Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.[eiser 1],
2.
[eiser 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 4,
- de brief van de rechtbank van 30 januari 2025 waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald,
2.De zaak in het kort
3.De feiten
4.Het geschil
en/of
en/of
primair€ 92.302,19 betreffende de zonder grondslag althans onrechtmatig, gedane betalingen aan Bilanx, aan haar advocaat, aan Vechtstede, en post mortem aan [naam 1], en aan de steenhouwer,
subsidiairtot het bedrag dat geacht wordt in causale relatie te staan met de onrechtmatige daad en/of wanprestatie,
en gedaagde te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over de te betalen bedragen vanaf 8 mei 2017,
en gedaagde te veroordelen tot een maximum bedrag van € 100.000,= tot welk bedrag eisers hun vordering maximeren,
met veroordeling van gedaagde in de kosten van de procedure
5.De beoordeling
Vechtstede heeft echter aangevoerd dat [naam 4] (van Bilanx) bij die bespreking betrokken was omdat [erflater] dat zelf wilde. Volgens Vechtstede heeft die bespreking plaatsgevonden en waren [erflater] en [naam 1] daarbij samen aanwezig, evenals de heer [naam 4] van Bilanx. Van de zijde van Vechtstede was mr. [naam 5] aanwezig. Volgens Vechtstede was [erflater] tijdens dat gesprek helder van geest en kon hij goed uitleggen wat hij wilde en waarom hij dat wilde. [eisers] hebben betwist dat dit gesprek daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, maar zij hebben voor deze betwisting geen concrete onderbouwing gegeven. De rechtbank gaat daarom aan die betwisting voorbij. De rechtbank gaat er, gelet op hetgeen Vechtstede gemotiveerd heeft aangevoerd, vanuit dat dit gesprek op 26 april 2017 feitelijk heeft plaatsgevonden en dat de notaris van Vechtstede bij die gelegenheid met [erflater] zelf heeft gesproken over de machtigingen in het levenstestament. De rechtbank ziet in deze gang van zaken geen aanknopingspunten en geen aanleiding om ervanuit te gaan dat er sprake is geweest van een schijnhandeling.
(…) Bij de bespreking heeft u aangegeven dat u graag geregeld wilt zien dat uw broer Ab (in plaats van uw broer [eiser 1]) uw financiële zaken gaat regelen (vooral in de situatie dat uw echtgenote dat nier meer zou kunnen). Ook gaf u aan te willen regelen dat Bilanx (in de persoon van [naam 4] ) u, uw echtgenote en uw broer Ab zoveel mogelijk te ondersteunen bij het regelen van de zaken.
Op naar Kloosterhaar, waar bleek dat meneer boodschappen was gaan doen in Sibculo. Ondertussen de stukken alvast wat doorgenomen met mevrouw. (…) Bij het passeren van de akte is hij helder. Ik merk niet dat hij dementerend is, kijkt wel wat verdrietig uit de ogen, maar kan zich duidelijk uiten. Mevrouw mag zaken voor hem regelen. Zij broers mogen dat doen als mevrouw dat niet meer kan. Bilanx kijkt mee.Mr. [naam 3] heeft die verklaring herhaald op de mondelinge behandeling in deze procedure. Over de rol van Bilanx heeft mr. [naam 3] op de zitting verder nog verklaard:
Als [erflater] niet zou kunnen handelen moest [naam 1] dat doen, maar het kon ook zijn dat beiden niet in staat waren en dan was het van belang dat Bilanx in elk geval zou kunnen handelen. Het idee was dat de broers dan kunnen toetreden en dat Bilanx het met de broers samen zou gaan doen.Volgens Vechtstede hoort het bij de taak van de notaris om erop toe te zien dat een verklaring niet onder invloed van een ander wordt afgelegd. Volgens Vechtstede was [naam 4] telkens aanwezig op verzoek van [erflater] en bestond er niet de indruk dat [erflater] onder invloed van Bilanx heeft verklaard en ondertekend. Volgens Vechtstede was de notaris er op 8 mei 2017 van overtuigd dat de wil van [erflater] overeenstemde met zijn verklaring. Zij stelt dat de notaris er daarom ook toe gehouden was om haar ministerie te verlenen, gelet op de op ministerieplicht die rust op de notaris in zo’n geval. [eisers] hebben in deze procedure betwist dat [erflater] zelf zijn handtekening onder het levenstestament heeft gezet, maar Vechtstede heeft gemotiveerd verklaard dat de handtekening van [erflater] op het origineel staat. Dat originele stuk wordt, zoals volgens Vechtstede gebruikelijk is, bij Vechtstede bewaard in de kluis. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan deze verklaring van Vechtstede te twijfelen.
“Bilanx kijkt mee”. De rechtbank is van oordeel dat de bedoelde bewoordingen weliswaar kunnen betekenen dat Bilanx alleen vanaf de zijlijn meedoet, maar dat dit woordgebruik niet uitsluit dat Bilanx de rol van gevolmachtigde toebedeeld zou krijgen. Het gaat om de bedoeling die [erflater] in dit geval heeft gehad. In dat kader is van belang dat de broers van [erflater] niet bij alle besprekingen tussen [erflater] en Bilanx, en later ook Vechtstede, betrokken zijn geweest. Nu de rechtbank, bij gebreke van aanwijzingen van het tegendeel, Vechtstede volgt in haar onderbouwde verklaring dat de notaris zich er uitdrukkelijk van heeft overtuigd dat de wil van [erflater] is vastgelegd in de tekst van het levenstestament, moet daarvan worden uitgegaan. De rechtbank komt daarom niet tot het oordeel dat er sprake is van een onrechtmatige daad of wanprestatie aan de kant van Vechtstede.