ECLI:NL:RBOVE:2025:5215

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
15 augustus 2025
Publicatiedatum
15 augustus 2025
Zaaknummer
C/08/335877 / KG ZA 25-169
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over defecte batterijcellen tussen Electric Construction Equipment B.V. en Webasto Thermo & Comfort Benelux B.V.

In deze zaak heeft Electric Construction Equipment B.V. (hierna: ECE) een kort geding aangespannen tegen Webasto Thermo & Comfort Benelux B.V. (hierna: Webasto) vanwege defecte batterijcellen die door Webasto aan ECE zijn geleverd. ECE heeft deze batterijcellen gebruikt in elektrische graafmachines en tractoren, maar een deel van de batterijen is defect geraakt. ECE stelt dat de defecten het gevolg zijn van een productiefout en eist dat Webasto kosteloos de defecte batterijcellen vervangt en repareert. Webasto betwist de productiefout en stelt dat ECE de verkeerde partij heeft gedagvaard vanwege een contractsoverneming door haar moedermaatschappij. De voorzieningenrechter heeft het verweer van Webasto over de contractsoverneming gepasseerd en geconcludeerd dat ECE onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de defecte batterijcellen het gevolg zijn van een productiefout. Hierdoor zijn de vorderingen van ECE afgewezen. De voorzieningenrechter heeft ECE in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: C/08/335877 / KG ZA 25-169
Vonnis in kort geding van 15 augustus 2025
in de zaak van
ELECTRIC CONSTRUCTION EQUIPMENT B.V.,
te Veghel,
eisende partij,
hierna te noemen: ECE,
advocaat: mr. I.S. de Mol-van Schijndel,
tegen
WEBASTO THERMO & COMFORT BENELUX B.V.,
te Kampen,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Webasto,
advocaten: mr. T.J. de Vries en mr. S. Geldermans.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met 13 producties;
- de producties 1 tot en met 9 van Webasto;
- de akte aanvullende producties (14 en 15) van ECE;
- de vervangende productie 4 van ECE;
- de mondelinge behandeling van 7 augustus 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt, en de op die zitting voorgedragen pleitnota’s.
1.2.
Hierna is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

2.1.
Deze zaak gaat kort gezegd over het volgende. Webasto heeft batterijcellen verkocht en geleverd aan ECE. ECE heeft die batterijcellen geplaatst in elektrische graafmachines die zij via een dealer in Noorwegen heeft verkocht. Ook heeft zij de batterijcellen geleverd aan Nederlandse dealers voor het gebruik in tractoren. Een deel van de geleverde batterijcellen is defect geraakt. Volgens ECE is de oorzaak daarvan gelegen in een productiefout. ECE betoogt dat de defecte batterijcellen een acuut probleem opleveren, omdat de projecten waarbij voornoemde graafmachines en tractoren worden ingezet daardoor stil zijn komen te liggen en zij daarop wordt aangesproken. ECE wil daarom dat Webasto per direct kosteloos een deel van de batterijcellen vervangt en dat Webasto de batterijcellen die kapot zijn gegaan of nog kapot zullen gaan, kosteloos repareert.
Webasto stelt zich op het standpunt dat ECE de verkeerde partij heeft gedagvaard, omdat sprake is geweest van een contractsoverneming. Voor het geval dat dat verweer gepasseerd wordt, betwist zij dat sprake is van een productiefout en betoogt zij dat de vorderingen van ECE moeten worden afgewezen.
2.2.
De voorzieningenrechter zal hierna het verweer dat sprake is geweest van een contractsoverneming passeren en vervolgens tot het oordeel komen dat voorshands onvoldoende aannemelijk is geworden dat de batterijcellen als gevolg van een productiefout defect zijn geraakt. Dit leidt ertoe dat de vorderingen van ECE zullen worden afgewezen.

3.De feiten

3.1.
ECE is een vennootschap die zich richt op de handel in en ontwikkeling en productie van elektrische machines en/of delen daarvan. Zij is onderdeel van Staad Groep B.V.
3.2.
Webasto is een vennootschap die onder andere accusystemen voor elektrische voertuigen en mobiele werktuigen levert. Zij heeft wereldwijd meer dan vijftig vestigingen.
3.3.
