ECLI:NL:RBOVE:2025:5547
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking WIA-uitkering en beoordeling van beperkingen door UWV
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 10 september 2025 uitspraak gedaan over de intrekking van de WIA-uitkering van eiseres, die per 10 februari 2021 was ingetrokken door het UWV. Eiseres had eerder bezwaar gemaakt tegen deze intrekking, wat leidde tot een eerdere uitspraak van de rechtbank op 14 februari 2025, waarin het UWV werd opgedragen een nieuw besluit te nemen. Het UWV heeft vervolgens opnieuw het bezwaar ongegrond verklaard, wat eiseres opnieuw in beroep bracht. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 28 augustus 2025, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het UWV.
De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de motivering van het UWV, met name naar het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 21 maart 2025. Eiseres voerde aan dat de nadere motivering niet voldeed aan de eisen die de rechtbank eerder had gesteld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het UWV voldoende had gemotiveerd dat er geen reden was om meer beperkingen op te nemen dan in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 22 november 2020 was vermeld. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht de WIA-uitkering van eiseres heeft ingetrokken en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.