In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 16 mei 2025 een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1978, die lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De officier van justitie had een verzoek ingediend voor het verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat of bereid was om te worden gehoord, ondanks herhaalde pogingen van zorgverleners om contact met haar te krijgen. De rechtbank concludeert dat betrokkene in een psychose verkeert en dat er ernstig nadeel dreigt, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van drie weken, met de mogelijkheid om de situatie opnieuw te beoordelen. De rechtbank heeft daarbij de noodzaak van verplichte zorg onderbouwd met medische verklaringen en het ontbreken van mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de schriftelijke uitwerking vastgesteld op 20 mei 2025.