Partijen hebben op 13 april 2021 een overeenkomst gesloten voor de verkoop en levering van batterijcellen door Webasto aan ECE (hierna te noemen: de overeenkomst).
3.4.
Die batterijcellen zijn grote batterijen met een gewicht van 300 kilogram die ECE gebruikt om in haar Powerboxen te plaatsen. Dit zijn een soort powerbanks die bestaan uit vier batterijcellen en die worden gebruikt om graafmachines en tractoren van stroom te voorzien.
3.5.
Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Webasto van toepassing verklaard. Artikel 5 van die voorwaarden luidt, voor zover van belang, als volgt:
2) In the case of justified complaints, the actual defects shall be repaired or the defective or unserviceable parts replaced free of charge by faultless parts at Webasto’s discretion. The defective goods shall be returned to Webasto free of charge for postage or carriage. (…)
(…)
4) Warranty claims may only be asserted against Webasto if the warranty card has been completed by the workshop installing the equipment and is returned to Webasto together with the parts forming the subject of the complaint. Moreover, the duplicate of this warranty card (control card) must have been sent to Webasto immediately following installation of the equipment.
(…)
3.6.
Op de batterijcellen is een garantie gegeven van twee jaar vanaf het moment van levering.
3.7.
ECE heeft onder de overeenkomst aanvankelijk 430 batterijcellen afgenomen voor een bedrag van bijna 5,5 miljoen euro. Die batterijcellen zijn in verschillende fases geleverd. De eerste levering dateert van 24 mei 2021.
3.8.
ECE heeft de betreffende batterijcellen geplaatst in elektrische graafmachines die zij via een dealer in Noorwegen heeft verkocht. Ook heeft zij de batterijcellen geleverd aan Nederlandse dealers voor het gebruik in tractoren.
3.9.
Eind november 2022 ontstonden in Noorwegen voor het eerst problemen met de batterijcellen. Deze raakten defect en gaven de foutmelding ‘contactor issues’. Vanaf half juli 2023 was sprake van een structurele toename van de problemen in kwestie.
3.10.
Partijen hebben sinds medio 2023 regelmatig overleg gehad over de oorzaak van en de oplossing voor de problemen met de batterijcellen. In verband daarmee hebben zij verschillende onderzoeken gedaan.
3.11.
In een e-mail van 23 februari 2024 schrijft Webasto aan ECE onder meer het volgende:
As already shortly spoiled, the analysis of the damaged part on which the first analysis was carried out showed that the damage to the coil was caused by an electrical event and not by a mechanical influence.
3.12.
ECE heeft op enig moment DOT Robot B.V. (hierna te noemen: DOT) ingeschakeld om onderzoek te doen naar de oorzaak van de problemen met de batterijcellen. In een rapport van 22 oktober 2024 concludeert DOT dat de contactors in de batterijcellen “open blijven staan” door “broken coil wire” en “production defects on coil”.
3.13.
Op 22 november 2024 heeft Webasto aan ECE gemeld dat het probleem van de “open contactor” zich ook bij een andere klant van Webasto voordoet.
3.14.
Webasto heeft op enig moment acht nieuwe batterijcellen aan ECE geleverd. Alvorens die cellen te leveren, heeft Webasto op 31 maart 2025 ECE een e-mail gestuurd waarin onder meer het volgende te lezen is:
Staad is familiar, that Webasto is working on improvements to enhance the robustness and the expected life time of the CV standard Batteries.
At this point in time the running investigation is not yet concluded. Nevertheless, as per your
e-mail below there is an urgent request to deliver batteries in short term.
Staad is fully aware that the desired number of cycles in the application from Staad may not be reached.
3.15.
Per e-mail van 4 april 2025 heeft Webasto ECE een brief gestuurd waarin onder meer het volgende vermeld staat:
We hereby inform you that with effect from 1st of May 2025 the European, US and APAC battery business of Webasto will be moved to the Webasto Roof & Components SE in Germany.
With this consolidation all rights and obligations, in particular contracts, legal relationships, orders etc. between your company and one of the following Webasto locations
(…)
Webasto Thermo & Comfort Benelux B.V.
(…)
will be transferred to Webasto Roof & Components SE
(…)
3.16.
