Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[eiser] ,
Het procesverloop
De beoordeling
- inkomstenbelasting ad € 227.473,--, 2017 tot en met 2021 en 2023 en
- Zorgverzekeringswet ad € 13.034,--, 2017 tot en met 2023.
Rechtbank Overijssel
Op 14 juli 2025 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een verzoek tot schuldsanering van [eiser]. Het verzoek is afgewezen omdat [eiser] niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij te goeder trouw is geweest ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank constateert dat [eiser] een financieel spoor van vernieling heeft achtergelaten bij meerdere ondernemingen waarvan hij eigenaar of bestuurder is geweest, en dat hij niet in staat is gebleken om zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling na te komen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de totale schuldenlast van [eiser] € 315.953,58 bedraagt, waaronder een preferente belastingschuld van € 241.408,--. [Eiser] heeft verklaard dat zijn schulden zijn ontstaan door verkeersongelukken en dat hij zijn ondernemingsactiviteiten heeft moeten staken. Echter, de rechtbank oordeelt dat het onbetaald laten van de schulden het gevolg is van wanbeleid van [eiser] en dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de overwaarde van zijn woning, die hij in 2020 heeft verkocht, niet aan hem is toegekomen.
De rechtbank wijst het verzoek af op grond van artikel 288 lid 1 sub b en sub c van de Faillissementswet, omdat [eiser] niet heeft aangetoond dat hij de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling naar behoren zal nakomen. De beslissing is genomen door mr. K.J. Haarhuis en de schuldenaar heeft het recht van hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.