ECLI:NL:RBOVE:2025:5151

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
6 augustus 2025
Publicatiedatum
6 augustus 2025
Zaaknummer
C/08/328274 / HA ZA 25-44
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van geleverde trailers in koopovereenkomst

In deze zaak heeft eiser, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, vier trailers gekocht van gedaagde, Wemacon B.V. Eiser stelt dat de afmetingen van de trailers niet overeenkomen met wat in de koopovereenkomst is vermeld, waardoor de trailers niet de eigenschappen bezitten die eiser mocht verwachten. Eiser vordert betaling van herstelkosten en kosten voor het inzetten van vervangende trailers. Gedaagde betwist de claims en stelt dat de trailers conform de overeenkomst zijn geleverd. De rechtbank oordeelt dat de trailers de eigenschappen bezitten die eiser op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. De rechtbank wijst de vorderingen van eiser af en stelt dat er geen sprake is van non-conformiteit. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/328274 / HA ZA 25-44
Vonnis van 6 augustus 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
advocaat: mr. N. barones van Heeckeren van Brandsenburg,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WEMACON B.V.,
gevestigd te Nijverdal,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Wemacon,
advocaat: mr. P.D. Otte.

1.De zaak in het kort

1.1.
[eiser] heeft vier trailers gekocht bij Wemacon. [eiser] stelt dat de afmetingen van de trailers anders zijn dan in de koopovereenkomst staat vermeld. De trailers bezitten daarom niet de eigenschappen die [eiser] mocht verwachten. [eiser] vordert betaling van de herstelkosten van de trailers en van de kosten die hij heeft moeten maken voor het (extra) inzetten van andere trailers. Wemacon betwist dat de afmetingen van de trailers anders zijn dan in de koopovereenkomst staat vermeld en weigert [eiser] te betalen.
1.2.
De rechtbank oordeelt dat de trailers de eigenschappen bezitten die [eiser] op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten en die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn. De rechtbank wijst daarom de vorderingen van [eiser] af. Deze beslissing wordt hierna toegelicht.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 21 januari 2025 met producties,
- de conclusie van antwoord van 17 maart 2025 met producties,
- de spreekaantekeningen van mr. Van Heeckeren van Brandsenburg van 25 juni 2025,
- de spreekaantekeningen van mr. Otte van 25 juni 2025,
- de mondelinge behandeling van 25 juni 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[eiser] en Wemacon hebben op 17 februari 2025 een koopovereenkomst gesloten, waarbij zij zijn overeengekomen dat Wemacon vier trailers (type Fruehauf MEGA met schuifzeil) levert aan [eiser].
3.2.
[eiser] heeft deze trailers gekocht om Michelin-banden mee te vervoeren. Deze banden worden op speciale rekken geplaatst. [eiser] wil de rekken per twee opgestapeld in de trailer kunnen plaatsen. De specifieke maatvoering van de rekken maakt geen onderdeel uit van de koopovereenkomst.
3.3.
De trailers zijn geleverd op 6 september 2023, 20 september 2023, 22 september 2023 en 6 oktober 2023. Na levering bleek dat de rekken waarop de Michelin-banden moeten worden vervoerd niet in de trailer passen.
3.4.
Op 18 oktober 2023 heeft [eiser] aan Wemacon laten weten dat de trailers niet de eigenschappen bezitten die zij op grond van de overeenkomst mocht verwachten: de rekken waarop de Michelin-banden moeten worden vervoerd pasten er niet in.
3.5.
Partijen hebben de vier trailers door een derde partij ([naam]) laten aanpassen. [eiser] en Wemacon hebben beiden van twee trailers de aanpassingskosten betaald.
3.6.
[eiser] vordert betaling van Wemacon van de aanpassingskosten van de twee trailers die [eiser] heeft betaald. [eiser] vordert ook dat Wemacon de kosten vergoedt die zij heeft moeten maken omdat zij niet tijdig kon beschikken over de vier trailers.
3.7.
Wemacon weigert te betalen. Zij vindt dat de herstelkosten voor rekening van [eiser] dienen te komen. Enkel uit coulance, om de goede verstandhouding tussen partijen te behouden, heeft Wemacon van twee trailers de aanpassingskosten betaald.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert – samengevat – dat de rechtbank, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Wemacon veroordeelt om aan [eiser] te betalen:
