Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsmotivering
[medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] en aangever [slachtoffer] met hun voornaam aangeduid.
Omstreeks 22:00 uur werd er bij [slachtoffer] op het raam geklopt. Hij zag dat [medeverdachte 1] er stond en deed het raam open. [medeverdachte 1] klom naar binnen en naam plaats op de bank. [2] [slachtoffer] deed vervolgens het raam weer dicht en nam plaats op zijn bureaustoel. “We waren gewoon wat aan het kletsen”. [slachtoffer] weet niet meer waar zij het precies over hebben gehad, omdat hij onder invloed was van drugs.
Omstreeks 22:20 uur klopte er weer iemand op het raam. [slachtoffer] deed de gordijnen open en zag drie jongens staan. Hij kent deze jongens als [verdachte] , [medeverdachte 2] (ook wel [alias 1] of [alias 1] genoemd) en [alias 2] (van wie later bleek dat zijn echte naam [medeverdachte 3] is). [3] [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] namen plaats op de bank. [medeverdachte 1] en [verdachte] namen plaats op de stoel. [slachtoffer] nam zelf weer plaats op zijn bureaustoel. “Eerst kletsten we gewoon wat en rookten we een sigaret”. Op een gegeven moment vroeg [medeverdachte 1] ineens of hij het horloge van [slachtoffer] mocht zien. [slachtoffer] zag dat iemand op dat moment zijn hand op een mes had. “Dit mes zat in een houder en die houder zat weer in zijn broek”. [slachtoffer] kon het mes niet heel goed zien, maar hij zag wel dat het een flink mes was. [slachtoffer] “wist meteen dat het misse boel was”. “Ik gaf toen toch maar gelijk mijn horloge aan [medeverdachte 1] . Ik zag dat [medeverdachte 1] mijn horloge zelf omdeed”. [4] [slachtoffer] verklaart dat [medeverdachte 2] daarna de leuning van zijn bureaustoel pakte en hem in zijn richting trok. [medeverdachte 2] zat op de bank. [medeverdachte 2] pakte het mes en tikte met het mes op het been van [slachtoffer] . “Hij hield het mes de hele tijd bij mijn been en tikte af en toe op mijn been”. [slachtoffer] hoorde toen dat er iemand bezig was bij zijn draaitafel. Deze stond op het bureau achter hem. “Ik wilde omkijken, maar elke keer als ik mijn hoofd bewoog pakte [medeverdachte 2] mijn hoofd en zei hij dat ik niet om mocht kijken”. [medeverdachte 3] filmde alles op zijn telefoon. “Ik heb nooit omgekeken, omdat ik bang was dat er wat zou gebeuren en omdat [medeverdachte 2] mijn hoofd tegenhield als ik dat wel deed. [slachtoffer] hoorde dat ze een tijdje bezig waren met de draaitafel. “Iedereen verliet toen weer mijn woning via het raam”. [slachtoffer] verklaart dat de jongens zijn horloge en draaitafel hebben weggenomen. [5]
Tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] is sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking die in de kern bestond uit een gezamenlijke uitvoering. De mate van betrokkenheid van [verdachte] is naar het oordeel van de rechtbank voldoende om hem als medepleger aan te merken. Daarmee is de ten laste gelegde diefstal onder bedreiging met geweld, gepleegd in vereniging, wettig en overtuigend bewezen.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De motivering van de straf
7.De schade van de benadeelde
- DJ-draaitafel € 5.500,--;
- Samsung-S10+ 165,--;
- Sony-camera en lens € 350,--;
- Samsung-horloge € 150,--;
- inkomstenderving € 4.500,--.
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
jeugddetentievoor de duur van
180 (honderdtachtig) dagen;
een gedeelte van 137 (honderdzevenendertig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten als verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaardendat verdachte (zich) gedurende de proeftijd (of zoveel korter als de jeugdreclassering nodig vindt):
- meldt bij de jeugdreclassering op de door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen, zo vaak en zolang deze instelling dat nodig vindt, en zich houdt aan de aanwijzingen die de jeugdreclassering hem in dat kader geeft;
- op geen enkele wijze - direct of indirect - heeft met zijn mededaders [medeverdachte 1] en
toezichtte houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het jeugdreclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
taakstraf, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren;
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
40 (veertig) dagen;
de benadeelde partij [slachtoffer]toe tot een bedrag van
maatregelop dat verdachte verplicht is om aan de Staat der Nederlanden, ten behoeve van de benadeelde partij, een bedrag te betalen van
€ 1.375,-- (dertienhonderdvijfenzeventig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
19 februari 2025, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt,
0 (nul) dagen gijzelingkan worden toegepast;
het overige deel niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;