9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf: poging tot opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
10 (tien) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden
niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Tactus Reclassering, Raiffeisenstraat 40, 7514 AM in Enschede (hierna: de reclassering) op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht. Verdachte houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering;
- zich ambulant laat behandelen door forensische polikliniek JusTact of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig acht. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal veroordeelde zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig acht. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Hieronder kan ook het innemen van medicijnen vallen;
- geen alcohol gebruikt en meewerkt aan een alcoholband, urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd. Indien er sprake is van een positieve urinecontrole of de reclassering op andersoortige wijze constateert dat er sprake is geweest van alcoholgebruik, bepaalt de reclassering een passende sanctie;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact opneemt en/of onderhoudt met [aangever] , geboren op [geboortedatum 2] 1999 in [geboorteplaats 2] , zo lang de reclassering dit nodig acht;
- zich niet in de [adres 1] bevindt, zolang de reclassering dit nodig acht;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14c, zesde lid, Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat de benadeelde partij [aangever] in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.H. Kapinga, voorzitter, mr. E. Venekatte en
mr. J. Wentink, rechters, in tegenwoordigheid van D.A.C. Brockötter, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2025.
Buiten staat
Mr. Venekatte is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2025157725. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 22 juli 2025, voor zover inhoudende de verklaring van de verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik ben op 6 april 2025 restaurant [restaurant] binnengelopen.. Ik heb een jerrycan met benzine opgehaald uit mijn woning boven het restaurant en ben toen het restaurant ingegaan. Ik heb de inhoud van de jerrycan met benzine over de vloer van het restaurant gegoten.
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] van 6 april 2025, voor zover inhoudende, zakelijke weergegeven (pagina 6-7):
Ik ben eigenaar van het restaurant [restaurant] in [vestigingsplaats] . Op 6 april 2025, was ik aan het werk met twee collega's van mij in het restaurant. Er liep een kale man de zaak binnen. Ik liep gelijk naar die man toe. Ik vroeg aan die man: "Wat is er aan de hand?" Ik hoorde dat de man vroeg naar ene [naam 1] en [naam 2] . Ik zei tegen de man dat ik [naam 1] heette en wat hij wilde van mij? Ik hoorde dat de man zei: "Ik heb niks met jou.”
Voordat hij naar boven liep, zei de man buiten tegen mij: "Ik ga een gaatje maken en er gas in doen. En ik ga jouw zaak in de brand steken”. Hij liep toen weg en ging door de voordeur in zijn woning. Hij woont boven mijn restaurant.
Diezelfde dag zag ik diezelfde kale man die ik vanmiddag uit mijn restaurant zette, de deur van mijn restaurant openen. Ik zag dat hij een jerrycan in zijn hand vasthield en met de andere hand de jerrycan opende. Ik zag dat hij de inhoud van de jerrycan over de vloer van mijn restaurant leeggooide. Ik zag dat hij daarna een aansteker vastpakte in zijn rechterhand. Ik kreeg het gevoel dat hij alles wilde aansteken en toen liep ik naar hem toe en duwde hem rustig richting de muur. Op dit moment waren er ook nog twee collega's van mij, mijn broertje en mijn nichtje, in mijn restaurant. Ook stonden er heel veel goederen van mij in de winkel.
3.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 6 april 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 12):
Op zondag 6 april 2025 stond ik in de keuken van de zaak. Dit betreft het restaurant [restaurant] te [vestigingsplaats] .
Ik zag dat een man de pizzeria inliep met een jerrycan en vervolgens benzine vanuit de jerrycan over de grond van de pizzeria gooide. Ik zag een grote vlek van 2 bij 2 meter op de voer met een vloeistof die sterk naar benzine rook. Ik zag dat de man iets uit zijn achterbroekzak haalde. Ik zag dat mijn baas de man vastpakte en tegen hield.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van 6 april 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 20):
Wij, verbalisanten hoorden van de eigenaar dat de vloer een houten laminaatvloer betrof.
Wij, verbalisanten zagen dat de vloer aan het bollen was. Tevens zagen wij grote kieren tussen de vloerdelen.
Wij, verbalisanten hoorden dat de medewerkster vertelde dat de vloeistof ook op het meubilair gekomen was.
5.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] van 7 april 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 25):
Ik kreeg het verzoek van ZSM om te kijken of de aansteker die verdachte bij zich had
daadwerkelijk werkte. Ik heb de aansteker uit de fouilleringszak gehaald. Ik heb gekeken of de aansteker werkte door op de zwarte knop te drukken welke op de aansteker zit. Ik zag dat uit de aansteker een vlammetje kwam.
6.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] van 8 april 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 29):
Op 7 april, 2025, was ik aan de [adres 2] . Al daar is restaurant [restaurant] (de rechtbank leest: [restaurant] ) gevestigd. Hierbij bekeek ik ook de gebouwen rondom het restaurant. Ik stond recht voor het pand. Ik zag dat het pand aan de bovenzijde een balkon had met daarop een banner van het restaurant. Ik zag dat dit balkon vast zat aan een appartement met een witte voorgevel.
Toen ik aan de voorzijde van het pand stond zag ik dat er in het midden van het gebouw een glazen deur was met een raam aan de linker en de rechterzijde. Ik zag dat aan de rechterzijde van deze deur een tweetal brievenbussen in de muur zaten. Hieruit kon ik opmaken dat in het pand een tweetal woningen gevestigd waren.
7.
Het proces-verbaal van aanhouding verdachte [verdachte] van 6 april 2025, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 38):
De eigenaar en de persoon stonden in het restaurant. Bij het openen van de deur roken wij verbalisanten direct een zeer sterke geur van brandstof zijnde benzine. Hierop de man zijnde verdachte uit het restaurant gepraat en voor de zaak aangehouden. De verdachte hierop de cautie medegedeeld en hem op zijn rechten gewezen. Bij het aanleggen van de transportboeien zei de verdachte "Wat denk je ik wilde de zaak in de fik steken".