3.3Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van [slachtoffer 2]
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte in de periode van 1 oktober 2019 tot 1 oktober 2023 [slachtoffer 2] meermaals heeft mishandeld. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
De feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van het dossier de volgende redengevende feiten en omstandigheden vast.
Aangeefster [aangeefster] (de moeder van [slachtoffer 2] ) heeft verklaard dat [slachtoffer 2] een aantal jaren is mishandeld door zijn (voormalige) stiefvader, zijnde verdachte. In februari 2018 krijgen aangeefster en verdachte een relatie. [slachtoffer 2] is op dat moment één jaar oud. In de periode van december 2018 tot december 2021 wonen zij met zijn drieën – en na de geboorte van dochter [slachtoffer 1] op [geboortedatum slachtoffer] 2020 met zijn vieren – aan de [adres 2] . Aangeefster en verdachte trouwen op 6 september 2019. In december 2021 verhuist het gezin naar [adres 3]
Aangeefster heeft verklaard dat [slachtoffer 2] regelmatig door verdachte richting zijn slaapkamer werd geschopt en geslagen, bijvoorbeeld als straf of omdat [slachtoffer 2] in de ogen van verdachte een verkeerde reactie gaf. Verdachte gaf [slachtoffer 2] klappen ‘waar hij raken kon’ en sloeg [slachtoffer 2] net zo lang totdat hij ‘goed’ in bed lag. Aangeefster heeft ook verklaard dat [slachtoffer 2] op zijn blote billen werd geslagen en als straf onder een koude douche werd gezet. Ook sloeg verdachte zijn ellenbogen van tafel, waardoor [slachtoffer 2] met zijn hoofd in zijn bord met eten viel. Verdachte schreeuwde naar [slachtoffer 2] en hij werd ook uitgescholden. Verdachte en [aangeefster] zijn begin oktober 2023 uit elkaar gegaan.
[slachtoffer 2] is op 6 maart 2024 door gedragswetenschapper/orthopedagoog D. Roelofs in het kader van een kindgesprek bij Veilig Thuis IJsselland gehoord. [slachtoffer 2] heeft tijdens dit gesprek verteld dat hij door verdachte tijdens het naar boven gaan is getrapt en geschopt tegen zijn billen, zijn rug en een keer tegen zijn gebroken been. Het naar boven schoppen is wel achttien keer gebeurd, aldus [slachtoffer 2] . Als [slachtoffer 2] niet opschoot, ging verdachte door met trappen en schoppen en sloeg hij [slachtoffer 2] op zijn billen. Ook heeft verdachte een keer tegen zijn enkels geschopt. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij één keer door verdachte onder de koude douche is gezet.
Getuige [getuige 1], een vriend van het gezin, heeft verklaard dat hij meerdere keren heeft gezien dat verdachte de kinderen sloeg en schopte. Zo heeft hij verklaard dat hij heeft gezien dat verdachte [slachtoffer 2] de trap op schopte en dat verdachte, als [slachtoffer 2] met zijn ellenbogen op tafel zat, de armen van [slachtoffer 2] hard van tafel sloeg, waardoor hij met zijn hoofd hard op tafel terechtkwam. [getuige 1] heeft ook verklaard dat nadat [slachtoffer 2] een keer had overgegeven, verdachte hem hard bij zijn bovenarm vastpakte en een tent in sleurde. Verdachte schold [slachtoffer 2] toen uit.
Getuige [getuige 2], een voormalige buurman in [adres 2], heeft verklaard dat hij in de periode van 2018 tot en met 2021 vrijwel elke dag bij het gezin over de vloer kwam. [getuige 2] heeft verklaard dat verdachte [slachtoffer 2] met zijn vlakke hand een klap op de vingers gaf als [slachtoffer 2] zijn bord niet leeg at of met zijn eten speelde. Hij heeft ook verklaard dat verdachte hem onder zijn kont trapte en schopte, bijvoorbeeld als [slachtoffer 2] niet hard genoeg liep. Ook heeft hij verklaard dat [slachtoffer 2] als straf onder de koude douche werd gezet en dat verdachte [slachtoffer 2] uitschold.
