie van het Team kanton en handelsrecht van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie;
3.13.
bepaalt dat de deskundige eerst een concept van het rapport aan partijen zal toezenden, waarbij partijen in de gelegenheid zullen worden gesteld opmerkingen over het concept te maken en dat uit het (definitieve) rapport van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, waarbij van de inhoud van bedoelde opmerkingen en verzoeken in het rapport melding moet worden gemaakt;
3.14.
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 17 december 2025 voor het nemen van de conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van beide partijen;
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mrs. K.J. Haarhuis, U. van Houten en R. Rijnhout en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2025.