Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
ALMELOSE WONINGSTICHTING "BETER WONEN",
gevestigd en kantoorhoudende te Almelo,
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ambtshalve toetsen
€ 135,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 12 augustus 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Almelo's Woningstichting "Beter Wonen" en een gedaagde huurder. Beter Wonen vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en betaling van een huurachterstand. De gedaagde had een huurovereenkomst voor een woning en was in gebreke gebleven met de huurbetalingen, wat leidde tot een eerdere dagvaarding in januari 2025. Na een vaststellingsovereenkomst was er een laatste kans geboden, maar de gedaagde bleef in gebreke met de huurbetalingen voor april en mei 2025. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 juli 2025 werd vastgesteld dat de gedaagde inmiddels de huur voor juni en juli 2025 had betaald, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedaagde in verzuim was geraakt door de eerdere betalingsachterstanden. De kantonrechter weigerde de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, omdat het woonbelang van de gedaagde zwaarder woog dan het belang van Beter Wonen. De gedaagde werd wel veroordeeld tot betaling van wettelijke rente en proceskosten. De rechter benadrukte dat dit de laatste kans was voor de gedaagde en dat bij een nieuwe huurachterstand de ontbinding van de huurovereenkomst wel toegewezen zal worden.