Op 17 juni 2025 heeft Webasto ECE een voorstel gepresenteerd met vier mogelijke oplossingen voor de ontstane problemen. In die presentatie staat onder meer vermeld:
12v Switch has been discussed 4pcs 12v will be prepared to arrive shortly
Looking at timing Staad would require roughly 2 months before release? Confirm
Availability new 24v Planned early Q4 - confirm
3.17.
Bij brief van 4 juli 2025 heeft ECE de overeenkomst partieel ontbonden, namelijk ten aanzien van 200 batterijcellen.
3.18.
Per brief van 5 augustus 2025 heeft ECE voor het geval er sprake is van een contractsoverneming de vernietiging daarvan ingeroepen op grond van misbruik van omstandigheden.

4.Het geschil

4.1.
ECE vordert – samengevat – om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. Webasto op straffe van verbeurte van een dwangsom te bevelen tot het kosteloos en per direct vervangen van de veertig uitgevallen batterijcellen, doch uiterlijk binnen één werkweek na het te wijzen vonnis;
II. Webasto op straffe van verbeurte van een dwangsom te bevelen tot het kosteloos duurzaam repareren vanaf 1 augustus 2025 van alle batterijcellen (6 batterijcellen per week) die nu kapot zijn en nog kapot zullen gaan;
III. Webasto te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.2.
ECE legt aan deze vorderingen samengevat het volgende ten grondslag. De batterijcellen gaan defect als gevolg van een productiefout. De batterijcellen voldoen daarmee niet aan de overeenkomst, zodat sprake is van non-conformiteit. Webasto heeft dit bevestigd, maar weigert desalniettemin tot kosteloze vervanging en/of reparatie van de batterijcellen over te gaan. Webasto schiet daarmee tekort in de nakoming van de overeenkomst en ECE lijdt daardoor schade. Door de defecte batterijcellen vallen er namelijk graafmachines en tractoren bij bouwprojecten uit en komen die projecten
stil te liggen. ECE wordt daar vervolgens op aangesproken.
4.3.
Webasto voert verweer.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Het gaat hier om een in kort geding gevorderde voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter moet daarom eerst beoordelen of ECE ten tijde van dit vonnis bij die voorziening een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de voorzieningenrechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
Het spoedeisend belang
5.2.
Het spoedeisend belang vloeit genoegzaam voort uit de stellingen van ECE en is overigens ook niet door Webasto weersproken.
Contractsoverneming?
5.3.
Het meest verstrekkende verweer van Webasto is dat ECE niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vorderingen, omdat sprake is geweest van een contractsoverneming. Volgens Webasto heeft haar Duitse moedermaatschappij, Webasto Roof & Components SE (hierna te noemen: Webasto Duitsland), de overeenkomst met ECE overgenomen en is zij dus niet langer de contractspartij van ECE. Webasto verwijst wat dit betreft naar de hiervoor in r.o. 3.15 geciteerde brief van 4 april 2025 en stelt zich op het standpunt dat ECE stilzwijgend aan de contractsoverneming heeft meegewerkt door na 1 mei 2025 geen bestellingen meer te plaatsen bij Webasto maar uitsluitend bij Webasto Duitsland.
5.4.
ECE betwist dat er van een contractsoverneming sprake is geweest. Zij betoogt dat in de begeleidende e-mail bij voornoemde brief van 4 april 2025 vermeld stond dat het slechts om een administratieve wijziging van de orderafhandeling ging. Volgens ECE was het voor haar dan ook niet duidelijk dat de overeenkomst zou worden overgenomen en hoefde zij dat ook niet te begrijpen. Van een stilzwijgende medewerking aan de gestelde contractsoverneming kan volgens ECE gelet hierop evenmin sprake zijn geweest. ECE voert daarnaast aan dat zij niet bekend is met een voor de contractsoverneming vereiste akte tussen Webasto en Webasto Duitsland. Voor zover er wel sprake is van een contractsoverneming, stelt ECE zich op het standpunt dat zij deze bij haar brief van 5 augustus 2025 heeft vernietigd op grond van misbruik van omstandigheden.
5.5.