- een bedrag van € 39.205,--, te vermeerderen met btw en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 december;
- een bedrag van € 1.250,--, aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proces- en nakosten van de procedure van [eiser], te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.2.
[eiser] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Wemacon is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de koopovereenkomst. Zij heeft 4 trailers geleverd die niet beantwoorden aan de koopovereenkomst. De trailers bezitten niet de eigenschappen die [eiser] op grond van de overeenkomst van de trailers mocht verwachten en zijn daarmee non-conform in de zin van artikel 7:17 van het Burgerlijk Wetboek (BW). [eiser] heeft als gevolg hiervan schade geleden, bestaande uit de herstelkosten van de trailers (twee stuks) en kosten voor het inzetten van vervangende trailers. Deze schade moet Wemacon vergoeden.
4.3.
Wemacon betwist dat zij aan [eiser] trailers heeft geleverd die niet de afmetingen hebben die in de koopovereenkomst staan vermeld. Zij concludeert daarom, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] en veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De vorderingen van [eiser] zijn gebaseerd op de stelling dat de trailers niet de eigenschappen bezitten die zij op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. De trailers beantwoorden daarom niet aan de koopovereenkomst. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
Juridisch kader
5.2.
Artikel 7:17 lid 2 BW bepaalt dat een zaak niet beantwoordt aan de overeenkomst (non-conform is) wanneer de zaak, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen, alsmede de eigenschappen die nodig zijn voor een bijzonder gebruik dat bij overeenkomst is voorzien.
Standpunt [eiser]
5.3.
stelt zich op het standpunt dat de trailers niet de eigenschappen bezitten die [eiser] op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. [eiser] voert daartoe aan dat uit de koopovereenkomst volgt dat de hoogte van de trailer 2970 mm en de breedte 2466 mm is. Nu de rekken die [eiser] met de trailers wilde gaan vervoeren 2850 mm hoog en maximaal 2350 mm breed zijn, mocht [eiser] ervan uitgaan dat deze rekken in de trailers zouden passen. In de koopovereenkomst en op de tekeningen die daarbij horen is de borgring niet vermeld, waardoor [eiser] dit onderdeel ook niet hoefde te verwachten. De rekken die [eiser] wilde gaan vervoeren pasten niet in de trailers vanwege deze borgring. Bij het aanpassen van de trailers door [naam] is deze borgring verwijderd en toen pasten de rekken wel.
Standpunt Wemacon
5.4.
Wemacon betwist dat de trailers niet de eigenschappen bezitten die [eiser] op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. De maten die in de koopovereenkomst staan zijn de maten die zijn geleverd. Uit de koopovereenkomst volgt dat de binnenhoogte van de trailer effectief 2800 mm is. Dit staat ook vermeld onder het kopje “technische omschrijving”, waar onder het subkopje “bovenbouw” staat dat de insteek hoogte zijkant van de trailer 2800 mm is. De zijkantinsteek is gelijk aan de achterkantinsteek; de trailer is op beide punten even hoog. Uit de koopovereenkomst volgt ook dat de binnenbreedte van de trailer 2270 mm is. Wemacon betwist dat de rekken niet passen door de borgring. Deze staat niet specifiek in de koopovereenkomst vermeld, maar is net als de rails die wel in de koopovereenkomst staan vermeld 105 mm en heeft dus zelfstandig geen invloed op de hoogte en/of breedte van de trailers. De borgring is niet de reden waardoor de rekken niet passen; dat zijn de afmetingen van de binnenkant van de trailer. Bij het aanpassen van de trailer door [naam] is daarom niet alleen de borgring verwijderd, maar ook een deel van de rails zodat er in de hoogte en breedte meer ruimte is bijgekomen en de rekken wel in de trailer passen.
Oordeel rechtbank
Maatvoering
5.5.
