Op 20 augustus 2025 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. De verzoeker, gedetineerd en vertegenwoordigd door advocaten mr. R.A. van der Horst en mr. A.N. Slijters, had op 4 juli 2025 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters mr. E. Venekatte, mr. B.T.C. Jordaans en mr. G.C. Bos. Het verzoek was gebaseerd op de stelling dat de afwijzing van het verzoek om acht getuigen te horen blijk gaf van vooringenomenheid van de rechters. De rechtbank oordeelde dat de beslissing om de getuigen niet te horen in hoger beroep kan worden getoetst, maar geen grond voor wraking oplevert. De rechtbank stelde vast dat de motivering van de afwijzing van het verzoek van de verdediging niet duidt op vooringenomenheid. De gewraakte rechters hebben in hun schriftelijke reactie aangegeven dat het wrakingsverzoek voortkwam uit een andere visie van de verdediging en dat de motivering van hun beslissing niet als partijdig kan worden opgevat. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectieve aanwijzingen voor partijdigheid waren en verklaarde het verzoek ongegrond. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de andere rechters, met de griffier aanwezig.