ECLI:NL:RBOVE:2025:583
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen omgevingsvergunning voor het kappen van tien bomen
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de verleende omgevingsvergunning voor het kappen van tien bomen aan een specifiek adres. Eiseres was uitgenodigd voor de hoorzitting, maar is zonder bericht niet verschenen. De rechtbank heeft het beroep op 19 december 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van het college aanwezig was. Het college had eerder op 22 augustus 2023 een omgevingsvergunning verleend aan Stichting Carmelcollege voor het kappen van de bomen. Eiseres maakte bezwaar, maar dit werd op 23 november 2023 niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van bezwaargronden. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de beroepsprocedure heeft het college erkend dat het bezwaar van eiseres ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard en heeft het op 16 februari 2024 het eerdere besluit herroepen. De rechtbank beoordeelt of eiseres nog procesbelang heeft bij haar beroep, nu de bomen inmiddels op 10 februari 2024 zijn gekapt. De rechtbank concludeert dat het belang van eiseres niet geheel is komen te vervallen, omdat het college een nieuw besluit heeft genomen. Echter, voor het beroep tegen het eerste bestreden besluit heeft eiseres geen belang aangetoond, waardoor dit beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard.
De rechtbank oordeelt dat het college bestreden besluit 1 heeft herroepen wegens een aan het college te wijten onrechtmatigheid. Eiseres krijgt een vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht moet door het college worden vergoed. Het beroep tegen bestreden besluit 2 wordt ongegrond verklaard, omdat eiseres niet is verschenen op de hoorzitting en geen schending van de hoorplicht kan worden vastgesteld. De rechtbank beslist dat het beroep tegen bestreden besluit 1 niet-ontvankelijk is en het beroep tegen bestreden besluit 2 ongegrond is, waardoor dit besluit in stand blijft.