In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 1 september 2025 uitspraak gedaan over de ontneming van de schone lei van de schuldenaar, hierna te noemen [betrokkene]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldsaneringsregeling van [betrokkene] op 3 mei 2018 van toepassing is verklaard en op 19 december 2023 is geëindigd. Tijdens deze periode heeft [betrokkene] een letselschadevergoeding ontvangen, waarvan een deel aan de boedel moest worden afgedragen. De bewindvoerder heeft [betrokkene] herhaaldelijk gewezen op zijn verplichting om de bewindvoerder te informeren over de schadevergoeding, maar [betrokkene] heeft nagelaten deze informatie te verstrekken en heeft het geld vergokt. De rechtbank oordeelt dat deze feiten, die na de beëindiging van de schuldsaneringsregeling aan het licht zijn gekomen, grond opleveren voor het ontnemen van de schone lei. De rechtbank concludeert dat artikel 358, lid 1 van de Faillissementswet verder geen toepassing vindt, wat betekent dat de schone lei aan [betrokkene] wordt ontnomen.