ECLI:NL:RBOVE:2025:5157

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 augustus 2025
Publicatiedatum
7 augustus 2025
Zaaknummer
11672430 \ RR FORM 25-5
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding na beschadiging eikenhouten vloer tijdens levering en montage van een bank

In deze zaak hebben partijen een overeenkomst gesloten voor de koop, levering en montage van een bank door A-Meubel B.V. aan eiser. Tijdens de levering en montage is er schade ontstaan aan de eikenhouten vloer van eiser, wat aanleiding geeft tot een geschil over de aansprakelijkheid van A-Meubel B.V. Eiser vordert een schadevergoeding van € 2.220,11. De kantonrechter heeft vastgesteld dat A-Meubel B.V. tekort is geschoten in haar verplichtingen, omdat de schade aan de vloer is veroorzaakt door de chauffeurs van A-Meubel B.V. De kantonrechter oordeelt dat eiser voldoende bewijs heeft geleverd van de schade en de toedracht daarvan. A-Meubel B.V. heeft de betwisting van de schade onvoldoende gemotiveerd, waardoor de vordering van eiser wordt toegewezen. De kantonrechter veroordeelt A-Meubel B.V. tot betaling van de schadevergoeding en de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 11672430 \ RR FORM 25-5
Vonnis van 5 augustus 2025 in de experimentele procedure bij de kantonrechter als regelrechter
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
procederend in persoon,
tegen
A-MEUBEL B.V.,
te Amersfoort,
gedaagde partij,
hierna te noemen: A-Meubel B.V.,
gevolmachtigde: [gemachtigde].

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 20 april 2025 van [eiser] ontvangen aanvraagformulier met bijlagen;
- de schriftelijke ontvangstbevestiging van de rechtbank van 28 april 2025;
- de brieven van de rechtbank van 1 mei 2025 aan partijen met daarin de uitnodiging voor een zitting (en de stukken),
- de brieven van de rechtbank van 8 mei 2025 aan partijen met daarin een herinnering aan de zitting;
- de mondelinge behandeling van 7 juli 2025, waarbij [eiser] en de heer [gemachtigde] (manager) namens A-Meubel B.V. zijn verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt en die aantekeningen zijn aan het dossier toegevoegd.
1.2.
Aan het slot van de mondelinge behandeling is bepaald dat vonnis wordt gewezen..

2.Samenvatting

Partijen hebben een overeenkomst gesloten tot koop, levering en montage van een bank door A-Meubel B.V. aan [eiser]. Zij discussiëren over de vraag of tijdens de levering en montage van de bank aan [eiser] schade de eikenhouten vloer van [eiser] is veroorzaakt door A-Meubel B.V. De regelrechter oordeelt dat dit het geval is. De vordering van [eiser] tot betaling van schadevergoeding ter hoogte van € 2.220,11 wordt toegewezen.

3.De feiten

3.1.
[eiser] heeft in september 2024 in de winkel van A-Meubel B.V. een bank gekocht. Zij is met A-Meubel B.V. overeengekomen dat A-Meubel B.V. de bank zou leveren en monteren in haar woning en dat zij voor deze dienst een bedrag van € 175,- zou betalen.
Op 3 december 2024 is de bank door A-Meubel B.V. aan [eiser] geleverd en gemonteerd in haar woonkamer. Na levering van de bank bleek een kras in de eikenhoutenvloer van [eiser] te bestaan van ongeveer 50 centimeter. [eiser] heeft op de dag van de levering melding gemaakt bij A-Meubel B.V. van het ontstaan van deze kras, waarbij zij ook een foto van de kras heeft toegezonden aan A-Meubel B.V.

