Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De toelichting op dit vonnis
2.De tenlastelegging
feit 2: op 16 februari 2024 in Deventer samen met een ander opzettelijk 320,75 gram MDMA, 312,48 gram metamfetamine en 78,34 gram cocaïne aanwezig heeft gehad;
feit 3: op 16 februari 2024 in [plaats] een gaspistool voorhanden heeft gehad.
De bewijsmotivering
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
medeplegen van een poging tot opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet Wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
5.De strafbaarheid van [verdachte]
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De in beslag genomen voorwerpen
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
medeplegen van een poging tot opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet Wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
jeugddetentievoor de duur van
drie maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten als verdachte voor het einde van de
proeftijd van twee jaarde navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
taakstraf, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
120 uren;
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
60 dagen;