ECLI:NL:RBOVE:2025:4830
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van gehuurde pand door huurachterstand
In deze zaak vordert de Stichting Woon- en Werkruimten voor Kunstenaars, hierna de Stichting, ontbinding van de huurovereenkomst met het [gedaagde] en ontruiming van het gehuurde pand wegens huurachterstand. De Stichting heeft een huurovereenkomst met het [gedaagde] voor een pand dat zij van de gemeente Hengelo huurt. Het [gedaagde] heeft een huurachterstand van € 3.612,50 opgebouwd over een periode van acht maanden. De kantonrechter heeft op 15 juli 2025 uitspraak gedaan in deze zaak.
De procedure begon met een dagvaarding op 5 november 2024, gevolgd door een schriftelijke reactie van het [gedaagde] op 17 februari 2025. De mondelinge behandeling vond plaats op 16 juni 2025, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten. De Stichting stelt dat het [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst door de huur niet te betalen. Het [gedaagde] voert verweer en houdt de gemeente Hengelo verantwoordelijk voor de huurachterstand vanwege het intrekken van de alcohol- en terrasvergunning.
De kantonrechter oordeelt dat de huurachterstand een ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De gemeente Hengelo is geen partij in de huurovereenkomst tussen de Stichting en het [gedaagde], en het [gedaagde] had de mogelijkheid om de gemeente in vrijwaring te roepen, maar heeft dit niet gedaan. De kantonrechter ontbindt de huurovereenkomst en veroordeelt het [gedaagde] tot ontruiming van het pand binnen zes weken na betekening van het vonnis. Daarnaast moet het [gedaagde] de achterstallige huur en buitengerechtelijke kosten betalen. De kosten van de procedure worden ook aan het [gedaagde] opgelegd.