Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[eiser 1], wonende te [woonplaats 1],
[eiser 2], wonende te [woonplaats 2] (Frankrijk),
wonende te [woonplaats 3],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vorderen de erven van wijlen de heer [naam] de ontbinding van een huurovereenkomst en betaling van huurachterstand van € 24.500,00. De huurovereenkomst was op 11 februari 2023 gesloten tussen de erven en [gedaagde] voor een woning aan het adres [adres]. De huurprijs bedroeg € 1.000,00 per maand, maar [gedaagde] heeft grotendeels niet betaald. De erven hebben [gedaagde] meerdere keren aangemaand en hebben de huurovereenkomst op 3 maart 2024 schriftelijk ontbonden vanwege een huurachterstand van bijna een jaar. Ondanks de schriftelijke ontbinding en een deurwaardersexploot heeft [gedaagde] de woning niet ontruimd.
Tijdens de procedure heeft [gedaagde] erkend dat hij in gebreke is gebleven met de huurbetalingen, maar stelde dat hij in een telefoongesprek van [eiser 1] de toezegging had gekregen dat hij mocht blijven wonen als hij weer zou beginnen met betalen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurovereenkomst rechtsgeldig is ontbonden en dat [gedaagde] verplicht is om de huur op tijd en volledig te betalen. De kantonrechter heeft de vordering van de erven toegewezen, inclusief de ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis en de betaling van de huurachterstand.
De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan [gedaagde] opgelegd, omdat hij grotendeels in het ongelijk is gesteld. De totale proceskosten zijn begroot op € 2.098,45. Het vonnis is uitgesproken op 16 september 2025 door mr. A. Smedes.