Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
[bedrijf 1] B.V. op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 31 augustus
2018 tot en met 21 februari 2023 te [plaatsnamen]
[plaatsnamen] , in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer anderen en/of alleen,
telkens opzettelijk,
een bij de belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake
rijksbelastingen, te weten één of meer digitale aangiften voor de loonbelasting ten
name van [bedrijf 1] B.V. over:
- de 7e, 8e, 9e, 10e, 11e en/of 12e maand van het jaar 2018;
- de 1e, 2e, 3e, 4e, 5e, 6e, 7e, 8e, 9e, 10e, 11e en/of 12e maand van het jaar 2019;
- de 1e, 2e, 3e, 4e, 5e, 6e, 7e, 8e, 9e, 10e, 11e en/of 12e maand van het jaar 2020;
- de 1e, 2e, 3e, 4e, 5e, 6e, 7e, 8e, 9e, 10e, 11e en/of 12e maand van het jaar 2021;
- de 1e, 2e, 3e, 4e, 5e, 6e, 7e, 8e, 9e, 10e, 11e en/of 12e maand van het jaar 2022,
en/of
- de 1e en/of 2e maand van het jaar 2023,
telkens onjuist en/of onvolledig heeft gedaan en/of heeft doen/laten doen,
door telkens in de ingediende aangiften een onjuist bedrag aan belastbaar loon/te
betalen loonheffingen op te geven en/of te doen/laten opgeven,
terwijl dat feit telkens ertoe strekte dat te weinig belasting wordt geheven,
tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feiten verdachte telkens
opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedragingen
verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
( art 51 lid 2 ahf/ond 2° Wetboek van Strafrecht, art 69 lid 2 Algemene wet inzake
rijksbelastingen )
[bedrijf 1] B.V. op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 01 juli 2018
tot en met 12 april 2023 te [plaatsnamen] , in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer anderen en/of alleen,
telkens als degene die ingevolge de belastingwet verplicht was tot het voeren van
een administratie, overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet
gestelde eisen, telkens opzettelijk een zodanige administratie niet heeft gevoerd
en/of laten voeren, door
- geen, althans een onvolledige/niet-sluitende administratie bij te houden en/of te
bewaren, en/of
- geen, althans op onvolledige/niet-sluitende wijze een kasboek bij te houden en/of
te bewaren,
waardoor niet te allen tijde de rechten en verplichtingen van de belastingplichtige
en andere voor de heffing van belasting zijnde gegevens kunnen worden gekend,
terwijl dat feit telkens ertoe strekte dat te weinig belasting wordt geheven,
tot het plegen van welke bovenomschreven strafbare feiten verdachte telkens
opdracht heeft gegeven en/of aan welke bovenomschreven verboden gedragingen
verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
( art 51 lid 2 ahf/ond 2° Wetboek van Strafrecht, art 68 lid 1 ahf/ond d Algemene wet
inzake rijksbelastingen, art 69 lid 1 Algemene wet inzake rijksbelastingen )
Die paar mensen die bij ons werken in januari en februari willen niet eens op de loonlijst! Vanaf 1 maart komen er meer te werken is het ook veel drukker. We hebben niet eens werk voor ons zelf soms deze twee maanden. Dus worden vanaf volgende maand ingeleverd.” [29]
“..We proberen er achter te komen. Je het liever niet teveel uren op papier toch? [43]
een gedeelte mag maar op papier”,aldus [verdachte] ), zodat deze bewust niet in de boekhouding werden verwerkt (
“anders ging het opvallen”,aldus [medeverdachte 1] ), en zodat deze aldus niet in de loonadministratie en vervolgens in de aangifte loonbelasting zijn opgenomen.
We komen niet uit jouw administratie. We hebben een groot negatief kassaldo.” [47]
Veel boekingen zullen we moeten controleren met de facturen e.d. omdat er heel veel fouten in zitten.” [48]
De voor het eerste kwartaal aangeleverde administratie is (wederom) onvolledig. Dit betekent dat we de btw-aangifte gaan schatten om toch op tijd aangifte te doen. Ook de administratie van vorig jaar is onvolledig.” [49]
“Hallo [medeverdachte 1] , ik ben bezig met de kasbladen
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of
ingevolge de belastingwet verplicht zijnde tot het voeren van
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of
ingevolge de belastingwet verplicht zijnde tot het voeren van
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;
ontzet de verdachte van het recht tot uitoefening van het beroepvan statutair bestuurder of feitelijk bestuurder van enige rechtspersoon of vennoot van enig rechtspersoon als bedoeld in artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht voor de duur van
2 (twee)jaren.