ECLI:NL:RBOVE:2025:5413
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de overgangsbepaling van artikel 8:10d van de Wajong en herbeoordeling van Wajong-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 3 september 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die een Wajong-uitkering ontving, en het UWV. Eiser had in 2019 zijn uitkering op grond van de Wajong met terugwerkende kracht per 1 januari 2016 ingetrokken gekregen. Op 25 juni 2024 vroeg hij om een herbeoordeling van zijn situatie, maar het UWV weigerde dit, met het argument dat zijn uitkering niet meer kon herleven. Eiser was het hier niet mee eens en voerde verschillende beroepsgronden aan. De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht had beslist dat de Wajong-uitkering van eiser niet kon herleven. De rechtbank legde uit dat de regels voor herleving van de Wajong-uitkering sinds 1 januari 2021 waren versoepeld, maar dat deze versoepeling niet van toepassing was op eiser, wiens uitkering vóór deze datum was beëindigd. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de toepassing van de overgangsbepaling in strijd deden zijn met algemene rechtsbeginselen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en hij kreeg geen schadevergoeding of griffierecht terug.