ECLI:NL:RBOVE:2025:5387

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 september 2025
Publicatiedatum
2 september 2025
Zaaknummer
11836753 \ CV EXPL 25-1445
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming en contactverbod in kort geding tussen Mijande Wonen en huurders

In deze zaak vordert Mijande Wonen in kort geding de ontruiming van een woning die door gedaagde 1 wordt gehuurd, waar zij samen met gedaagde 2 woont. Mijande Wonen vraagt ook om een gebieds- en contactverbod voor beide gedaagden. De kantonrechter wijst de ontruiming af, omdat de huurovereenkomst in een eerdere bodemprocedure al is ontbonden en de ontruiming is toegewezen. Het gevorderde gebieds- en contactverbod wordt echter (beperkt) toegewezen voor gedaagde 2, die bedreigingen heeft geuit tegen medewerkers van Mijande Wonen. De kantonrechter legt een dwangsom op voor het geval gedaagde 2 deze verboden overtreedt en veroordeelt hem in de proceskosten. Gedaagde 1 wordt niet in de proceskosten veroordeeld, omdat zij niet in het ongelijk is gesteld. De zaak is behandeld op 2 september 2025, na een mondelinge behandeling op 22 augustus 2025, en is gelijktijdig met een bodemprocedure behandeld.

Uitspraak

RECHTBANK Almelo

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 11836753 \ CV EXPL 25-1445
Vonnis in kort geding van 2 september 2025
in de zaak van
STICHTING MIJANDE WONEN,
te [plaats],
eisende partij,
hierna te noemen: Mijande Wonen,
advocaat: mr. R.F.A. Rorink,
tegen

1.[gedaagde 1],

te [woonplaats 1],
2.
[gedaagde 2],
te [woonplaats 2],
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagde 1] en [gedaagde 2],
advocaat: mr. E. Nijhoff.

1.De zaak in het kort

[gedaagde 1] huurt een woning van Mijande Wonen en woont daar samen met [gedaagde 2].
Mijande Wonen vordert in dit kort geding ontruiming van de woning en een gebieds- en contactverbod voor [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De kantonrechter wijst de ontruiming af, omdat in de bodemprocedure de huurovereenkomst al is ontbonden en de ontruiming is toegewezen. Het gevorderde gebieds- en contactverbod wordt (beperkt) toegewezen, maar alleen ten aanzien van [gedaagde 2]. Voor het geval [gedaagde 2] deze verboden overtreedt, wordt een (gemaximeerde) dwangsom opgelegd. [gedaagde 2] wordt in de proceskosten van Mijande Wonen veroordeeld. De kantonrechter legt zijn beslissing hierna verder uit.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de aanvullende producties van Mijande Wonen,
- de mondelinge behandeling van 22 augustus 2025, waar beide partijen aanwezig waren en hun advocaten pleitaantekeningen hebben overgelegd.
2.2.
Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de vordering in de bodemprocedure (zaaknummer: 11562870 \ CV EXPL 25-308) ingesteld door Mijande Wonen tegen [gedaagde 1]. In beide zaken is vonnis bepaald op vandaag.

