ECLI:NL:RBOVE:2025:5211
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van beroep inzake koppelingsbrief COA
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 14 augustus 2025 uitspraak gedaan op het verzet van eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn beroep. Eiser had eerder, op 8 mei 2025, een beroep ingesteld tegen de koppelingsbrief van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) van 22 november 2024, waarin hem werd meegedeeld dat de gemeente Hattem bereid was om woonruimte voor hem beschikbaar te stellen. De rechtbank had het beroep van eiser toen niet-ontvankelijk verklaard omdat hij verzuimd had het bestreden besluit mee te sturen en niet tijdig had gereageerd op een verzoek van de rechtbank om dit verzuim te herstellen.
Eiser heeft echter op 10 mei 2025 verzet ingesteld, waarin hij aanvoerde dat hij het verzuim tijdig had hersteld door de koppelingsbrief aan zijn e-mail van 1 maart 2025 toe te voegen. De rechtbank heeft het verzet gegrond verklaard en vastgesteld dat de eerdere uitspraak van 8 mei 2025 ten onrechte was gedaan, omdat eiser inderdaad het verzuim had hersteld. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de koppelingsbrief geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat zij daarom onbevoegd is om van het beroep kennis te nemen. De rechtbank heeft de zaak terugverwezen naar de stand waarin deze zich bevond voordat de eerdere uitspraak werd gedaan.
De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen griffierecht terugbetaald hoeft te worden, omdat eiser geen griffierecht had betaald vanwege zijn verzoek om betalingsonmacht, dat was toegewezen. De uitspraak is gedaan door mr. W.J.B. Cornelissen, rechter, in aanwezigheid van mr. A.E.M. Lever, griffier.