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert - samengevat - veroordeling van A-Meubel B.V. tot betaling van € 2.220,11. Zij stelt dat tijdens de levering en montage van de door haar bij A-Meubel B.V. gekochte bank door de chauffeurs van A-Meubel B.V. schade is veroorzaakt aan haar eikenhouten vloer.
[eiser] stelt dat daardoor sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de verbintenis inhoudende dat A-Meubel B.V. de bank op een juiste manier zou leveren en monteren. De schade die door de tekortkoming veroorzaakt is dient vergoed te worden door A-Meubel B.V. [eiser] heeft een offerte opgevraagd tot herstel van de vloer. Uit de offerte blijkt dat herstel van de vloer € 2.220,11 kost.
4.2.
A-Meubel B.V. voert verweer. A-Meubel B.V. concludeert tot afwijzing van de vordering van [eiser]. Zij betwist dat één van haar chauffeurs de kras veroorzaakt heeft bij de levering van de bank en om die reden is zij niet gehouden de schade van [eiser] te vergoeden.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Wettelijk kader
5.1.
De wet bepaalt in artikel 6:74 van het Burgerlijk wetboek (hierna: BW) dat iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis de schuldenaar verplicht de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden. Als hiervan geen sprake is moet de regelrechter nog beoordelen of in dit geval A-Meubel B.V. onrechtmatig gehandeld heeft ten opzichte van [eiser] waardoor [eiser] schade heeft geleden (artikel 6:162 BW).
5.2.
Vaststaat dat partijen zijn overeengekomen dat A-Meubel B.V. een afleververplichting ten opzichte van [eiser] had inhoudende dat de bank in de woning van [eiser] zou worden geplaatst en dat [eiser] daarvoor een bedrag ad € 175,- zou betalen. Bij het nakomen van een dergelijke afleververbintenis mag ten minste worden verwacht dat daarbij geen schade ontstaat aan goederen van degene bij wie de zaak wordt geleverd. Voor zover dit niet expliciet uit de afspraken van partijen volgt, volgt dit uit de wet (artikel 6:248 lid 2 BW).
5.3.
Partijen twisten over de vraag of die afleververplichting door A-Meubel B.V. goed is uitgevoerd. Als dat niet zo is, dan is er sprake van een tekortkoming in de nakoming van die verbintenis en moet A-Meubel B.V. de daardoor veroorzaakte schade vergoeden. Als dat wel zo is, dan komt niet vast te staan dat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis en kan [eiser] geen schadevergoeding vorderen van A-Meubel B.V. op grond van artikel 6:74 BW.
A-Meubel B.V. heeft de schade aan de vloer van [eiser] veroorzaakt
5.4.
De regelrechter is van oordeel dat [eiser] haar stelling dat de schade aan haar vloer door (één van) de chauffeurs van A-Meubel B.V. is veroorzaakt bij de levering van de bank voldoende heeft gemotiveerd. [eiser] heeft in haar schriftelijke toelichting op de vordering verklaard dat de bank, met uitstaande metalen poten, kruislings en draaiend door de ruimte verplaatst werd in plaats van normaal en gezamenlijk met de tweede chauffeur opgetild. In aansluiting daarop heeft [eiser] tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat haar bij het monteren van de bank duidelijk werd dat de leuning van de bank zich aan de verkeerde zijde van de bank bevond. Volgens [eiser] raakte één van de chauffeurs geïrriteerd toen zij hem op deze fout wees en wilde hij [eiser] laten zien dat het wel degelijk de juiste bank betrof. Hij heeft toen met de bank gedraaid en heeft kennelijk met één van de uitstekende poten van de bank over de vloer gekrast. [eiser] heeft op dat moment niet gezien dat de schade op de vloer is ontstaan. Zij bevond zich op een andere plek in de kamer en was gefocust op de samenstelling van de bank die volgens haar niet juist was.
Direct na de levering van de bank is zij op advies van de chauffeurs naar de winkel van A-Meubel B.V. gereden om melding te maken van de foutieve levering. In de winkel werd haar verteld dat zij deze melding online door middel van een serviceformulier moest maken. Bij terugkomst thuis zag [eiser] de kras. [eiser] heeft diezelfde dag nog het online serviceformulier met de klachten over de foutief geleverde bank en het ontstaan van de kras naar A-Meubel B.V. gezonden en daarbij ook een foto van de kras gevoegd.
5.5.
[eiser] heeft daardoor gedetailleerd omschreven hoe de levering van de bank heeft plaatsgevonden en zij heeft de regelrechter uitgelegd op welke wijze er met de bank is gedraaid waardoor de schade is ontstaan. Zij heeft ook uitgelegd dat zij vanwege haar positie in de kamer en de focus op de levering van een foutieve bank niet direct, maar wel binnen een half uur na de levering van de bank zag dat de schade was ontstaan. Dit verklaart dan ook dat er geen opmerking over de schade aan de vloer op de leverbon vermeld staat, zoals door A-Meubel B.V. was aangevoerd. Vaststaat dat [eiser] de dag van de levering melding heeft gemaakt van de schade en daarbij een foto heeft verstrekt van de schade.
5.6.
A-Meubel B.V. heeft de toedracht betwist. Zij voert aan dat bij navraag de chauffeurs hebben ontkend dat er schade is ontstaan bij aflevering van de bank en dat de chauffeurs die bij A-Meubel B.V. werken professioneel zijn en geen schade veroorzaken. Naar het oordeel van de regelrechter is die betwisting onvoldoende gemotiveerd, gelet op de daartegenover staande gedetailleerde schriftelijke en mondelinge toelichting van [eiser] over de toedracht die tot de schade heeft geleid en de door [eiser] in het geding gebrachte foto’s van de ontstane beschadiging. Van A-Meubel B.V. mocht in reactie op de schriftelijke toelichting van [eiser] tenminste worden verwacht dat zij meer specifiek uiteen zou hebben gezet welke handelingen haar werknemers bij de aflevering hebben verricht en welke maatregelen zij eventueel hebben getroffen ter voorkoming van schade. De regelrechter gaat dan ook voorbij aan deze betwisting.
5.7.
Uit het voorgaande volgt dat de regelrechter als vaststaand aanneemt dat A-Meubel B.V. haar afleververplichting heeft geschonden waardoor er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis van de tussen [eiser] en A-Meubel B.V. gesloten overeenkomst. Om die reden kan [eiser] schadevergoeding vorderen van A-Meubel B.V. op grond van artikel 6:74 BW en komt de regelrechter niet meer toe aan de beoordeling of A-Meubel B.V. ten opzichte van [eiser] onrechtmatig heeft gehandeld (als bedoeld in artikel 6:162 BW).
A-Meubel B.V. moet de schade van [eiser] vergoeden
5.8.
Nu vaststaat dat A-Meubel B.V.is tekort geschoten in de nakoming van haar verbintenis om de bank op de overeengekomen wijze te leveren en te monteren, is A-Meubel B.V. schadeplichtig. [eiser] heeft onbetwist gesteld dat de hoogte van de schade € 2.220,11 bedraagt, onder overlegging van een offerte die ziet op het herstel van haar vloer. De regelrechter zal A-Meubel B.V. dan ook veroordelen tot betaling van dit bedrag aan [eiser].
5.9.
A-Meubel B.V. is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- griffierecht
257,00
- verletkosten
50,00
Totaal
307,00

6.De beslissing

De kantonrechter als regelrechter
6.1.
veroordeelt A-Meubel B.V. om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 2.220,11,
6.2.
veroordeelt A-Meubel B.V. in de proceskosten van € 307,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als A-Meubel B.V. niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.W.G. Wijnands en in het openbaar uitgesproken op
5 augustus 2025.