3.De feiten

3.1.
Mijande Wonen is eigenaresse van de naast elkaar gelegen woningen aan de [adres 1] en [adres 2]. Zij verhuurt met ingang van 25 januari 2023 aan [gedaagde 1] de woning aan de [adres 1].
3.2.
[gedaagde 1] is eerst alleen met haar twee minderjarige kinderen in de woning gaan wonen. Kort daarna is [gedaagde 2] bij haar ingetrokken. [gedaagde 2] is de partner van [gedaagde 1]. Hij staat ingeschreven op het adres van de woning, maar hij is geen medehuurder. [gedaagde 2] heeft vier minderjarige kinderen die ook geregeld in de woning verblijven.
3.3.
Kort nadat [gedaagde 1] in de woning kwam wonen en [gedaagde 2] bij haar introk, kregen zij een geschil met de buren die de naastgelegen woning aan de [adres 2] van
Mijande Wonen huren. Deze buren en [gedaagde 1] en [gedaagde 2] bleven over elkaar klachten indienen bij Mijande Wonen. Mijande Wonen is herhaaldelijk met de buren, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in gesprek gegaan. Dat heeft de problemen niet opgelost. Mijande Wonen heeft daarom in 2024 zowel [gedaagde 1] als de buren in kort geding gedagvaard. De kantonrechter heeft bij vonnissen van 6 augustus 2024 [1] zowel [gedaagde 1] als de buren een gedragsaanwijzing opgelegd.
3.4.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben vervolgens nog meerdere meldingen bij Mijande Wonen gedaan over dat de buren de gedragsaanwijzing overtreden. Volgens Mijande Wonen hebben [gedaagde 1] en [gedaagde 2] daar geen concreet bewijs van verstrekt en zou uit het bewijs dat wel is verstrekt juist blijken dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zelf de gedragsaanwijzing overtreden. Hierover hebben [gedaagde 1] en [gedaagde 2] uitvoerig gediscussieerd met (de advocaat van) Mijande Wonen.
3.5.
De advocaat van Mijande Wonen heeft [gedaagde 1] op 6 augustus 2025 schriftelijk de mogelijkheid gegeven om te verhuizen naar een andere woning, wat volgens Mijande Wonen dient te worden gezien als gunst en een laatste kans, met een gedragsaanwijzing en betalingsregeling voor de achterstallige huur.
3.6.
Op 7 augustus 2025 heeft [gedaagde 2] onaangekondigd het kantoor van Mijande Wonen in [plaats] bezocht. Op een in het geding gebrachte geluidsopname is te horen dat [gedaagde 2] toen – onder meer – het volgende heeft gezegd:
‘(…)
Binnenkort maak ik iedereen af, ik ben er echt klaar mee.
(…)
Ik kan je eerlijk vertellen, als jullie ons naaien door die leugens allemaal dan zijn jullie allemaal de lul, dat meen ik serieus. Dan gaat jullie gezin er ook allemaal aan, net als jullie bij ons gezin hebben gedaan
(…)
Die is binnenkort ook aan de beurt als hij zo doorgaat, jullie allemaal. Ik laat ons gezin niet langer doormaken door jullie kutgedrag. Jullie moeten gewoon de buren aanpakken. Dat is het hele probleem.
(…)
Jullie spelen gewoon een vies spelletje, en dat is gewoon het hele ding. Als wij daardoor
genaaid worden hebben jullie allemaal een groot probleem, dat zeg ik jullie alvast.
(…)
Jij hebt zelf ook kinderen, wees gewoon eerlijk. Als iemand dat bij jullie gezin zou doen dan?
(…)
Binnenkort zijn jouw kinderen aan de beurt als het zo doorgaat, dat beloof ik je alvast. Kankeridioot. Wie denk je dat je bent joh, mafkees.
(…)
Jullie komen er wel achter allemaal, echt. Je gaat het wel zien, mafkees.
(…)’

4.Het geschil

4.1.
Mijande Wonen vordert – verkort weergeven – dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde 1] en [gedaagde 2]:
I. veroordeelt om binnen twee weken na betekening van het vonnis de woning te ontruimen;
II. verbiedt om zich gedurende één jaar na betekening van het vonnis te begeven binnen een afstand van 500 meter van en/of zich te bevinden in de kantoren van Mijande Wonen aan de Oosteinde 193 in Vriezenveen en Ootmarsumsestraat 4A in Denekamp;
III. verbiedt om gedurende één jaar na betekening van het vonnis contact op te nemen met Mijande Wonen en/of haar medewerkers, in welke vorm dan ook;
IV. veroordeelt om aan Mijande Wonen een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere keer dat zij zich niet houden aan het sub II en III genoemde verbod, met een maximum van € 25.000,00;
V. veroordeelt in de kosten van het geding, alsmede de nakosten.
4.2.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] voeren verweer.

5.De beoordeling

Ontruiming
5.1.
De kantonrechter heeft vandaag ook vonnis in de bodemprocedure gewezen. In dat vonnis heeft de kanontrechter geoordeeld dat de huurachterstand van [gedaagde 1] ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning rechtvaardigt. De kantonrechter heeft daarom in dat vonnis de door Mijande Wonen gevorderde ontbinding en ontruiming toegewezen. De ontruimingstermijn heeft de kantonrechter bepaald op drie weken na betekening van het vonnis, vanwege de aanwezigheid van minderjarige kinderen in de woning.
5.2.
Nu in de bodemprocedure al de huurovereenkomst is ontbonden en de gevorderde ontruiming is toegewezen, zal de kantonrechter de in dit kort geding gevorderde
ontruiming afwijzen. Wat Mijande Wonen in dit kort geding nog meer aan de ontruiming ten grondslag heeft gelegd, zal dan ook onbesproken blijven.
Gebieds- en contactverbod
5.3.
In dit kort geding moet de kantonrechter allereerst beoordelen of Mijande Wonen een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. De kantonrechter is van oordeel dat van een spoedeisend belang bij het gevorderde gebieds- en contactverbod, gelet op de aard van de vorderingen, voldoende is gebleken. Dit betekent dat de vorderingen van Mijande Wonen kunnen worden behandeld.
5.4.
Een gebiedsverbod vormt een inbreuk op het aan iedereen toekomende recht om zich vrij te kunnen verplaatsen. Voor het toewijzen van een zo ingrijpende maatregel moet sprake zijn van in hoge mate aannemelijke feiten en omstandigheden die zo'n inbreuk kunnen rechtvaardigen. Voor een contactverbod moet in elk geval een reële dreiging bestaan van toekomstig onrechtmatig handelen van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tegenover Mijande Wonen.
5.5.
Mijande Wonen stelt – kort samengevat – het volgende. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] blijven maar bezig met hun strijd tegen de buren en intussen ook tegen Mijande Wonen zelf. Naar aanleiding van de brief van de advocaat van Mijande Wonen is [gedaagde 2] op 7 augustus 2025 zonder aankondiging verschenen op het kantoor van Mijande Wonen in [plaats]. [gedaagde 2] heeft toen dreigementen geuit jegens medewerkers van Mijande Wonen, hun kinderen/gezinnen en de advocaat van Mijande Wonen. Het gevolg van deze bedreigingen is dat de medewerkers van Mijande Wonen zich bang en onveilig voelen. Naar aanleiding van de bedreiging heeft Mijande Wonen extra veiligheidsmaatregelen genomen en heeft de manager van Mijande Wonen op 11 augustus 2025 aangifte van bedreiging gedaan. De advocaat van Mijande Wonen heeft bij brieven van 11 augustus 2025 zowel [gedaagde 1] als [gedaagde 2] een pand- en contactverbod gegeven. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] trekken zich daar volgens Mijande Wonen niets van aan, nu een medewerker van Mijande Wonen nog diezelfde dag een Whatsappbericht ontving van [gedaagde 1] met daarin de vraag waar ze mee bezig waren. Mijande Wonen heeft daarom belang bij het gevorderde contact- en gebiedsverbod, versterkt met een dwangsom.
5.6.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] voeren aan dat zij altijd hebben geprobeerd om de ernst van de situatie met de buren bij Mijande Wonen onder de aandacht te brengen. Als [gedaagde 1] bij Mijande Wonen melding doet over de buren, krijgt zij een aangetekende brief terug dat zij zelf de buren met rust moet laten. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] willen eigenlijk alleen hun kinderen beschermen en voelen zich niet door Mijande Wonen gehoord. Die onmacht heeft geleid tot de woordenwisseling op 7 augustus 2025 bij Mijande Wonen. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] weten dat dit niet goed was, maar zij weten niet wat zij nog moeten doen voordat Mijande Wonen gaat optreden tegen de buren. Dat zij nu worden aangepakt in plaats van de buren, vinden [gedaagde 1] en [gedaagde 2] onbegrijpelijk.
5.7.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om een contact- en gebiedsverbod ten aanzien van [gedaagde 1] toe te wijzen. Bij het voorval op 7 augustus 2025 was zij niet aanwezig. Weliswaar blijkt uit de overgelegde stukken dat [gedaagde 1] zich meerdere keren onbehoorlijk heeft uitgelaten in berichten naar Mijande Wonen, maar dat is naar oordeel van de kantonrechter niet ernstig genoeg om een contact- en gebiedsverbod te rechtvaardigen. De kantonrechter merkt daarbij wel op dat dit geen vrijbrief is voor [gedaagde 1] om daarmee door te gaan. Nu de kantonrechter de huurovereenkomst heeft ontbonden en de ontruiming heeft toegewezen, is er geen reden voor [gedaagde 1] om nog contact op te nemen met Mijande Wonen, behalve als dat nodig is voor het vertrek uit de woning.
