Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser 1],en
beiden wonende te [woonplaats 1],
wonende te [woonplaats 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 februari 2025;
- de mondelinge conclusie van antwoord van 18 maart 2025;
- de door de griffier gemaakte aantekeningen van de op 3 juli 2025 gehouden mondelinge behandeling;
- de e-mail van gedaagde d.d. 4 juli 2025;
- de akte van [eisers], ingekomen ter griffie op 17 juli 2025.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- de betalingsregeling niet nakomt of
- de lopende huur niet tijdig of volledig betaalt.
- dagvaarding € 144,47;
- griffierecht € 732,00;
- salaris gemachtigde € 812,00 (punten x tarief € 406,00);
- nakosten
5.De beslissing
- [gedaagde] betaalt niet of niet tijdig de maandelijkse termijnen van € 200,00, met ingang van de maand april 2025 totdat de hiervoor (onder 5.1 genoemde) betalingsachterstand en (onder 5.2 genoemde) proceskosten volledig zijn betaald;
- [gedaagde] betaalt niet of niet tijdig de maandelijkse huur.