Uitspraak
[verzoekers] e.a., uit [woonplaats 1] , verzoekers
het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen
Inleiding
Beslissing
.Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.
Rechtbank Overijssel
Op 19 augustus 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door een groep verzoekers tegen de verlening van een omgevingsvergunning door het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen. De vergunning, verleend op 13 februari 2025, betrof het afwijken van regels van het omgevingsplan voor de bouw van een woning en een schuur aan een specifiek adres. De verzoekers waren van mening dat de vergunning ten onrechte was verleend en vroegen de rechtbank om een voorlopige voorziening, zodat de bouw zou worden geschorst.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op zitting behandeld, waarbij de gemachtigden van de verzoekers, het college en de vergunninghouder aanwezig waren. Na de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De rechter oordeelde dat er geen sprake was van onomkeerbare gevolgen, aangezien de vergunninghouder had verklaard te willen wachten met de bouw van de woning, maar wel de schuur wilde realiseren. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening, omdat het gebruik van de vergunningen geen onomkeerbare gevolgen met zich meebracht.
De uitspraak benadrukte dat de vergunninghouder zich bewust was van de risico's van het bouwen van de schuur voordat de omgevingsvergunning onherroepelijk was. De voorzieningenrechter wees erop dat, indien de vergunning in hoger beroep niet stand zou houden, de vergunninghouder de schuur zou moeten afbreken. De rechter concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenvergoeding en dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstond.