In deze zaak vordert Augenklinik Ahaus betaling van een factuur van € 1.499,- voor een medische behandeling die gedaagde heeft ondergaan. Gedaagde erkent de behandeling, maar stelt dat hij niet hoeft te betalen omdat de behandeling niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd en hij onvoldoende geïnformeerd is over de procedure. De kantonrechter oordeelt dat het verweer van gedaagde niet slaagt, omdat hij geen rechtsgevolg heeft verbonden aan de gestelde tekortkoming. De kantonrechter wijst de vorderingen van Augenklinik Ahaus toe, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De zaak heeft een internationaal karakter, aangezien de eisende partij in Duitsland is gevestigd en de gedaagde in Nederland woont. De kantonrechter bevestigt de rechtsmacht van de Nederlandse rechter en past Duits recht toe op de overeenkomst. De kantonrechter concludeert dat gedaagde verplicht is de factuur te betalen, en dat de vordering van Augenklinik Ahaus gegrond is. De proceskosten worden ook aan gedaagde opgelegd, aangezien hij in het ongelijk is gesteld.