In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van eiser beoordeeld dat gericht is tegen de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van Enschede om een verzoek om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet open overheid (Woo) niet volledig toe te wijzen. Eiser had verzocht om openbaarmaking van documenten waarin de naam van een derde belanghebbende en/of een specifiek bedrijf voorkomt, met betrekking tot milieuvergunningen en andere relevante informatie. Het college had eerder een aantal documenten openbaar gemaakt, maar eiser was van mening dat er meer documenten beschikbaar moesten zijn. De rechtbank oordeelt dat het college voldoende zoekslagen heeft verricht en dat het niet ongeloofwaardig is dat er geen aanvullende documenten zijn. Eiser is er niet in geslaagd om aannemelijk te maken dat er meer documenten zouden moeten zijn. De rechtbank concludeert dat de beslissing van het college om geen lijst van vernietigde stukken te verstrekken niet in strijd is met de Woo, aangezien er geen wettelijke verplichting bestaat om dit te doen. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat hij geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of proceskostenvergoeding.