De voorzieningenrechter ziet voorshands onvoldoende aanleiding om ervan uit te gaan dat Webasto Duitsland de overeenkomst met ECE heeft overgenomen. In de brief van Webasto van 4 april 2025 staat weliswaar duidelijk vermeld dat alle rechten, plichten en overeenkomsten tussen partijen per 1 mei 2025 overgaan op Webasto Duitsland, maar dit maakt nog niet dat aangenomen kan worden dat Webasto Duitsland de contractspartij van ECE is geworden. Voor een rechtsgeldige contractsoverneming is op grond van artikel 6:159 Burgerlijk Wetboek (BW) namelijk onder meer een akte vereist tussen de overdragende en overnemende partij – in dit geval Webasto onderscheidenlijk Webasto Duitsland – en Webasto heeft deze akte niet in het geding gebracht. Zij heeft wat deze akte betreft nog wel een bewijsaanbod gedaan, maar de voorzieningenrechter passeert dat aanbod omdat, zoals reeds overwogen, voor bewijslevering in deze kort geding procedure geen ruimte is. Dit betekent dat de voorzieningenrechter er voorshands van uit gaat dat er van een contractsoverneming geen sprake is geweest en dat Webasto de contractspartij van ECE is gebleven.
Productiefout?
5.6.
Hiermee wordt toegekomen aan de vraag of van Webasto kan worden verlangd dat zij tot vervanging en reparatie van de defecte batterijcellen overgaat.
5.7.
ECE meent dat dit het geval is, omdat alle aan haar geleverde batterijcellen als gevolg van een productiefout defect zijn gegaan of op enig moment nog zullen gaan. Uit het rapport van DOT blijkt dat die productiefout eruit bestaat dat de koperdraden in de contactors van de batterijcellen vóór ingebruikname reeds scheurtjes en breuken bevatten en dat als gevolg daarvan de koperdraden al breken na een gebruik van circa 4000 ‘switching cycles’ (schakelingen). De batterijcellen voldoen dus bij lange na niet aan de verwachte levensduur van 200.000 schakelingen, aldus steeds ECE. ECE wijst erop dat het defect in kwestie zich in ieder geval ook bij één andere afnemer van Webasto heeft voorgedaan en dat ECE in haar e-mail van 23 februari 2024 al heeft geconcludeerd dat het probleem te maken heeft met de kwaliteit van de contactors.
Volgens ECE heeft Webasto bevestigd dat sprake is van een productiefout en staat tussen partijen niet ter discussie dat de batterijcellen non-conform zijn, maar weigert Webasto desondanks tot kosteloze vervanging of reparatie over te gaan. Ter onderbouwing van haar stelling dat Webasto de productiefout/non-conformiteit erkent, wijst ECE op
een presentatie van Webasto uit januari 2025 waarin vermeld staat dat de geleverde batterijcellen bij een uitgevoerde ‘thermische shock’ altijd kapot gaan binnen 5000 schakelingen en dat Webasto gepland heeft om vanaf maart 2025 contactors met een bijgewerkt ontwerp te produceren om een reductie van de mechanische spanning op de koperdraad te bewerkstelligen (productie 10 bij dagvaarding). Daarnaast wijst ECE op de in r.o. 3.14 genoemde e-mail van Webasto van 31 maart 2025 en op de in r.o. 3.16 genoemde presentatie van Webasto. Volgens ECE volgt uit de betreffende e-mail dat Webasto op dat moment alleen in staat was batterijcellen te leveren die de verwachte levensduur niet halen en blijkt uit de presentatie in kwestie dat Webasto vanaf 1 augustus 2025 een andere versie van de batterijcel, namelijk een batterijcel van 12 volt in plaats van 24 volt, gaat leveren. Ook daarmee bevestigt Webasto dat de onder de overeenkomst geleverde batterijcellen niet aan die overeenkomst beantwoorden, aldus ECE.
5.8.