De rechtbank is van oordeel dat uit de koopovereenkomst volgt dat de binnenkant van de trailer een hoogte kent van effectief iets minder dan 2800 mm. Op de tekening van de trailer in de koopovereenkomst staat immers vermeld bij de middenbalk dat de hoogte aan de binnenkant van de trailer 2900 mm is. Ook staat op de tekening vermeld dat er aan beide kanten van de trailer over de gehele lengte een rails van 105 mm loopt. De hoogte van de binnenkant van de trailer is daarmee effectief +/- 2800 mm (2900 mm minus 105 mm). Ook onder het kopje “technische beschrijving” staat vermeld dat de insteekhoogte van de trailer 2800 mm is. Dat hier staat dat het om de insteekhoogte van de
zijkantvan de trailer gaat doet hier naar het oordeel van de rechtbank niet aan af. Uit de tekening in de koopovereenkomst blijkt niet dat de achterkant van de trailer een andere hoogte kent dan de zijkant. De rechtbank vindt het ook niet onlogisch dat de insteekhoogte aan de zijkant van de trailer gelijk is aan die van achterkant, zoals door Wemacon gemotiveerd is aangevoerd. Op de tekening in de koopovereenkomst staat voorts aangegeven dat de binnenkant van de trailer een breedte kent van 2270 mm. De breedte van 2466 mm waar [eiser] naar verwijst betreft de buitenkant van de trailer, zo blijkt uit die tekening.
Borgring
5.6.
Niet weersproken is dat de borgring niet staat vermeld op de tekening in de koopovereenkomst. Niet gesteld of gebleken is echter dat de aanwezigheid van een borgring automatisch betekent dat de trailers die Wemacon heeft geleverd niet de eigenschappen bezitten die [eiser] op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten of dat de borgring het normaal gebruik van de trailer belet. [eiser] heeft enkel benoemd dat de borgring ervoor heeft gezorgd dat de
rekkenniet passen. [eiser] heeft echter zelf benoemd, in haar zittingsaantekeningen, dat de maatvoering van de rekken geen onderdeel uitmaakt van de koopovereenkomst.
5.7.
De rechtbank overweegt voorts dat [eiser] weliswaar heeft benoemd dat met het verwijderen van de borgring de rekken nu wel in de trailers passen, maar dat Wemacon dit gemotiveerd heeft betwist. Wemacon heeft aangevoerd dat de borgring dezelfde afmetingen kent als de rails (105 mm) en dat de rails de primaire reden was dat de rekken niet in de trailer passen. Dat de rails de reden is dat de rekken niet passen vindt bevestiging in de notitie die door Wemacon is gemaakt van het gesprek dat tussen partijen heeft plaatsgevonden op 7 november 2023. Uit deze gespreksnotitie volgt dat toen partijen de maatvoering van de rekken hebben besproken er ter plaatse (bij [eiser]) is geconcludeerd dat alleen met aanpassing van de rails links en rechts de rekken zouden passen. Hierbij staat ook vermeld: “
Alleen de “knobbel” (de rechtbank begrijpt: de borgring) aan achterzijde haalt niets uit”.Wemacon heeft voorts aangevoerd dat [naam] zowel de borgring als een deel van de rails heeft verwijderd, zodat zowel de hoogte als de breedte aan de binnenzijde van de trailers werd vergroot. De rechtbank overweegt ten slotte dat gelet op binnenmaatvoering van de trailers, zoals deze volgt uit de tekening van de koopovereenkomst, het enkel verwijderen van de borgring ook niet voldoende zou zijn geweest om de rekken in de trailers te laten passen.
Conclusie
5.8.
Gelet op al het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat [eiser] onvoldoende gemotiveerd heeft gesteld dat de trailers die door Wemacon zijn geleverd niet de eigenschappen bezitten die [eiser] daarvan mocht verwachten. Niet gebleken is dat de geleverde trailers niet de afmetingen hebben die in de koopovereenkomst staan vermeld. Ook is niet gebleken dat de aanwezigheid van de borgring maakt dat de trailers niet de eigenschappen bezitten die Wemacon mocht verwachten of dat deze borgring een normaal gebruik van de trailer belet. Er is dan ook geen sprake van een non-conforme levering. Het verweer van [eiser] wordt verworpen.
Proceskosten
5.9.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) van Wemacon betalen. De proceskosten van Wemacon worden begroot op:
- griffierecht
2.995,00
- salaris advocaat
2.428,00
(2 punten × € 1.214,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
5.601,00

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
6.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van Wemacon van € 5.601,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. ter Riet en in het openbaar uitgesproken op 6 augustus 2025.