ECLI:NL:RBOVE:2025:5292

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
31 juli 2025
Publicatiedatum
26 augustus 2025
Zaaknummer
C/08/335609 / JE RK 25-1187
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ondertoezichtstelling van een ongeboren kind na geweld tussen ouders

In deze zaak heeft de Raad voor de Kinderbescherming een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling van een ongeboren kind voor de duur van een jaar. De kinderrechter heeft dit verzoek toegewezen. De ouders van het ongeboren kind hebben in het verleden regelmatig verbaal en fysiek geweld tegen elkaar gepleegd, maar zijn inmiddels uit elkaar gegaan en wonen samen omwille van het ongeboren kind. Ondanks hun intentie om de opvoeding zelf te doen, hebben zij geen inzicht in de verantwoordelijkheden die dit met zich meebrengt. De kinderrechter oordeelt dat er een jeugdbeschermer moet worden aangesteld om de situatie van de ouders en het ongeboren kind te begeleiden. De ouders hebben geen voorlichtingsavonden bijgewoond en zijn niet goed voorbereid op de komst van hun kind. De kinderrechter heeft zorgen over de ontwikkeling van het ongeboren kind, vooral gezien de spanningen tussen de ouders en de betrokkenheid van verschillende instanties. De kinderrechter heeft besloten het ongeboren kind onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat er een veiligheidsplan moet worden opgesteld en dat de ouders moeten leren omgaan met de verantwoordelijkheden van het ouderschap.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Zwolle
Zaaknummer: C/08/335609 / JE RK 25-1187
Datum uitspraak: 31 juli 2025
Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling
in de zaak van
de Raad voor de Kinderbescherming,
Zwolle,
hierna te noemen: de raad,
over
Het ongeboren kind [kind],
hierna te noemen: het ongeboren kind [kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats],
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.
De kinderrechter merkt als informant aan:
Stichting Jeugdbescherming Overijssel, de gecertificeerde instelling,
hierna te noemen: de GI,
gevestigd te Zwolle.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 8 juli 2025;
  • het rapport van de raad met een bijlage van 15 juli 2025;
  • een bericht van de raad van 25 juli 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 31 juli 2025. Daarbij waren aanwezig:
- de vader;
- de moeder;
- [naam 1] namens de Raad;
- [naam 2] en [naam 3] namens de GI.

2.De feiten

2.1.
Het ouderlijk gezag over het ongeboren kind [kind] wordt uitgeoefend door de moeder.

3.Het verzoek

3.1.
De raad verzoekt het ongeboren kind [kind] onder toezicht te stellen voor de duur van een jaar en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.De standpunten