Het dossier bevat ook screenshots van Whatsapp-berichten tussen verdachte en aangeefster. Op 29 oktober 2019 stuurt aangeefster een foto van een blauw-rood gekleurde linker bil met de tekst: ‘hoe ga ik dat godverdomme uitleggen’, waarop verdachte reageert: ‘had hem ook niet zo hard aan moeten pakken’. Aangeefster stuurt dan: “…” dat verdachte dit iedere keer zegt en dat de plek iedere keer groter is, waarop verdachte reageert: ‘Ja snap ik’. Op 20 maart 2020 stuurt aangeefster: ‘D’r is nog amper wat te zien op z’n bil, hoe de fuck’, waarop verdachte reageert met de tekst: ‘Dat heet goed weten hoe je moet slaan # puppypower’.
Op 5 juli 2022 stuurt aangeefster: ‘Vind het wel echt bijzonder dat [slachtoffer 2] dan die tik voor z’n billen herinnerd maar die tjk voor z’n hoofd die niet door de beugel kan niet’, waarop verdachte reageert met een emoticon van een persoon die zijn schouders ophaalt. Op 8 november 2022 stuurt aangeefster een foto van [slachtoffer 2] met een blauw oog naar verdachte.
Overwegingen
Hoewel verdachte ontkent [slachtoffer 2] te hebben mishandeld, heeft de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de door aangeefster, [slachtoffer 2] en de andere getuigen afgelegde verklaringen over de geweldshandelingen. Deze komen overeen met elkaar en zijn gedetailleerd en onafhankelijk van elkaar afgelegd. Verdachte heeft ter zitting bovendien geen verklaring kunnen geven voor de omstandigheid dat getuige [getuige 1], die hij desgevraagd als een goede vriend van hem beschouwde, een leugenachtige verklaring over verdachte zou afleggen.
De rechtbank ziet daarnaast ondersteuning in de overgelegde Whatsapp-berichten tussen verdachte en aangeefster. Op basis van dit berichtenverkeer kan worden vastgesteld dat [slachtoffer 2] op verschillende momenten in 2019, 2020 en 2022 letsel heeft opgelopen. Zo worden er onder andere foto’s van [slachtoffer 2] gestuurd waarop een rood-blauwe plek op zijn linker bil zichtbaar is en een foto waarop [slachtoffer 2] een blauw oog heeft. De blauwe plek op de linker bil van [slachtoffer 2] past bij de verschillende verklaringen waaruit volgt dat [slachtoffer 2] veelvuldig tegen zijn (blote) billen is geslagen, geschopt of getrapt. Daarnaast biedt de inhoud van de berichten steun voor de vaststelling dat verdachte [slachtoffer 2] over een langere periode meermaals heeft mishandeld.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer 2] in de periode van 1 oktober 2019 tot 1 oktober 2023 meermalen heeft mishandeld.
Het is de rechtbank tot slot niet gebleken dat verdachte als stiefvader van [slachtoffer 2] het ouderlijk gezag had over [slachtoffer 2] . Het gegeven dat verdachte en aangeefster met elkaar getrouwd zijn geweest is hiervoor onvoldoende, nu een huwelijksvoltrekking niet automatisch tot gevolg heeft dat een stiefouder ouderlijk gezag verkrijgt over de kinderen van zijn echtgenoot. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het ten laste gelegde onderdeel ‘een kind over wie hij het gezag uitoefende’.
Partiële vrijspraak ( [slachtoffer 1] en hond [slachtoffer 3])
De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsvrouw, van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zijn dochter [slachtoffer 1] heeft mishandeld, zodat zij verdachte van dit onderdeel zal vrijspreken.
De rechtbank zal verdachte eveneens vrijspreken van het in aanwezigheid van [slachtoffer 2] (en [slachtoffer 1] ) mishandelen van een hond ([slachtoffer 3]). Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis van het dossier niet worden vastgesteld dat zij de vermeende mishandeling van hond [slachtoffer 3] hebben waargenomen.