5.8.
Wel is de kantonrechter van oordeel dat de situatie tussen partijen de oplegging van een contact- en gebiedsverbod aan [gedaagde 2] rechtvaardigt. [gedaagde 2] heeft niet betwist dat hij op 7 augustus 2025 op kantoor van Mijande Wonen bedreigingen heeft geuit. Dit blijkt ook uit het geluidsfragment dat door Mijande Wonen in het geding is gebracht (zie 3.6). De kantonrechter wil best aannemen dat Mijande Wonen de rol van de buren in zekere mate onderschat en dat dit frustrerend is voor [gedaagde 1] en [gedaagde 2], maar dat rechtvaardigt niet de bedreigingen die [gedaagde 2] vervolgens heeft geuit. Niet onbegrijpelijk is dat de medewerkers van Mijande Wonen zich daardoor onveilig voelen. [gedaagde 2] heeft via zijn advocaat wel laten weten dat hij weet dat dit niet goed was, maar hij heeft niet uitdrukkelijk uitgesproken dat hij dit in de toekomst niet meer zal doen. En tijdens de mondelinge behandeling is hij twee keer weggelopen waarbij hij de tweede keer een medewerker van Mijande Wonen en haar advocaat heeft uitgescholden. Al met al is voldoende gebleken dat er een reële dreiging bestaat op toekomstig onrechtmatig handelen van [gedaagde 2]. Mijande Wonen heeft daarom volgens de kantonrechter recht op en belang bij een contact- en gebiedsverbod, versterkt met een dwangsom. De dwangsom zal worden beperkt tot € 500,00 per overtreding met een maximum van € 10.000,00. In verband met de eisen van proportionaliteit worden de verboden opgelegd voor de duur van één jaar na betekening van dit vonnis.
5.9.
[gedaagde 2] heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het gevorderde gebiedsverbod zover dat ziet op het gebied in Denekamp. De kantonrechter zal dat daarom toewijzen zoals gevorderd. Nu [gedaagde 2] op dit moment in [plaats] woont en hij zich daar in zekere mate vrij moet kunnen bewegen, ziet de kantonrechter wel aanleiding om het gevorderde gebiedsverbod voor het gebied in [plaats] te beperken. De kantonrechter zal het gebiedsverbod alleen toewijzen voor het rood omlijnde gebied op de onderstaande afbeelding. [gedaagde 2] mag dus gedurende één jaar niet in dat gebied komen, waarbinnen dus ook het kantoor van Mijande Wonen valt.
[Afbeelding]
Proceskosten
5.10.
[gedaagde 2] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Mijande Wonen worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
146,43
- griffierecht
135,00
- salaris advocaat
543,00
- nakosten
135,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
959,43
5.11.
Er worden geen vorderingen tegen [gedaagde 1] toegewezen, waardoor zij feitelijk gezien niet in het ongelijk is gesteld. Gelet op de omstandigheden van het geval vindt de kantonrechter het niet redelijk dat Mijande Wonen de proceskosten van [gedaagde 1] moet betalen. De kantonrechter zal daarom de proceskosten ten opzichte van haar compenseren. Dat betekent dat [gedaagde 1] haar eigen proceskosten moet dragen.

6.De beslissing

De kantonrechter, rechtdoende in kort geding:
6.1.
verbiedt [gedaagde 2] om zich gedurende één jaar na betekening van dit vonnis te begeven binnen een afstand van 500 meter van en/of zich te bevinden in het kantoor
van Mijande Wonen aan de Ootmarsumsestraat 4A in Denekamp en om zich te begeven binnen het gebied zoals aangegeven op de afbeelding onder overweging 5.9 en/of zich te bevinden in het kantoor van Mijande Wonen aan de Oosteinde 193 in Vriezenveen,
6.2.
verbiedt [gedaagde 2] om gedurende één jaar na betekening van dit vonnis contact op te nemen met Mijande Wonen en/of haar medewerkers, in welke vorm dan ook,
6.3.
veroordeelt [gedaagde 2] om aan Mijande Wonen een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere keer dat zij zich niet houdt aan de verboden genoemd in 6.1 en 6.2 tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
6.4.
veroordeelt [gedaagde 2] in de proceskosten van € 959,43, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde 2] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.5.
compenseert de proceskosten van [gedaagde 1],
6.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten en in het openbaar uitgesproken op 2 september 2025.

Voetnoten

1.Rb. Overijssel 6 augustus 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:4259;