4.1.
De ouders begrijpen de zorgen wel een beetje. Zij stellen zich echter open voor betrokkenheid van een jeugdbeschermer. De ouders vinden het vervelend dat er in het raadsrapport dingen staan die niet kloppen. Zo noemt de moeder dat de ouders meerdere keren hebben aangegeven dat zij niet in [plaats 1] willen wonen, maar dit staat niet in het rapport. De ouders hebben op dit moment geen relatie meer. Zij zijn onlangs verhuisd naar een appartement in [plaats 2]. Daar gaan zij samen met het ongeboren kind wonen. De ouders verwachten dat er minder spanningen tussen hen zullen zijn nu zij geen relatie meer hebben. De ouders zijn niet naar voorlichtingsavonden geweest omdat ze het te druk hadden met het contact met VTIJ en andere instanties.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter kan een ongeboren kind als geboren beschouwen als dit in zijn belang is. [1] De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een ondertoezichtstelling is voldaan. [2] De kinderrechter legt hieronder uit waarom.
5.2.
De kinderrechter heeft veel zorgen over de ontwikkeling van het ongeboren kind [kind]. Tussen de ouders heeft meerdere keren (verbaal en fysiek) geweld plaatsgevonden tijdens ruzies. Deze ruzies zouden over de families van de ouders gaan, maar zijn hoe dan ook behoorlijk heftig. Er zijn VTIJ en politiemeldingen vanaf 2024. Ondanks dat de ouders op dit moment geen relatie meer hebben, heeft de kinderrechter nog wel zorgen over de spanning tussen de ouders nu zij samen gaan wonen, ook nog in een relatief kleine ruimte. Met de komst van het ongeboren kind [kind] zullen de ouders minder slaap krijgen en dat kan zorgen voor extra spanning. De kinderrechter heeft ook gehoord dat er veel spanning is tussen de families van de ouders. Hoewel de ouders op dit moment geen contact hebben met hun families, blijft dit wel de familie van het ongeboren kind [kind]. De kinderrechter is van mening dat het belangrijk is dat hier aandacht voor is. Als het ongeboren kind [kind] wordt geboren is het een kwetsbaar kindje dat continu beschikbaarheid van ouders vraagt. Het ongeboren kind [kind] is het eerste kind van de ouders en daardoor moeten de ouders nog aanleren hoe zij een kind op moeten voeden. De kinderrechter heeft daarbij zorgen. De baby-IOG is namelijk nog niet is opgestart en de ouders zeggen dat ze de opvoeding van de baby liever zelf willen doen. Op dit moment zijn er verschillende instanties betrokken bij de ouders. Dit maakt het voor de ouders lastig om zich te focussen op het ongeboren kind [kind]. Dat is bijvoorbeeld te zien aan het feit dat de ouders geen enkele voorlichtingsavond hebben bijgewoond en pas heel recent een plekje hebben gevonden waar zij met de baby kunnen verblijven. De kinderrechter is van oordeel dat het goed is dat er in de situatie van de ouders een regisseur komt in de vorm van een jeugdbeschermer. De jeugdbeschermer zal meekijken met de ouders wat goed is voor het ongeboren kind [kind] en of de opvoedsituatie bij de ouders goed genoeg is voor het ongeboren kind [kind].
5.3.
De kinderrechter is van mening dat het noodzakelijk is dat er in de komende periode een (veiligheids)plan wordt gemaakt. Het is ook noodzakelijk dat de baby-IOG wordt gestart. In de komende periode zal worden gewerkt aan de volgende doelen.
  • De baby verblijft in een veilige, rustige en stabiele opvoedingsomgeving;
  • De baby heeft altijd een beschikbare en veilige volwassene om zich heen, die
niet onder invloed is van middelen;
 De baby heeft ouders die (emotioneel) beschikbaar voor hem zijn en hem de
verzorging, aandacht en stimulans bieden die hij nodig heeft;
 De baby heeft ouders die sensitief en responsief reageren op zijn signalen,
zodat hij een veilige gehechtheidsrelatie kan aangaan met ouders.
 De baby heeft een ritme met voldoende slaap, aandacht, activiteit, gezond
eten en drinken en lichamelijke zorg (bijvoorbeeld wassen, luier
verschonen);
 De baby heeft ouders die om hulp vragen en hulp accepteren als dat nodig
is;
5.4.
De ontwikkelingsdreigingen kunnen niet of onvoldoende worden weggenomen met vrijwillige hulpverlening, omdat de ouders moeilijk tot niets aannemen en geen inzicht hebben of tonen in wat er allemaal georganiseerd moet worden rond de geboorte van een kind, ook in juridische zin. Terwijl er wel veel zorgen zijn of deze ouders beschikbaar zullen zijn en blijven, ook als het even tegenvalt. De ouders hebben op dit moment geen concreet en duidelijk veiligheidsplan. Het is daardoor onder andere onduidelijk in wat voor situatie de baby geboren gaat worden en hoe de zorg voor de baby wordt verdeeld. Daarnaast lukt het de ouders onvoldoende om over te gaan tot actie, die passend is bij een zo grote verantwoordelijkheid als het krijgen van een kindje.
5.5.
De ondertoezichtstelling is daarom in dit geval nodig. De kinderrechter stelt het ongeboren kind [kind] onder toezicht voor de duur van een jaar.
5.6.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
beschouwt het ongeboren kind [kind] als geboren;
6.2.
stelt het ongeboren kind [kind] onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming Overijssel met ingang van 31 juli 2025 tot 31 juli 2026;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 31 juli 2025 door mr. G.M.J. Vijftigschild, kinderrechter, in aanwezigheid van M.E. Sijnstra als griffier, en op schrift gesteld op 14 augustus 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.

Voetnoten

1.Artikel 1:2 BW.
2.Artikel 1:255 BW.