Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
dan weldat hij samen met een ander die [slachtoffer] heeft mishandeld (subsidiair).
Rechtbank Overijssel
Op 2 oktober 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van openlijk geweld tegen een slachtoffer met een honkbalknuppel. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 26 april 2024 te Zwolle, waar de verdachte samen met een ander het slachtoffer zou hebben mishandeld. De officier van justitie vorderde een veroordeling, maar de verdediging pleitte voor vrijspraak op basis van noodweer. Tijdens de zitting op 18 september 2025 werd het bewijs besproken, waarbij de rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen dat de verdachte het letsel bij het slachtoffer had veroorzaakt. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen in het dossier niet consistent waren en dat er geen overtuigend bewijs was dat de verdachte de daden had gepleegd. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit. Tevens werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.