Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 23 april 2025,
2.De feiten
U kunt deze procedure enkel nog voorkomen door binnen vijf dagen na vandaag de
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 22 juli 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen R.K. Woningstichting Ons Huis en [partij B]. De huurder, [partij B], huurt sinds 20 juni 2019 een woning van Ons Huis. Sinds 2020 zijn er herhaaldelijk meldingen van ernstige overlast, waaronder ruzies en geschreeuw, ook in de nachtelijke uren. Ons Huis heeft als verhuurder een kort geding aangespannen om de ontruiming van de woning te vorderen, omdat zij van mening is dat de overlast door [partij B] onacceptabel is en de huurovereenkomst niet kan voortduren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstige en structurele overlast die het woonklimaat ondermijnt. De rechter oordeelt dat de vordering tot ontruiming toewijsbaar is, omdat voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter in een eventuele bodemprocedure de huurovereenkomst zal ontbinden. De kantonrechter heeft daarbij het belang van de andere huurders van Ons Huis in overweging genomen, die recht hebben op een rustige woonomgeving.
De rechter heeft de vordering van Ons Huis toegewezen en [partij B] veroordeeld om binnen veertien dagen de woning te ontruimen. Tevens is [partij B] veroordeeld in de proceskosten van het geding. De tegenvordering van [partij B] is afgewezen, omdat er geen toezeggingen zijn gedaan door Ons Huis over het aanbieden van een andere woning. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. Louter en is openbaar uitgesproken op 22 juli 2025.