ECE heeft ter zitting toegelicht dat zij naast de aanvankelijk geleverde 430 batterijcellen op een later moment nog 40 batterijcellen van Webasto geleverd heeft gekregen, zijnde in totaal dus 470 batterijcellen. Volgens ECE waren op het moment van dagvaarden 40 van die batterijcellen in elektrische graafmachines en tractoren op lopende projecten uitgevallen en zijn dit er inmiddels 64. ECE wil dat Webasto de 40 uitgevallen batterijcellen per direct kosteloos (tijdelijk) vervangt, zodat het acute probleem van het stilvallen van die projecten kan worden opgelost en verdere schade wordt voorkomen. ECE heeft ook toegelicht dat van de 470 batterijcellen er ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding 200 defect zijn teruggekomen van projecten, dat dit er inmiddels 220 zijn en dat de andere 250 batterijcellen nog gebruikt worden in projecten maar op enig moment vanwege de productiefout ook defect zullen gaan, met uitzondering van de genoemde 64 batterijcellen, die inmiddels al defect geraakt zijn. De partiële ontbinding van de overeenkomst heeft betrekking op de 200 (althans 220) teruggekomen defecte batterijcellen. De vordering die ziet op het kosteloos repareren van de batterijcellen ziet op de andere 250 dan wel 270 batterijcellen. Na de vervanging van de 64 stuks zullen de vervangende batterijcellen ook nog gerepareerd moeten worden, ervan uitgaande dat Webasto ter vervanging batterijcellen levert die eveneens de productiefout bevatten, aldus steeds ECE.
5.9.
Webasto betwist dat sprake is van een productiefout en dus ook dat zij het bestaan van die fout en de non-conformiteit van de batterijcellen heeft bevestigd. Webasto erkent wel dat het door ECE genoemde probleem met de contactor, dat zij het Costo [1] -defect noemt, zich bij verschillende batterijcellen heeft voorgedaan. Zij betwist echter dat vaststaat dat dit defect samenhangt met een productiefout. In haar ogen is het door DOT uitgevoerde onderzoek ondeugdelijk evenals het door DOT opgestelde rapport. Volgens Webasto was er van scheurtjes in de koperdraad in de batterijcel geen sprake, maar zaten die scheurtjes slechts in het omhulsel van de koperdraad en zijn de koperdraden in de batterijcel deugdelijk en volledig in overeenstemming met alle specificaties en vereisten. Ter onderbouwing van dit laatste standpunt verwijst zij naar een onderzoeksrapport van de leverancier van de koperdraden, het bedrijf TE (productie 8 van Webasto). Webasto betoogt ook dat de test van DOT slechts op één product, dat niet eens een door Webasto geleverde batterij betrof, is uitgevoerd en dat het onderzoek van DOT te beperkt van opzet was omdat daarin geen rekening is gehouden met andere mogelijke oorzaken van het defect.
Zij voegt daaraan toe dat tijdens eerdere reparaties van aan ECE geleverde batterijcellen is gebleken dat er ook sprake was van andere gebreken aan die batterijen die voor risico van ECE kwamen en dit in het onderhavige geval net zo goed aan de orde kan zijn. Volgens Webasto heeft zij in het verleden 48 batterijen voor ECE gerepareerd en was in 22 gevallen sprake van het Costo-defect en in 26 gevallen dus van een ander defect.
Webasto voert daarnaast aan dat ECE op grond van artikel 5 lid 4 van de algemene voorwaarden nader had moeten onderbouwen wat het gebrek is van iedere batterijcel afzonderlijk waarvan zij nu vervanging of reparatie vordert, wat de oorzaak daarvan is en dat zij data had moeten aanleveren waaruit blijkt dat de defecten onder de garantie vallen. Indien er batterijen zijn die onder de garantie vallen en die niet door toedoen van ECE defect zijn gegaan, wil Webasto deze kosteloos repareren of vervangen, maar Webasto heeft niet voldoende informatie om vast te stellen dat deze situatie aan de orde is, aldus Webasto.
5.10.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat indien juist is dat de levensduur van de aan ECE geleverde batterijcellen als gevolg van een productiefout minder lang is dan ECE op grond van de overeenkomst mocht verwachten, Webasto in beginsel gehouden is kosteloos tot vervanging of reparatie van die batterijcellen over te gaan, ook indien de ter zake daarvan geldende garantietermijn reeds is verstreken.
5.11.
Hoewel evident is dat het uitvallen van de batterijcellen in elektrische graafmachines en tractoren op lopende projecten een acuut probleem oplevert voor ECE, ziet de voorzieningenrechter onvoldoende grond om Webasto bij wijze van voorlopige voorziening te bevelen de uitgevallen batterijcellen per direct kosteloos te vervangen. ECE erkent namelijk dat Webasto in het verleden vanwege een ander defect dan het Costo-defect reparaties heeft uitgevoerd aan de aan haar geleverde batterijcellen. Gelet hierop en bij gebreke van nadere informatie omtrent de precieze defecten aan de afzonderlijke door ECE gestelde 40, althans 64, batterijcellen kan voorshands niet worden aangenomen dat alle batterijcellen waarvan ECE vervanging vordert zijn uitgevallen als gevolg van het Costo-defect. Hier komt bij dat voor zover die uitval wel te maken heeft met het Costo-defect, voorshands onvoldoende aannemelijk is geworden dat in een eventuele bodemprocedure geoordeeld zal worden dat dat defect een productiefout betreft. Webasto heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter namelijk voldoende gemotiveerd weersproken dat van een productiefout sprake is.
Weliswaar is ter zitting gebleken dat de aanpassing van de batterijcel naar een versie van 12 volt wel degelijk te maken had met de bij ECE ontstane problemen, maar de voorzieningenrechter acht dit enkele feit in het licht van het verweer van Webasto onvoldoende om aan te nemen dat sprake is geweest van de door ECE gestelde productiefout en non-conformiteit. De door ECE aangehaalde e-mail van Webasto van 31 maart 2025 en het door ECE genoemde bijgewerkte ontwerp van de batterijcellen leggen gelet op het verweer van Webasto evenmin voldoende gewicht in de schaal. Dat de problemen met de batterijcellen zich ook bij een andere afnemer van Webasto hebben voorgedaan, maakt gelet op het door Webasto gestelde aantal (wereldwijde) klanten van 150 niet dat voorshands van een productiefout moet worden uitgegaan, net zo min als de inhoud van de e-mail van 23 februari 2024. Uit die e-mail kan namelijk niet zonder meer worden afgeleid dat de kwaliteit van de contactors onvoldoende is. Ten aanzien van de door ECE aangehaalde ‘thermische shock’ geldt tot slot dat Webasto onweersproken heeft aangevoerd dat een dergelijke test niet kan worden aangemerkt als normaal gebruik van de batterijcel. Aangenomen moet dus worden dat de uitkomst van die test onvoldoende uitsluitsel geeft over de non-conformiteit van de batterijcellen.
5.12.
Nu onvoldoende aannemelijk is geworden dat sprake is van een productiefout, bestaat er onvoldoende grond om aan te nemen dat ECE recht heeft op kosteloze vervanging van de batterijcellen. De daartoe ingestelde vordering zal derhalve worden afgewezen. De omstandigheid dat Webasto in het verleden de batterijcellen met het Costo-defect kosteloos zou hebben gerepareerd kan wat dit betreft niet tot een ander oordeel leiden, omdat die reparaties volgens Webasto uit coulance zijn verricht en ECE dat laatste vooralsnog niet heeft weerlegd. In dat verband is van belang dat, zo Webasto voor die reparaties al facturen gestuurd heeft, deze in ieder geval onbetaald gebleven zijn.
5.13.
ECE vordert ook dat de batterijcellen die defect zijn gegaan of op enig moment nog gaan kosteloos door Webasto worden gerepareerd. Voor zover deze vordering ziet op de 40 (of 64) batterijcellen waarvan ECE eerst vervanging heeft gevorderd, kan deze gelet op het voorgaande niet worden toegewezen. Onvoldoende aannemelijk is immers geworden dat sprake is van een productiefout, zodat een kosteloze reparatie van de batterijcellen in kwestie evenmin aan de orde kan zijn.
Met haar vordering tot reparatie van de batterijcellen die nog kapot zullen gaan doelt ECE eveneens op batterijcellen die als gevolg van de door haar gestelde productiefout zullen uitvallen. Gelet op het voorgaande, kan ook ter zake van de uitval van die batterijcellen voorshands niet worden aangenomen dat dit het gevolg is van een productiefout. De vordering in kwestie zal dus geheel worden afgewezen.
Proceskosten
5.14.
ECE is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Webasto worden begroot op:
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.999,00
6. De beslissing
De voorzieningenrechter
6.1.
wijst de vorderingen van ECE af;
6.2.
veroordeelt ECE in de proceskosten van € 1.999,00, te betalen binnen veertien dagen na heden, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als ECE niet binnen de genoemde termijn betaalt en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort en in het openbaar uitgesproken op 15 augustus 2025.

Voetnoten

1.‘Contactor stuck open’